Rozenburg
Dorp, ontstaan in het midden van de 16de eeuw op de opwassen tussen de Nieuwe Maas en Het Scheur. De vier hier gelegen zandplaten groeiden rond 1648 tot één eiland aaneen. Het in 1727-'28 verder vergrote eiland kreeg in 1806 een eerste ringdijk. Gaandeweg raakte Rozenburg ingesloten door het uitgestrekte Rotterdamse havengebied. Aan de west- en zuidzijde groef men het Calandkanaal (1958-'60) en het Hartelkanaal (1960-'68). Na de aanleg van een nieuwe hoge ringdijk in 1966 is nagenoeg het gehele binnengebied volgebouwd.
Kerken. Ter vervanging van de oude dorpskerk uit 1658 werd in 1935 naar plannen van A. Mijs en G. Hamerpagt de (Herv.) Immanuelkerk (Kerkweg 24) gebouwd als een zakelijk-expressionistische kruiskerk met geveltoren. A. Warnaar ontwierp zowel de (Geref.) Ontmoetingskerk (Koninginnelaan 9; 1937), een kruiskerk met overhoeks gesloten dwarsarmen, als de Geref. Vrijgem. kerk (Emmastraat 75; 1953), een zaalkerk met portaal.
Het Wapen van Rozenburg (Molenweg 55) is een robuust tweelaags pand, gebouwd in 1863 als raadhuis en rond 1960 ingrijpend verbouwd tot restaurant.
Rozenburg, (Herv.) Immanuelkerk
Het voorm. Groene Kruisgebouw (Kerkweg 18-20) kwam in 1928 tot stand naar een sober traditionalistisch ontwerp van G.H. Blanken.
Woonhuizen. Neoclassicistische woonhuizen uit circa 1875 zijn Het Oude Jachthuis (Molenweg 22) en de eenlaags rentenierswoning Molenweg 24. Traditionalistische vormen hebben Kerkweg 7 en het kleine landhuis Zandweg 14 (beide circa 1925).
Windmolen ‘De Hoop’ (Molenweg 30) is een rijzige ronde stellingmolen met een met dakleer beklede kap, gebouwd in 1887 als korenmolen en gerestaureerd in 1966-'68. De bijbehorende molenaarswoning (Molenweg 28) is een eenlaagspand uit 1887.