van dagen ‘L. & N. Smit's Stichting’ (Lekdijk 354), gebouwd in 1885 in opdracht van ambachtsheer L. Smit en zijn echtgenote, is een imposant onderkelderd tweelaags dijkhuis in eclectische stijl met midden- en hoekrisalieten voorzien van gepleisterde en geblokte lisenen. De zijrisalieten hebben opzetstukken met acroteriën. Het gebouw is in 1960 in gebruik genomen als raadhuis en sinds de renovatie in 1996 dient het als kantoor.
Boerderijen. De 17de-eeuwse hallenhuisboerderij Lekdijk 63 is een goed voorbeeld van een binnendijks aan de dijkvoet gelegen boerderij. De voorgevel heeft een geblokte ontlastingsboog en muurankers. Tegen de dijk aangebouwd is de gepleisterde, in de kern 17de-eeuwse, boerderij Lekdijk 123-125; benedendijks aangebouwd is een jongere stal. De evenwijdig aan de dijk geplaatste dwarsdeelboerderij Lekdijk 22-23 dateert uit 1789. Voorbeelden van laat-19de-eeuwse langhuisboerderijen zijn Bongers Wens (Lekdijk 9) en Lekdijk 40 en 81. De boerderij Lekdijk 236 valt op door haar schoudergevel met pinakels met pirons (circa 1900). Uit circa 1920 dateert de langhuisboerderij Hier in den Tijd - Nooit Volmaakt (Lekdijk 79). Voorbeelden van laat-19de-eeuwse boerderijen met een tegen de dijk aangebouwd dwars voorhuis zijn Lekdijk 11, 20 en 62.
Woonhuizen. Karakteristiek voor het dorp zijn de dwarse dijkhuizen, zoals Lekdijk 332-334 (1888), gebouwd in opdracht van P.G. Heijnis, en Lekdijk 230 (circa 1890). Beide zijn uitgevoerd in eclectische vormen en hebben gepleisterde pilasters. Vergelijkbare kenmerken als een balkon en een hoger opgetrokken middenrisaliet heeft het grote herenhuis Lekdijk 173 (1899), dat nu dient als café. Eenvoudiger van vormgeving zijn Lekdijk 149-151 (circa 1870) en Lekdijk 131 (1889). Lekdijk 461-462 is een voorbeeld van een binnendijks gelegen dubbele arbeiderswoning (circa 1900).
De watertoren (Lekdijk 82) is een zeszijdige betonnen toren met rond holbodemreservoir, gebouwd in 1915 naar ontwerp van J. Smit en constructeur A. Visser.
De Oude Alg. begraafplaats (Lekdijk 100), buitendijks aangelegd in 1843, heeft uit die tijd een gietijzeren hek met doodssymbolen en een houten drenkelingenhuisje met late empiredetails. Opvallend zijn de grafkelders van de familie Smit, waaronder die van ambachtsheer en scheepsbouwer Fop Smit († 1866), de zerk van L. Smit († 1893) en de grafkelder met neoclassicistisch poortje van L.J. Smit († 1926).
Windmolens. Van de vroegere drie molens resteren twee met riet gedekte achtkante grondzeilers, te weten de Hoge Molen (Boezemkade 2) uit circa 1740, waarvan het scheprad in 1961 is vervangen door een vijzel, en de Kleine of Lage Molen (Boezemkade 3) uit 1761. Verder oostwaarts bevindt zich de ronde stenen romp van de vermoedelijk 18de-eeuwse korenmolen Lekdijk 415a.
Gemaal en sluis. Van de hoge boezem van de polder Nieuw-Lekkerland rest het voorm. stoomgemaal ‘Heijnis’ (Boezemkade 1), een eenvoudig gebouw uit 1882 (in gebruik tot 1981). Van de bijbehorende spuisluis (bij Molenstraat 238) heeft men de gebeeldhouwde wapenstenen en een sluitsteen met het jaartal ‘1765’ na de dijkverhoging (1985) opgenomen in een nieuw gemetselde muur.