opgetrokken met naastgelegen zomerhuis. Uit de tweede helft van de 19de eeuw dateren verder de dwarshuisboerderij Dorpsstraat 14-14A (circa 1860) en de langhuisboerderij Kerklaan 3 (circa 1870) met gesneden topgeveldecoratie en naastgelegen zomerhuis. Ontworpen door E. Rigter zijn de in 1909 gebouwde boerderijen Kerklaan 11 en Langeweg 15 (mansardedak). Voorbeelden van hovenierswoningen in eenvoudige zakelijk-expressionistische vormen zijn Binnenweg 8 en Venenweg 2 (beide circa 1930).
Woonhuizen. De met afluiving uitgevoerde kleine woning Achterom 5 draagt de jaartalankers ‘1696’. Achterom 1 is een 18de-eeuws dwars huis met omlijste ingang. Een 18de-eeuwse kern heeft mogelijk ook Fransepad 9. Voorbeelden van eenvoudige arbeidershuisjes zijn Dorpsstraat 2 (circa 1850), Fransepad 38 en Eemnesserweg 20 (circa 1880), en voorbeelden van grotere diepe huizen zijn Kerklaan 1 (circa 1905) en Kerklaan 13. Opvallend is het naar plannen van W. Kokje en B. Nijholt gebouwde dubbele huis Mosselweg 30-32 (1904) met loggia's op de verdieping. Het met mansardedak uitgevoerde woningblok Meentweg 17-23 (circa 1905) heeft een vooruitspringende trapgevel.
Met de komst van de forenzen verrezen aan de Larense kant enkele landhuizen. Een voorbeeld is het in 1871 voor steenfabrikant Haverkamp gebouwde blokvormige eclectische huis Jagtlust (Eemnesserweg 38; verbouwd 1924, W. Hamdorff). Voor C.G. Loeber verrees in 1901 de grote villa Zonnenhoef (Eemnesserweg 36) naar plannen van A.D.N. en J.G. van Gendt; de omringende tuin is ontworpen door L.A. Springer. De wit gepleisterde en met klokgevels uitgevoerde villa Hill cottage (Huizerweg 57; 1903) werd ontworpen door A. Jacot en W. Oldevelt. De wit gepleisterde, T-vormige villa Torenlaan 56 (1905), voorzien van een met hout beklede geveltop, kwam tot stand naar plannen van D.J. Nijland en C.L. van Kesteren voor laatstgenoemde. In Engelse landhuisstijl gebouwd zijn Naarderweg 49 (1905), Heideweg 6 (1907, M. Plate), de met overhoekse aanbouwen en serre uitgevoerde villa Goudsbloem (Heideweg 8; 1907, na brand herbouwd 1938) en de villa Berkenrode (Matthijssenhoutweg 4; 1909-'10, C.A. Lion Cachet). Overkragende bouwdelen in vakwerkstijl hebben Bussummerweg 33 en villa De Veldhoek (Noolseweg 39; 1911, H.D. Tabak). Expressionistische elementen vertonen het met mansardedak gedekte dwarse huis Torenlaan 61 (1912, G. Keppelink) en de villa Angerechtseweg 17 (1916, H.C. Elzinga). Een ontwerp in de trant van K.P.C. de Bazel vormt de villa De Merel (Schapendrift 80; circa 1910) met haar opvallende loggia en siermetselwerk.
