| |
Gorinchem
Stad, ook Gorcum genoemd, ontstaan nabij de plaats waar de Linge in de Merwede uitkomt. Ten westen van de tot haven vergraven Lingemonding lag een tot dijk verhoogde oeverwal, waarop de eerste bebouwing verrees (Langendijk en Kortendijk). Gorinchem kreeg in 1224 vrijheid van tol. In het onbedijkte gebied aan de oostzijde stichtte de heer van Arkel in 1267 een fors kasteel (Burgstraat). Daarmee werd de bouw van een binnendijkse ‘bastide’-stad gestimuleerd. De westelijke begrenzing hiervan werd gevormd door de Boerenstraat-Haarstraat. De centraal gelegen Gasthuisstraat-Hoogstraat sloot aan op de belangrijkste Lingebrug en de Burgstraat. Aan deze omwalde nederzetting, ook wel benedenstad genoemd, verleende Otto van Arkel in 1382 enkele stedelijke rechten. In de 14de eeuw werd de stad naar het oosten uitgebreid (Kalkhaven-Keizerstraat) - ook wel de bovenstad genoemd - en begon men met de ommuring van het geheel. Na de Arkelse oorlog (1401-'12) kwam Gorinchem onder direct Hollands bestuur, werd het kasteel gesloopt en kwam er een tol op de Merwede (1425). Ter vervanging van het oude kasteel verrees in 1461-'65 aan de zuidwestzijde (Krabsteeg) het nooit geheel afgebouwde kasteel ‘De Blauwe Toren’, dat deel uitmaakte van de middeleeuwse ommuring.
De stad werd in 1572 door de Geuzen ingenomen. De in 1574 tot Kalkhaven vergraven oostelijke gracht vormde de kern van een oostelijke uitbreiding. Rond de stad kwam in 1578-1608 in twee fasen een vrijwel cirkelvormige gebastioneerde omwalling met vier stadspoorten tot stand, waarvoor ‘De Blauwe Toren’ het veld moest ruimen. Van 1412 tot 1795 behoorde Gorinchem tot de twaalf stemhebbende Hollandse steden en was de stad belangrijk voor de Oude Hollandse Waterlinie. In de winter van 1813-'14 leed de door Franse troepen bezet gehouden stad veel schade door een Pruisisch-Russisch bombardement. Ook in de Nieuwe Hollandse Waterlinie speelde Gorinchem een rol.
De stedelijke economie kreeg een impuls door de aanleg van het Zederikkanaal (1824-'25), later veranderd in het Merwedekanaal (1885-'93). De kalkhaven werd in 1870 gedempt. Ten noorden van de stad verrezen aan weerszijden van de Linge fabrieksgebouwen van het staalconstructiebedrijf De Vries Robbé & Co. (vanaf 1881). Aan de westzijde kreeg Gorinchem een station aan de spoorlijn
| |
| |
Gorinchem, Binnenstad vanuit het zuidwesten
Dordrecht-Geldermalsen (1882-'85). De eerste uitbreidingen buiten de vesting bouwde men op de landtong tussen Merwedekanaal en Linge (Lingewijk). Na de Tweede Wereldoorlog werd dit gevolgd door forse uitbreidingen aan de westzijde van het Merwedekanaal (Haarwijk, Gildenwijk). In 1961 kwam de verkeersbrug over de Merwede gereed. Na de opheffing van de vestingstatus in 1959 is de stad ook aan de oostzijde uitgebreid (Wijdschild, Laag-Dalem). De binnenstad van Gorinchem is een beschermd stadsgezicht.
De Herv. kerk (Groenmarkt 7) [1], oorspronkelijk gewijd aan St. Maarten, is een driebeukige basilicale kerk, die via een tussenlid is verbonden met een forse toren van drie geledingen met haakse steunberen, traptoren, achtkante lantaarnaanzet en een ingesnoerde spits. De tussen 1450 en 1517 opgetrokken toren helde al zuidwaarts bij de bouw en werd vanwege correcties uiteindelijk in een ‘boog’ voltooid. De gotische toren heeft bij de onderbouw ingemetselde kruisen van geglazuurde stenen en is verder voorzien van rijke natuursteendecoraties in Ledesteen (onder) en zandsteen (boven). De bovenste hoekpijlertjes en het ijzeren balustradehek dateren uit 1594. Verder is er een zonnewijzer uit 1785. De in 1941-'50 gerestaureerde toren bevat klokken van Steven Butendiic en Jan van Vorscoten (1481), Henrick van Trier (1581) en Alardus Meurs (1625), alsmede een carillon van Petit & Fritsen (1965).
