Castricum, Herv. kerk
verslagen. Aan de westkant kwam in 1867 de spoorlijn Amsterdam-Alkmaar te lopen. Rond die tijd vestigden zich ook de eerste bollenkwekers. J.M. de Casseres maakte in 1932 en 1935 uitbreidingsplannen (Geelvinckstraat e.o.). De meeste bebouwing ten westen van de spoorlijn werd in 1943 op last van de Duitsers afgebroken (bij de Oude Schulpweg ligt een restant van de tankwal). Na de wederopbouw naar plannen van F.J. Gouwetor (1947) volgden nog diverse uitbreidingswijken en zijn Castricum en het dorp Bakkum aan elkaar gegroeid.
De Herv. kerk (Kerkpad 1), oorspronkelijk gewijd aan St. Pancratius, is een eenbeukige kerk met driezijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen met ingesnoerde spits. Het romaanse tufstenen schip stamt waarschijnlijk uit het einde van de 12de eeuw (vroeger was er sprake van een jaartalsteen uit 1219). In de eerste helft van de 15de eeuw verrees de gotische toren. Rond 1510 volgde de bouw van een gotisch koor met banden in tufsteen afkomstig van het oude koor. Het vlak gedekte schip kreeg toen ook trekbalken op korbeelstellen. Rond 1520 werd het schip met een travee verlengd tot aan de toren. Daarin hangt een door Gert Powels gegoten klok (1604). De kerk is gerestaureerd in 1953-'54 (H.F. Rappange), waarbij enkele rondboogvensters en de triomfboog tussen schip en koor zijn gereconstrueerd, en in 1992. Tot de inventaris behoren een priesterzerk (1512), een stenen doopvont (1519), een doophek met doopboog (1742) en een door Christiaan Müller gebouwd kabinetorgel (circa 1740).
De R.K. St.-Pancratiuskerk (Dorpsstraat 115) is een forse driebeukige pseudobasilicale kruiskerk met driezijdig gesloten koor, zijbeuken voorzien van zijtopgevels en een zware ongelede toren met naaldspits en achtzijdige traptoren. Ter vervanging van een voorganger uit 1858 verrees deze kerk in 1909-'10 naar een ontwerp met neogotische details van J. Stuyt. Het in 1980 gerestaureerde gebouw heeft een sober interieur met houten tongewelven en bevat een neogotisch hoofdaltaar (circa 1910) en kruiswegstaties (1955-'60). De gebrandschilderde ramen (1949-'55) zijn van F. van Balendonk.
Bij de kerk horen een pastorie (Dorpsstraat 113; 1909, J. Stuyt), het voorm. liefdesgesticht ‘De Hooghe Aert’ (Dorpsstraat 111; 1910) en een in zakelijk-expressionistische stijl uitgevoerd voorm. jeugdhuis (Overtoom 15; 1938).
De (Geref.) Maranathakerk (Kon. Willemstraat 1) is een achtzijdige centraalbouw met tentdak en glas-inbetonvensters, gebouwd in 1955 naar ontwerp van H. Eldering (uitgebreid 1977).
Het voorm. raadhuis (Dorpsstraat 65) is een tweelaags neorenaissancegebouw uit 1911 met een middenrisaliet voorzien van klokkentoren, trapgevel, tegeltableau (S.P.Q.C.) en laag bordes. De inpandige onderwijzerswoning werd in 1936 bij het raadhuis getrokken. Tot 1981 heeft het gebouw als raadhuis dienst gedaan.
Woonhuizen. De rijzige jachtopzienerswoning Kijk-Uit (Oude Schulpweg 3) werd rond 1880 gebouwd in het duingebied, dat toen bezit was van de familie Gevers van Endegeest. Het woon- en winkelpand Dorpsstraat 36 (1895) heeft gebosseerde neoclassicistische hoeklisenen. Rationalistische details vertonen de huizen Overtoom 6-12 (1911) en in zakelijk-expressionistische stijl ontwierp R.G. Rodenburg de villa Nieuw Silvold (Beverwijkerstraatweg 140; 1934) voor ds. J.S. Kruger.
Het station (Mient 2), een langwerpig eenlaagspand voorzien van een simpele vrijstaande stalen toren met uurwerk en carillon, is gebouwd in 1969-'70 naar ontwerp van C. Douma.