Noordwijk-Binnen, (Herv.) Grote of Jeroenkerk (1984)
eenbeukige tufstenen kerk vergroot en kreeg de toren de met driepasboogfriezen uitgevoerde hogere geledingen. In de toren bevinden zich twee boven elkaar gelegen cachotten (gebruikt tot 1860) en twee klokken, de ene van Pieter Hemony (1677), de andere van Joannes Ouderogge (1690). De oorspronkelijke stenen torenspits heeft men in 1791 vervangen door een nieuwe spits, die bij een restauratie in 1926 de huidige balustrade heeft gekregen.
De huidige laat-gotische kerk kwam tot stand na een brand in 1449. Bij die vernieuwing raakte de oude toren ingebouwd. De zuidzijde van de kerk is rijker met natuurstenen blokken versierd dan de noordzijde; de steunberen aan de zuidzijde hebben smalle nissen met aan de onderzijde kraagsteentjes met gebeeldhouwde kopjes. De dakruiter op de viering dateert van 1764. De kerk is gerestaureerd in 1901-'04, onder leiding van H.J. Jesse, en opnieuw in 1970-'75, waarbij het zuidportaal weer is aangebracht en de raamtraceringen van de eerste restauratie versoberd zijn hersteld. Het interieur wordt gedekt door houten tongewelven (hersteld rond 1975). Tot de inventaris behoren een hardstenen doopvont met vier gebeeldhouwde koppen (begin 16de eeuw), een bijzonder avondmaalsgestoelte (1636), een preekstoel (circa 1650; gerestaureerd 1904), een herenbank (1751) met door Francis Maas vervaardigd snijwerk en een door H. Knipscheer gebouwd orgel (1840; gerestaureerd 2000). Verder bevat de kerk de rijk bewerkte laat-gotische grafzerken van Jan van der Boeckhorst († 1450) en Florys van der Boeckhorst († 1509) en hun echtgenotes, enkele spreukborden (1625 en 1638) en psalmborden (1682 en 1771), een epitaaf voor Johan van der Wijck († 1679) en een marmeren grafmonument voor de staatsman, historicus en dichter Jan van der Does of Janus Dousa († 1604), vervaardigd in 1792 door J. Luraghi en J. Knabiaan. Aan de zuidzijde van de toren is een 12de-eeuwse zandstenen sarcofaag opgesteld.
De R.K. St.-Jeroenkerk (Van Limburg Stirumstraat 26) is een driebeukige kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor en zijkapellen, een kleine vieringtoren en een terzijde geplaatste toren van vier geledingen met ingesnoerde naaldspits. Deze neogotische kerk kwam in fasen tot stand ter vervanging van een kerk uit 1835. In 1894 werd de koorpartij met transept verwezenlijkt naar ontwerp van N. Molenaar. De driezijdig gesloten transeptarmen zijn voorzien van ingangsportalen. Het schip en de toren heeft men pas in 1927-'29 naar een gewijzigd ontwerp van N. Molenaar jr. opgetrokken. De westgevel bevat in de top een door atelier Cuypers vervaardigd beeld van de patroonheilige onder een baldakijn.
Het interieur wordt gedekt door gepleisterde ster- en kruisgewelven (schip) en straalgewelven (koor, zijkapellen). De nagenoeg even hoge schipbeuken worden geleed door grote bundelpijlers op zwart natuurstenen basement. Tot de inventaris behoren een in 1892 door atelier G.B. Brom vervaardigd koperen reliekschrijn (St.-Jeroen) en neogotische altaren (circa 1895). De gebrandschilderde ramen zijn van E. Löhrer (1903-'05). De pastorie (Van Limburg Stirumstraat 24) is een tweelaags herenhuis uit 1926.
De (Geref.) Vinkenburglaankerk (Achterzeeweg 1) is een eenvoudige zaalkerk uit 1926, voorzien van een dakruiter met naaldspits.
De St.-Joris- of Voetboogdoelen (bij Offemweg 15-17), opgericht in 1477, bestaat uit een schietbaan met een hoge houten mast - met daarop als doel een houten gaai - en twee (gewijzigde) 19de-eeuwse woningen.
De voorm. Franse jongenskostschool (Voorstraat 23-25), gesticht in 1633, werd in 1772 gehuisvest in deze van oorsprong 16de-eeuwse panden (samengevoegd 1642). Rond 1817 verhuisde de kostschool naar elders en kreeg het gebouw de huidige neoclassicistische voorgevel met omlijste ingang.
De voorm.
R.K. jongensschool, nu Herv. centrum ‘Sartorius’ (Voorstraat 55a) (naar stichter van de Latijnse school), werd in 1885 in neorenaissancestijl gebouwd in opdracht van R.K. parochie, in 1882 eigenaar geworden van
Noordwijk-Binnen, R.K. jongensschool