De bijbehorende middeleeuwse kruiskerk - waarvan de omtrek in het plaveisel zichtbaar zijn gemaakt - werd in 1844 gesloopt om plaats te maken voor de huidige kerk (1849-'51), een eclectisch ontwerp van I. Warnsinck en A.N. Godefroy. De monumentale oostgevel met ingangsportaal is uitgevoerd in rode en gele baksteen.
Het interieur wordt gedekt door een spiegelgewelf met gestucte vakken (schip) en kruisgewelven (zijbeuken). De kerk bevat de restanten van het vroeg-14de-eeuwse gotische kalkstenen grafmonument met liggende beelden van Jan III van Arkel († 1324) en echtgenote Mabelia van Voorne († 1313), gerestaureerd en heropgesteld in 1916. Tot de inventaris behoren verder enkele 17de-eeuwse grafzerken. Preekstoel, dooptuin en bankenplan dateren uit 1851. In het door C.G.F. Witte gebouwde orgel (1851-'53) is pijpwerk uit het oude orgel (1761, J.H.H. Bätz) verwerkt.
De voorm. Heilige Geestkapel (Arkelstraat 28) [2] is een overblijfsel van het in de 13de eeuw gestichte H. Geestgasthuis. Deze middeleeuwse zaalkerk
| |
| |
Gorinchem
1 | Herv. kerk (zie p. 174) |
2 | Heilige Geestkapel (p. 174) |
3 | Herst. Evang. Luth. kerk (p. 175) |
4 | R.K. kerk H.H. Martelaren van Gorcum en O.L. Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (p. 176) |
5 | Franciscanessenklooster (p. 176) |
6 | (Geref.) Rehobothkerk (p. 176) |
7 | Burgerkinderenweeshuis (p. 176) |
8 | Diaconie-Armhuis (p. 177) |
9 | Oudevrouwenhuis (p. 177) |
10 | Ziekengasthuis (p. 177) |
11 | R.K. Arm- en Weeshuis (p. 177) |
12 | Dalempoort (p. 177) |
13 | Lingewacht (p. 178) |
14 | Wachthuis (p. 178) |
15 | Doelen (p. 178) |
16 | Tolhuis (p. 178) |
17 | Arsenaal (p. 178) |
18 | Hoofdwacht (p. 178) |
19 | Korenbeurs (p. 178) |
20 | Stadhuis (p. 178) |
21 | Postkantoor (p. 178) |
22 | Tussen- en Burgerschool voor Meisjes (p. 178) |
23 | Gymnasium (p. 178) |
24 | openbare lagere school Westerstraat 3 (p. 178) |
25 | Chr. lagere school (p. 178) |
26 | U.L.O.-school (p. 179) |
27 | woonhuis 't Coemt al van God (p. 179) |
28 | woonhuis Dit is in Bethlehem (p. 179) |
29 | vrijmetselaarsloge Orde en Vlijt (p. 182) |
30 | Groote Sociëteit (p. 182) |
31 | hotel-restaurant-café Metropole (p. 182) |
32 | Spaarbank (p. 182) |
33 | Hollandsch-Geldersche Hypotheekbank (p. 182) |
34 | kantoorgebouw Groenmarkt 16 (p. 182) |
35 | Handels- en Landbouwbank (p. 182) |
36 | windmolen Nooit Volmaakt (p. 182) |
37 | windmolen De Hoop (p. 182) |
38 | ontvangstgebouw De Rotonde van De Vries Robbé & Co. (p. 183) |
39 | Watertoren (p. 183) |
40 | pompgebouw Gemeentelijk Energie Bedrijf (p. 183) |
41 | Badhuis (p. 183) |
42 | Brandweerkazerne (p. 183) |
43 | Brugwachterswoning (p. 183) |
heeft een slanke geveltoren (circa 1500) met ingesnoerde naaldspits. Na gedeeltelijke sloop en herbouw in 1836-'37 diende de kapel onder meer als vleeshal en na 1888 als Chr. Geref. kerk (nu Vrije Evangelische gemeente ‘De Ark’). Een ingrijpende restauratie is uitgevoerd in 1912 (H.H. van Zeggeren).