In Nieuw Historiserende stijl ontwierp Th. Rueter het woonhuis met werkplaats Naarderweg 2 (1906), dat oorspronkelijk diende als drogisterij-schilderswerkplaats (uitstalkast zijgevel behouden). In hoofdvorm vergelijkbaar is de villa Eemnesserweg 37 (1912, serre met erker 1925). Het eigen huis van Rueter, Noolseweg 25-25a, dateert uit 1913 (hersteld na brand 1980). Zijn latere villa's zijn uitgevoerd in expressionistische landhuisstijl met rieten daken en elementen uit de Indische ‘Minang-Kabau’-stijl, zoals zichtbaar bij De Merelhof (Dr. Catzlaan 2b; 1927) en The Golden West (Noolseweg 23; 1927). Voorbeelden van kleinere villa's en middenstandswoningen in expressionistische stijl zijn de houten villa De Trekvogels (Huizerweg 24; 1921), nu ‘De Kleine Hof’, en de villa's Matthijsenhoutweg 8 en 37, Heide Weide (Eemnesserweg 19) en Eemnesserweg 22b (circa 1925), alsmede Fransepad 60-62 (1921, A.J. Joling) en Fransepad 2 (1926, H.F. Sijmons).
De Larense architect W. Hamdorff ontwierp in Blaricum diverse villa's in expressionistische stijl, zoals Past. De Saeyerweg 8 (1925), de in opdracht van de Borneo-Sumatra Handelsmaatschappij gebouwde villa De Molshoop (Noolseweg 32; 1927) en het wit gepleisterde landhuis-achtige pand Torenlaan 67 (1936). Door anderen ontworpen villa's in deze expressionistische landhuisstijl zijn Noolseweg 16 (1930), Het Lange Land (Vliegweg 15; 1931, K. van den Berg), Onder den Dael 8 (1938, P.C. van Uchelen) en Eemnesserweg 31a (1940), een ontwerp van A. Komter voor J.M. Komter. Ontworpen in functionalistische stijl zijn Schapendrift 55 (1935, H.F. Sijmons) en Bloemlandseweg 4a (1939, P.J. Elling; uitbreiding 1952, B. Merkelbach en P.J. Elling).
Stichting Internationale Broederschap. Voor de in 1900 op een terrein bij de Herv. kerk gevestigde stichting van christen-anarchisten ontwierp Th. Rueter enkele gebouwen. Na 1904 werden de gronden voor villabouw verkocht, maar er resteren nog enkele koloniehuisjes, waaronder het dubbele houten huis Torenlaan 29-31 (circa 1900), de L-vormige houten hut van Van Rees (Noolseweg 55; 1903, verbouwd tot atelierwoning 1932) en de hut van professor Brouwer (Torenlaan 70; 1904) naar een plan van R.C. Mauve. In de nabijheid staat de door Rueter in 1911 ontworpen hut 't Schoofje (Noolseweg 53), gebouwd als ‘kabouterpaleisje’ voor de dichter A. Roland Holst.
Atelierwoningen. Voor de begin 20ste eeuw naar Blaricum toestromende kunstenaars verrezen veel atelierwoningen. Een van de oudste is de met klokgevel uitgevoerde woning De Witte Olifant (Achterom 13; 1902), waarvan het ontwerp is geïnspireerd door de boerderijbouw, zoals ook het geval is bij De Smidse (Smedenweg 1, 1919), ontworpen door N. Eekman voor K. Schmidt. Uitgevoerd in expressionistische stijl zijn Vliegweg 9, In het Vliegje (Korte Vliegweg 6) en Schapendrift 71 (1920); de laatste werd op een trapeziumvormige plattegrond gebouwd voor beeldhouwer J. Raedecker. Verschillende atelierwoningen zijn ontworpen door H.C. Elzinga, zoals W. Singerweg (1918) voor P.M. Testas, Naarderweg 53 (1918) voor D. Wiggers, de woning Langeweg 7 (1920) en het atelier voor Lopez Leao Laguna (circa 1930) bij het bestaande pand Zwaluwenweg 26. Opmerkelijk is de houten atelierwoning Wallandlaan 6 (circa 1925). Een combinatie van expressionistische landhuisstijl en vormen uit de Indische ‘Minang-Kabau’-stijl vertoont de door Th. Rueter voor de dames Gerbig en Moret ontworpen houten ateliervilla De Vuurvogel (Bussummerweg 9, 1930). F.A. Eschauzier ontwierp in overleg met kunstschilder J. Voerman diens woonhuis