Pijnacker
(gemeente Pijnacker-Nootdorp)
Dorp, ontstaan op een uitloper van een kreekrug. Pijnacker wordt voor het eerst vermeld in 1257. De eerste bewoning concentreerde zich op de Grafelijke Hof, het huidige Koningshof - waar later ook de kerk werd gebouwd - en langs de aansluitende Kerkweg. Aan de noordzijde ontstond in de 19de eeuw bebouwing langs de Pijnackerse Vaart (Oostlaan). Na de bouw van een station (1908) aan de oostzijde kwam daar een nieuwe wijk tot ontwikkeling. Een uitbreidingsplan (circa 1925) vormde de basis voor verdere nieuwbouw. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Pijnacker zich ontwikkeld tot forensendorp en zijn uitbreidingen verwezenlijkt aan de noordzijde en de zuidzijde (Koningshof en Klapwijk).
De
Herv. kerk (Koningshof 3), oorspronkelijk gewijd aan St. Johannes de Doper, is een driebeukige kruiskerk voorzien van een vrijstaande toren van zes geledingen met ingesnoerde naaldspits. Ter vervanging van de oude dorpskerk verrees in 1892 de huidige neogotische kerk met gepleisterde vensteromlijstingen, waarbij inwendig de oude zuilen met koolbladkapitelen en de scheibogen in het schip bewaard bleven (15de eeuw). De 15de-eeuwse toren stortte in 1940 in en is uiteindelijk rond
Pijnacker, Herv. kerk (1940)
Pijnacker, Herv. kerk
1990 herbouwd. De kerk bevat een door H. Knipscheer gebouwd orgel (1830). Aan de kerk grenst de in 1829 aangelegde
Alg. begraafplaats ‘Koningshof’. De
pastorie (Koningshof 1; circa 1892) is een villa in chaletstijl. De omgrachte kerkring en begraafplaats zijn toegankelijk via smeedijzeren toegangshekken (tweede helft 19de eeuw).
De R.K. St.-Johannes de Doperkerk (Oostlaan 36) is een driebeukige basilicale kruiskerk voorzien van een halfronde apsis met dwerggalerij en een rijzige toren van twee geledingen met ingesnoerde spits. Deze neoromaanse kerk kwam in 1891-'92 tot stand naar ontwerp van A.C. Bleijs en verving een schuurkerk uit 1775. Het interieur van de in 1989-'91 gerestaureerde kerk wordt gedekt door een beschilderde ziende kap (schip) en kruisribgewelven. De inventaris stamt uit de bouwtijd. Verbonden met de kerk via de sacristie is de door Bleijs in vergelijkbare vormen ontworpen pastorie (Oostlaan 38; 1892). Verder zijn er een kosterij (Oostlaan 34; circa 1910) en een groot Lvormig parochiehuis (Oostlaan 38a; 1931). Vóór de kerk staat een Christus Koning-beeld (1946; W. Harzing). De R.K. begraafplaats (bij Meidoornlaan 3), aangelegd in 1826 bij de oude R.K. kerk, ligt recht tegenover de huidige kerk en bevat onder meer het graf van de bouwpastoor B.A. van 't Rood († 1901).
Het verenigingsgebouw van de Christelijke Jongens en Meisjes Vereniging (Kerkweg 24) werd rond 1928 gebouwd in expressionistische vormen.
Raadhuizen. Het gepleisterde tweelaags pand Oostlaan 14 was oorspronkelijk een rechthuis annex dorpsherberg en werd waarschijnlijk rond 1880 geheel verbouwd tot café-restaurant. Het huidige raadhuis Raadhuisplein 1-3 is een wit gepleisterd gebouw in traditionalistische vormen, gebouwd in 1951-'53.
Woonhuizen. Uit 1647 (gevelsteen) dateert het diepe huis Kerkweg 88, waarvan de topgevel met vlechtingen wordt bekroond door een boognis met toppilaster. De begane-grondvensters hebben geblokte ontlastingsbogen. Eind 18de eeuw is bij de R.K. schuurkerk uit 1775 de voorm. pastorie Oostlaan 25 gebouwd. Naast dit classicistische herenhuis staat nog een gietijzeren toegangshek met kruis en de tekst ‘DEO’. De met ingezwenkte lijstgevels uitgevoerde huizen Oostlaan 22-24 zijn rond 1800 gebouwd. In 1885 verrees het herenhuis Kerkweg 22, met omlijste ingangspartij en aangrenzend koetshuis. Opgetrokken in kalkzandsteen is het kort na de aanleg van het station (1908) gebouwde, forse tweelaags herenhuis Stationsstraat 79-81, met aangebouwd bedrijfsgedeelte. Uit dezelfde tijd dateren ook de chaletstijl-villa Vlielandseweg 4, de middenganghuizen Westlaan 38 in rijke neorenaissance-stijl en Kerkweg 36 (1913), en de huizen