Het voorm. Agnietenklooster (bij Boerenstraat 11) werd in 1401 als zusterhuis aan de Boerenstraat gesticht, in 1407 tot aan de Groenmarkt uitgebreid en voorzien van een kapel en in 1584 grotendeels gesloopt. Van de in 1652 tot woonhuis verbouwde kapel bevinden zich vermoedelijk nog resten in het pand Boerenstraat 11 (voorgevel 1878). Achter het woonhuis Groenmarkt 3 resteert een topgevel met blindnissen (tweede helft 16de eeuw).
De Herst. Evang. Luth. kerk (Langendijk 72) [3] is bereikbaar via een gepleisterd poortje in het pand Langendijk 70-74. Daar werd vermoedelijk in 1633 de R.K. schuilkerk ‘Dit is in Abrahams Schoot’ gesticht. In 1699 bouwde men een zaalkerk, die na 1723 werd
| |
| |
Gorinchem, Herv. kerk, plattegrond
overgenomen door de oud-katholieken en in 1815 door de lutheranen. Bij een verbouwing in 1816 werd het voorhuis gesloopt. In 1842 vond een grote renovatie van het interieur plaats, uit welke tijd vermoedelijk ook het gepleisterde bouwdeel aan de voorzijde dateert (het bovengelegen woonhuis stamt uit 1899). Restauraties zijn uitgevoerd in 1951 en 1988.
Gorinchem, Herv. kerk (1997)
De kerk bevat een door Kam & Van der Meulen gebouwd orgel (1860).
De voorm. R.K. kerk H.H. Martelaren van Gorcum en O.L. Vrouwe Onbevlekt Ontvangen (Haarstraat 23) [4] is een driebeukige hallenkerk met ionisch ingangsportaal, middenrisaliet met fronton en een houten geveltoren. Deze neoclassicistische kerk kwam in 1836-'38 naar plannen van J. van Nunen tot stand op het terrein van de schuilkerk ‘Het Clooster’. In 1984-'85 is het gebouw verbouwd tot appartementen.
Het voorm. franciscanessenklooster (Heerenlaantje 30) [5] is een blokvormig drielaags pand uit 1851 met neoclassicistische deuromlijsting en een kapelvormige uitbouw met dakruiter.
De voorm. (Geref.) Rehobothkerk (Driekoningenstraat 2) [6], een driebeukige kerk waarnaast een toren met naaldspits staat, verrees in 1909 naar een ontwerp met rationalistische elementen van Tj. Kuipers. De kerk kwam in 1989 aan de Christengemeente (verbouwd circa 1997). Het gebouw is te bereiken via een smeedijzeren hek in jugendstil-vormen (bij Gasthuisstraat 36).
Overige kerken. Van na de oorlog dateren de van een slanke toren voorziene traditionalistische (Geref.) Johanneskerk (Nieuwe Hoven 143; 1959, D. Egberts), het blokvormige zaalgebouw van de Herv. kerk (Scheywijck 1; circa 1963, H. Klarenbeek.) met piramidedak en een monumentaal uitgebouwde trap, en de moderne R.K. St.-Martinuskerk (Wijnkoperstraat ong.; 1966-'67, J.B. Lürsen en A. van Haaren). In de opengewerkte klokkentoren van de laatstgenoemde hangt een carillon, waarvan 19 klokken zijn gegoten door Melchior de Haze (1678) en afkomstig zijn van het oude stadhuis.
Van het voorm. St.-Elisabethgasthuis (bij Gasthuisstraat 47), gesticht rond 1300 en tot 1598 als zodanig in gebruik, resteren twee poortjes. Het ene is een hardstenen korfboogpoortje (bij Achter de Kerk 4) uit de tweede helft van de 16de eeuw; het jaartal ‘1391’ is een foute interpretatie van het jaartal ‘1561’. Aan de Gasthuisstraat staat het andere, midden-16de-eeuwse, poortje met een gebeeldhouwde kop als sluitsteen. In de aangrenzende huizen Gasthuisstraat 47-47a en 49 - met gepleisterde lijstgevels uit circa 1800 - zijn middeleeuws muurwerk met bogen en een vroeg-15de-eeuwse kap behouden gebleven.
