Zoetermeer, Woonhuis Norge
ingezwenkte lijstgevel hebben de diepe huizen
Dorpsstraat 32 (circa 1820),
122,
125 (1861; met bakkersoven) en
134 (circa 1880); vergelijkbaar is
Dorpsstraat 157 uit 1903. In 1866 gebouwd als burgemeesterswoning voor Zoetermeer is het herenhuis
Akkerlust (Vlamingstraat 49); de 18de-eeuwse deurpartij is een replica. Het wit gepleisterde eclectische herenhuis
Op doortocht (Dorpsstraat 8) werd in 1869 gebouwd als voorhuis van een boerderij. Nu als stadsmuseum in gebruik is
't Oude Huis (Dorpsstraat 7) uit 1872, dat licht getoogde zware vensteromlijstingen heeft en een gepleisterde middenrisaliet. Eén bouwlaag hebben het wit gepleisterde neoclassicistische herenhuis
1ste Stationsstraat 84 (1855) en het eclectisch vormgegeven herenhuis
Voorweg 52 (1878). In 1892 is in neorenaissance-stijl het herenhuis
Dorpsstraat
Zoetermeer, Zuivelfabriek Nutricia
Zoetermeer, Boerderij Meerzigt
76 gebouwd en neorenaissancedetails vertonen de arbeiderswoningen
1ste Stationsstraat 5-13 (1900). Voorbeelden van vroeg-20ste-eeuwse burgerhuizen met gekleurd siermetselwerk in neorenaissance- en jugendstilvormen zijn
Dorpsstraat 116-118 (1909),
Dorpsstraat 20-22 (1909),
Schinkelweg 29 en
Schinkelweg 63 (beide 1910). Het diepe huis
Dorpsstraat 171 werd in 1909 gebouwd als pastorie bij de oude Geref. kerk. A. Kranenburg bouwde de arbeiderswoningen
1ste Stationsstraat 147-153 (circa 1910). Een karakteristiek ontwerp in ‘Um 1800’-stijl is het voor boterhandelaar B. Brinkers gebouwde dubbele herenhuis
1ste Stationstraat 49-51 (1914). Het zakelijk-expressionistische herenhuis
Dorpsstraat 10 (1928), gebouwd als pastorie, diende later ook als raadhuis. Ontworpen door J. Dekker in traditionalistische vormen zijn het landhuis
Norge (Vlamingstraat 83; 1935) en de dubbele middenstandswoningen
1ste Stationsstraat 15-25 (1935).
Boerderijen. De in 1977-'79 gerestaureerde herenboerderij Meerzigt (Voorweg 119) stamt waarschijnlijk uit 1672. Jacob Thiesem liet er in 1677 een deel aanbouwen. Het woongedeelte is een classicistisch herenhuis met souterrain en dubbele stoep. De hoger opgetrokken middenpartij is voorzien van een fronton en klauwstukken. Links staat een 18de-eeuwse wagenschuur en achter op het erf bevinden zich drie rieten kapbergen met houten roeden. De krukhuisboerderij De Hooge Woning (Voorweg 109; 1679) heeft een ingangsomlijsting en een uitgebouwde opkamer met kelder. Voorbeelden van langhuisboerderijen met rieten dak, ingezwenkte lijstgevel en omlijste ingangspartij zijn de boerderij Voorzorg (Voorweg 125) uit 1794 - met zomerhuis (circa 1870) en wagenschuur (1893) - en de in 1800 na brand herbouwde hoeve Noorderbosch (Voorweg 228). Andere voorbeelden zijn de boerderijen Het Buitenbeest (Voorweg 93; 1811, zomerkamer 1842), Vlamingstraat 77 (1827, vernieuwd schuurdeel), Wildrijk (Zegwaartseweg 49; circa 1837). Een dwars geplaatst voorhuis bezitten de boerderijen Voorweg 178-178a (1852), Kromwijk (Voorweg 133; 1879) en Rozenburg (Voorweg 112; 1871); de laatste heeft een wit gepleisterd woonhuis en opvallende neogotische gietijzeren vensters in het schuurdeel. Boerderijen met een neoclassicistisch woonhuis zijn onder meer Vlamingstraat 2-4 (1850, vergroot 1875) en Voorweg 153-153a (1880). De boerderij Voorweg 54 (1895) heeft een woonhuis met chaletstijl-sierspant. In bezit van de zuivelfabriek waren onder meer de Nutriciahoeve (Rokkeveenseweg 44; 1850, stal 1925) en de Lactohoeve (Rokkeveenseweg zuid 104; 1925, nu ‘Pelgrimshoeve’).
De zuivelfabriek ‘Nutricia’ (1ste Stationsstraat 186) werd in 1896 gesticht