Krimpen aan den IJssel
Dijkdorp aan de Hollandse IJssel, ontstaan in de middeleeuwen en voor het eerst vermeld in 1277. Pas in 1861 werd Krimpen een zelfstandige gemeente. In 1865 verrees een eigen kerk; voordien kerkte men in Ouderkerk. Bij het veer naar Capelle vormde zich een bescheiden dorpskern. De aan de westzijde buitendijks gelegen Stormpolder ontwikkelde zich vanaf de 19de eeuw tot een industrie-eiland met scheepswerven. Het oude raadhuis (1903) is in 1967 afgebroken. Met de bouw van de stormvloedkering (1954-'58) ontstond een vaste oeververbinding (Algerabrug), waarna Krimpen zich heeft ontwikkeld tot forensenstad van Rotterdam. Het dorp is aan de noordoostzijde fors uitgebreid.
De Herv. kerk (IJsseldijk 232) is een zaalkerk met noordportaal en een geveltoren met opengewerkte achtzijdige koepel. Deze kerk met eclectische elementen werd in 1865-'66 gebouwd door aannemer C. in 't Veld. In 1989 zijn bij het koor een vergaderzaal en consistorie aangebouwd. Het orgel is gebouwd door J. Proper (1891).
De grote pastorie (IJsseldijk 234; 1866) heeft de vorm van een eclectische villa met gepleisterde risalieten, hoeklisenen en wenkbrauwen.
De Oud Geref. kerk (Nachtegaalstraat 3) is een achthoekige kapel met tentdak, gebouwd in 1962 naar plannen van J. van Harmelen.
De voorm. openbare lagere school (Oosterstraat 35-39) werd in 1931-'32 gebouwd met expressionistische details.
Krimpen aan den IJssel, Herv. kerk (1993)
Boerderijen. De oudste boerderijen van Krimpen hebben een driebeukige opzet met een kelder en opkamer aan de noordzijde en een draagconstructie met ankerbalkgebinten. Voorbeelden hiervan zijn de 18de-eeuwse boerderijen
IJsseldijk 134 (met ruitvormige metseltekens) en
IJsseldijk 188. De gerestaureerde 18de-eeuwse langhuisboerderij
Crimpenerhof (IJsseldijk 312-314), tegenwoordig oudheidkamer, bestaat uit een onderkelderd woongedeelte en een in de 19de eeuw vernieuwde schuur, waar
Krimpen aan den IJssel, Johanna Mariahoeve
de oude constructie is vervangen door een langsgebintconstructie op standvinken. Op het erf staan een bakstenen schuur en een hooiberg met roeden. Enkele boerderijen hebben een iets hoger aan de dijk gelegen dwars woonhuis met ingangsomlijsting, zoals de boerderijen
Het Ronduit (IJsseldijk 222; 1830),
Johanna Maria-hoeve (IJsseldijk 218; circa 1860) en
IJsseldijk 220 (circa 1860). De boerderij
IJsseldijk 296-298 (circa 1870) heeft een voorhuis op de dijk en een benedendijks achterhuis. Het woonhuis van
IJsseldijk 271-273 (circa 1870) heeft vóór een brede lijstgevel en achter twee ingezwenkte topgevels. Voorbeeld van een laat-19de-eeuwse langhuisboerderij is
IJsseldijk 236, voorzien van twee dubbel-gekoppelde rondboogserliana's. Wit gepleisterd zijn de langhuisboerderijen
Nooitgedacht,
Welgelegen en
Mijn Genoegen (IJsseldijk 268-272; 1901-'03), en sierspanten hebben de boerderij
Vrede is Rijkdom (IJsseldijk 198-200; circa 1910) en
De Koningshoeve (IJsseldijk 184; 1914).
Woonhuizen. Opmerkelijk is het relatief grote aantal villa-achtige panden in Krimpen. Neoclassicistische vormen vertonen IJsseldijk 119 (circa 1860) en 273 (deuromlijsting). Een vergelijkbare opzet, maar dan met eclectische elementen, hebben de gepleisterde huizen IJsseldijk 276 (circa 1880) en 346