Het Burgerkinderenweeshuis
| |
| |
Gorinchem, Ziekengasthuis (1991)
(Molenstraat 15) [7] ontstond in 1556 toen Matthijs Aalbers en Marytje Kolff hun woonhuis nalieten om tot weeshuis in te richten. In 1558 werd een buurhuis toegevoegd en in 1743 verrees de huidige gevel met pronkrisaliet in Lodewijk XIV-stijl. Boven de ingang zit een gevelsteen met een voorstelling van Christus met de weesvader, -moeder en -kinderen (16de eeuw) en de stichterswapens (aangebracht 1743). Bij een ingrijpende restauratie in 1966-'68 (J. Kruger) is de voorgevel ontpleisterd. Sinds 1984 is het een gezinsvervangend tehuis (Huize Matthijs-Marijke). In het interieur zijn de oude 16de-eeuwse kapconstructies en balklagen met consoles (1556) bewaard gebleven en een regentenkamer met 17de-eeuwse inrichting. Verder zijn er drie gebrandschilderde ramen met afbeeldingen van de ontsnapping van Hugo de Groot in een boekenkist (1627), afkomstig uit het voorm. huis Daetselaar aan de Gasthuisstraat.
Het voorm. Diaconie-Armhuis (Westwagenstraat 12-14) [8] is een drielaags pand met brede gepleisterde lijstgevel. In 1752 werden twee huizen aangekocht en tot armenhuis ingericht. In 1826 ontstond een gemeenschappelijke voorgevel, die vermoedelijk bij een verbouwing in 1898 werd gepleisterd. In 1984 heeft men op de begane grond winkels ingericht.
Het voorm. oudevrouwenhuis (Groenmarkt 8) [9] is een herenhuis met lijstgevel en omlijste ingangspartij in Lodewijk XIV-stijl, dat in 1865 werd ingericht als oudevrouwenhuis. Het in 1978 ingrijpend verbouwde pand heeft een 17de-eeuwse gedeelte met samengestelde balklaag, waar later de regentenkamer met schouw en goudleerbehang is ingericht. Verder is er een gang met stucwerk in Lodewijk XV-vormen.
Het voorm. ziekengasthuis (Haarstraat 39) [10] werd in 1867 gebouwd naar plannen van C.J. Loeven, die zich liet inspireren door het Rotterdamse Coolsingelziekenhuis van W.N. Rose. De wit gepleisterde eclectische gevel met risalieten is voorzien van pilasters, gekoppelde rondboogvensters en een rondboogfries. Na de sluiting van het ziekenhuis (1960) diende het gebouw als verpleegtehuis. Bij de verbouwing tot een verzorgingscomplex in 1981 heeft men alleen de voorgevel behouden.
Het voorm. R.K. Arm- en Weeshuis (Molenstraat 40) [11], vroeger ‘Huize St. Clara’ en nu ‘Groothuis’ genoemd, is een groot wit gepleisterd eclectisch pand met pilastergeleding. Met financiële hulp van H.M. van Kessel en zijn zuster kwam het gebouw in 1867-'69 tot stand naar ontwerp van gemeentearchitect C.J. Loeven. Na de sluiting (1966) is het gebouw in 1991-'92 opgedeeld in appartementen.
Vestingwerken. De middeleeuwse verdedigingswerken zijn verdwenen bij de aanleg tussen 1578 en 1608 van een door Adriaen Anthonisz van Alkmaar ontworpen vestinggordel met elf bastions (Oud-Hollandse stelsel) en een ravelijn op de plaats waar de Linge de stad binnenkomt. Bij de verbouwing volgens het Nieuw-Hollandse stelsel (begin 18de eeuw) werden aan de oostzijde drie ravelijnen en een enveloppe toegevoegd. De vesting maakte deel uit van de Oude Hollandse Waterlinie en na 1815 ook van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Voor de aanleg van het Merwedekanaal (1885-'93) moest aan de westzijde één bastion wijken. In 1926 verloren het westelijke en noordelijke deel van de vesting de militaire functie. Pas in 1959 is de status van vestingstad opgeheven.
Vooral aan de oostzijde zijn de bastions en ravelijnen goed bewaard gebleven. In de omgrachting liggen twee stenen beren. Bij de Bagijnenwal zorgt een beer met twee monniken (vernieuwd 1772) voor de waterscheiding tussen de Linge en de westelijke stadsgracht. Aan de zuidzijde (De Punt) ligt een stenen beer uit 1889. Door de aanleg van een dam met coupure (Dalemsedijk) in 1815, raakte de Dalempoort (Dalemwal 25) [12] buiten gebruik. Deze in 1598-'97 gebouwde poort bestaat uit een gewelfde doorgang met daarboven een met speklagen en sierankers versierd wachthuis met ingesnoerd schilddak en dakruiter (vernieuwd). Het jaartal 1770 op een sluitsteen van de rondboogpoort verwijst naar een vergroting van de poortdoorgang aan beide zijden in dat jaar. De gevel aan de rivierzijde wordt geleed door gebosseerde pilasters. De poort kan bij hoogwater met houten deuren worden afgesloten.
