Amsterdam-Watergraafsmeer, Tuindorp Watergraafsmeer, openbare leeszaal en bibliotheek
groenelementen (Sikkelstraat, Zuivelplein). Het noordelijke deel werd in 1927 op traditionele wijze in baksteen uitgevoerd met sobere expressionistische details (Akkerstraat, Egstraat e.o.) naar ontwerp van G. Versteeg. Een deel van het project was bestemd voor experimenten met - goedkoper geachte - betonsysteembouw volgens tien systemen (uitgevoerd 1923-'25 en 1926-'28). In montagebouw verrezen de woningen rond het
Huismanshof (systeem ‘Bron’; ontwerp D. Greiner) en die aan de
Tuinbouwstraat (systeem ‘Hunkemöller’; J. Gratama) en de
Schovenstraat (systeem ‘Bims Beton Bouw’; J.B. van Loghem). In blokbouw kwamen woningen tot stand aan de
Sikkelstraat (systeem ‘Olbertz’; H.W. Valk), de
Oogststraat (systeem ‘Isotherme’; H.F. Mertens) en het
Onderlangs (systeem ‘Winget’; J.H. Mulder). Woningen in gietbouw bouwde men aan de
Hooistraat (systeem ‘Non Plus’; D. Roosenburg) en de
Ploegstraat (systeem ‘Kossel’; J. Hulsebosch). Het meest spraakmakend was het centrale gedeelte rond de Brink, dat in 1926-'28 als laatste werd uitgevoerd in het gietbouwsysteem ‘Korrelbeton’ naar ontwerp van D. Greiner (gerenoveerd 1983-'87, O. Greiner). Voorbeelden hiervan zijn de woon- en winkelpanden
Brink 22-32 en de van een toren met klok voorziene rij middenstandswoningen
Brink 2-20, alle in kubistisch-expressionistische vormen. In het tuindorp staan verder een
openbare leeszaal en bibliotheek (Brink 43) en een
verenigingsgebouw (Veeteeltstraat 121), gebouwd in 1924-'25 naar plannen
van D. Greiner. Deze gepleisterde kubistisch-expressionistische panden zijn uitgevoerd in Korrelbeton II.
Tuindorp Frankendaal (Maxwellstraat e.o.), ook wel Jeruzalem genoemd, werd in 1947-'51 ontwikkeld door B. Merkelbach en Ch.J.F. Karsten in samenwerking met M.A. Stam en - voor de verkaveling - mevr. J.H. Mulder. De indeling met in elkaar grijpende L-vormige blokken rond hoven en de opzet met lage hoekwinkels diende later als voorbeeld voor de uitbreidingen in de westelijke tuinsteden van Amsterdam. De tuinaanleg werd ontworpen door mevr. M. Ruys. De bebouwing bestond uit bijna achthonderd duplexwoningen, waarvan een deel later tot eengezinswoningen werd samengevoegd.
Kantoren. Het uit 1881 daterende voorm. kantoor van de Gooische Stoomtram (Middenweg 69) is in 1984 tot woningen verbouwd. Uitgevoerd in structuralistische stijl is het gebouw De Leeuwenburg (Weesperzijde 195), dat in 1978 is opgetrokken als kantoor van de Rijkspostspaarbank (later Postbank) naar plannen van architectenbureau Zanstra, de Clerq Zubli, Lammersma & Partners. Dit bureau, nu Z.Z.P.D.-architecten genoemd, heeft ook de naastgelegen 115 meter hoge Rembrandttoren (Amstelplein 1; 1989-'95) verwezenlijkt met P.J. de Clerq Zubli als projectarchitect.
De
watertoren van de Zuidergasfabriek (Korte Ouderkerkerdijk 45) [383]
Amsterdam-Watergraafsmeer, Station Amsterdam-Amstel en Rembrandttoren
is een bakstenen toren met uitkragende bovenbouw. Deze toren verrees in 1911 naar plannen van J.L. Seeuwen voor de opslag van proceswater in een ijzeren holbodemreservoir en twee ijzeren vlakbodemreservoirs (gerestaureerd 1982). Van de gasfabriek uit 1905 resteert verder slechts de
directeurswoning (Spaklerweg 45) op het huidige N.U.O.N.-terrein.
De telefooncentrale (Kamerlingh Onneslaan 1) is een langgerekt gebouw met hogere hoekaccenten, gebouwd in 1923 naar een ontwerp met expressionistische details van A. Boeken. De in 1960 aangebrachte deuromlijsting (H. Krop) is afkomstig van de Centrale aan de Herengracht (nrs. 293-305).
Bruggen. De Oetewalerbrug over de Ringvaart (Middenweg, brug 189) is een vaste brug uit 1924 naar ontwerp van P.L. Kramer en met beeldhouwwerk van A. Remiëns. De Enneüs Heermabrug tussen het vaste land van Amsterdam en de nieuwe wijk IJburg is een ruim tweehonderd meter lange brug met twee boogdelen, gebouwd in 2001 naar ontwerp van N. Grimshaw & Partners.
Het station Amsterdam-Amstel (Julianaplein 1) [384], gebouwd in 1939 naar ontwerp van H.G.J. Schelling, heeft een ruime stationshal met monumentale wandschilderingen (P. Alma) en beeldhouwwerken (T. van Reijn). Deze op straathoogte gelegen hal geeft aan de westzijde toegang tot de overdekte perrons voor trein en metro op spoordijkniveau en aan de