Gorinchem, Dalempoort (1989)
| |
| |
Van de drie andere poorten werd de waterpoort (1642), die door de aanleg van de Voorhaven overbodig was geworden, in 1893 gesloopt (herbouwd in tuin Rijksmuseum) en vervangen door een coupure. De Kanselpoort en de Arkelpoort werden respectievelijk gesloopt in 1818 en 1857 en later eveneens vervangen door coupures (circa 1890). Bij de Vijfde Uitgang staat de Lingewacht (Blauwe Torenstraat 3) [13], aanvankelijk een magazijn voor dijkonderhoud (1603) en vanaf 1704 in gebruik als wachthuis (tot 1967). Dit dwarse pand met twee kleine poorten is later aan de westzijde verbouwd. Bij de coupure van de Kanselpoort staat een in 1835 gebouwd wachthuis (Wolpherenwal 1-3) [14] met een arcade aan de stadszijde. Ter verdediging van de Grote Merwedesluis werd rond 1890 in het meest westelijke bastion een caponnière gebouwd met droge gracht en opneembare brug (Kanselpoortweg ong.).
De voorm. doelen (Molenstraat 30) [15], gebouwd in 1589 als gezamenlijk onderkomen van de St.-Joris- en de St.-Christoffelschutters (voetboog- en handbusschutters), is een tweebeukig dwars pand met zijtrapgevels. Bij de bouw is natuursteen van de gesloopte Oude Kanselpoort hergebruikt als speklagen. In 1702 werd het buurhuis (eveneens uit 1589) toegevoegd. Bij het bombardement van 1814 raakte de achtzijdige traptoren aan de achterzijde beschadigd. Deze heeft men later vervangen door een
Gorinchem, Doelen (1970)
aanbouw, maar hij is weer gereconstrueerd bij de ingrijpende restauratie in 1963-'67 (C. Wegener Sleeswijk). Toen zijn ook de gevels ontpleisterd. Van 1865 tot 1961 diende het gebouw als hotel en nu wordt het gebruikt door het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Binnen bevinden zich een laat-16de-eeuwse kapconstructie en een 16de-eeuwse] schouw.
Het voorm. tolhuis van de tol op de Merwede (Molenstraat 109) [16] is een in oorsprong L-vormig gebouw met een traptoren aan de buitenkant van de korte vleugel. Het huidige gebouw met sierankers kwam in 1598 tot stand en verving een in 1425 gesticht tolhuis, dat in 1568 en in 1584 was afgebrand. Bij de bouw heeft men voor de speklagen (Gobertangesteen) mogelijk gebruik gemaakt van sloopmateriaal van het in die tijd gesloopte kasteel. Het tolhuis werd in de 17de eeuw aan de oostzijde uitgebreid. In 1795 verviel de oorspronkelijke functie en na 1814 heeft het gebouw veel verschillende bestemmingen gehad, onder meer als kazerne en als bureau van de stellingcommandant van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Sinds de restauratie in 1985-'87 (W. Kramer) is er het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfherenlanden gevestigd. Binnen zijn de originele kapconstructie en het houtskelet met rijk gesneden maniëristische consoles behouden gebleven.
Het arsenaal (Boerenstraat 44-64) [17] werd in 1755 gebouwd naar ontwerp van Jan Philip Prevost. Dit grote carrévormige gebouw met binnenplaats heeft sobere gevels met getoogde poorten; de gevels hebben verder pilasters bij de hoeken en de middenrisalieten. In 1995 is het gebouw gerestaureerd en opgedeeld in woningen.
De voorm. hoofdwacht (Grote Markt 6) [18] is een rijzig tweelaags pand met attiekverdieping, aan de voorzijde voorzien van een middenrisaliet met fronton en beneden een open arcade met gebosseerde hardstenen bekleding. Dit gebouw met Lodewijk XVI-details kwam tot stand in 1792, waarschijnlijk naar ontwerp van Johan van Westenhout.
Overige militaire gebouwen. In 1838 bouwde men aan de Tolsteeg een affuitenloods en aan de noordoostzijde van de stad een groot kruitmagazijn (1837-'38). Kleinere kruitmagazijnen verrezen in 1880 (Pelwal, Dalemwal). Aan de Dalemwal verrees in 1864 een laboratorium gebouwd met stook-, kook- en werkplaatsen.
De voorm. korenbeurs (Korenbeurs 2-6, 3-5) [19] bestond oorspronkelijk uit een gepleisterd neoclassicistisch hoofdgebouw uit 1853 aan de Havendijk met twee haakse eenlaags vleugels in dezelfde stijl. Sinds de sloop van het hoofdgebouw (1926) resteren de zijvleugels.
Het stadhuis (Grote Markt 17) [20] verrees in 1859-'60 in zijn huidige vorm op de funderingen van het oude raadhuis (1437; uitgebreid 1591-'93). A.W. van Dam ontwierp een drielaags gepleisterd pand in neoclassicistische stijl met vooren achter een middenrisaliet met fronton en met kolossale dorische pilasters boven een rusticaplint. In het gebouw waren ook de arrondissementsrechtbank, het kantongerecht, een dienstwoning, de waag en een politiekantoor met cachot ondergebracht. Sinds de inwendige renovatie van 1994-'95 heeft het stadhuis nu deels de functie van museum en V.V.V.-kantoor.
Het voorm. postkantoor (Groenmarkt 12) [21] is een rijzig kantoor met directeurswoning uit 1866, bij uitbreiding in 1883 gesierd met gele bakstenen banden en geblokte vensterbogen.
Scholen. De voorm. Tussen- en Burgerschool voor Meisjes (Zustersteeg 4-6) [22] werd rond 1880 gebouwd in eenvoudige neoclassicistische stijl. In dezelfde stijl met gebosseerde natuurstenen pilasters verrees in 1883 het Gymnasium (Zusterstraat 11-13) [23]. De uit 1893 daterende openbare lagere school Westerstraat 3 [24] heeft een grote achteraanbouw uit circa 1930. De voorm. Chr. lagere school (Kalkhaven 25) [25] kwam in 1911 tot stand met één lokaal naar een neorenaissance-ontwerp van J. de Bie; een dwarskap met sierspant accentueert de ingang. Zakelijk-expressionistisch van vorm is de zesklassige openbare lagere school no. 4 (H. de Ruyterstraat 34). Ernaast staat de Gymnastiekschool (H. de Ruyterstraat 32) met paraboolvormig getoogde ingang. Beide zijn in 1931 gebouwd naar ontwerp van G.J. Geijtenbeek. Hij ontwierp ook de
| |
| |
Gorinchem, Hoofdwacht
voorm. U.L.O.-school (Zusterstraat 29-31; 1938-'39) [26] met ronde traptoren en stalen ramen aan de kant van de Boerenstraat (nu centrum voor ‘Cultuur en Muziek’).
Woonhuizen. De bebouwing van Gorinchem kenmerkt zich door (veelal niet onderkelderde) diepe huizen, die vaak later zijn verhoogd. Soms zijn twee of drie buurpanden samengevoegd achter een nieuwe gevel en vaak gaan oude kappen, balklagen of houtskeletten schuil achter jongere gevels. Zo heeft het huis In de Gulde Capel (Gasthuisstraat 36) een houtskelet met een verdieping (circa 1525) die bij de zijgevel overkraagt op doorstekende balken met consoles. Het drielaagse hoekhuis 't Coemt al van God (Burgstraat 30) [27] heeft een rijk versierde trapgevel in vroege renaissance-stijl. De derde bouwlaag is voorzien van ionische pilasters met cartouches op de schachten en daartussen een ionische herme. De vensters hebben frontons met gebeeldhouwde kopjes en in de geveltop zijn medaillons met portretkoppen te zien. De cartouches met de huisnaam en het jaartal ‘1563’ zijn uitgevoerd in vroeg-maniëristische stijl. Inwendig heeft het pand een volledig houtskelet en kapconstructie uit die tijd. Bij een ingrijpende restauratie in 1937-'41, onder leiding van B. van Bilderbeek, heeft men de kruisvensters op de verdieping gereconstrueerd, een nieuwe pui aangebracht en veel van het beeldhouwwerk vervangen door kopieën in kunststeen. Het pand is nader gerestaureerd in 1995. Vergelijkbaar van opbouw is het
Gorinchem, Stadhuis en Wilhelminafontein (1991)
hoekpand Dit is in Bethlehem (Gasthuisstraat 25) [28] uit 1566, dat is voorzien van een vroeg-maniëristische band- en rolwerkgevel met bekronend fronton. Het kruisvenster in de top wordt geflankeerd door hermen. Daaronder is een zelfde motief toegepast met twee vensters tussen drie hermen, die weer rusten op de bogen van de vensters daaronder. Hoekblokken, cartouches en
Gorinchem, U.L.O.-school
een versierde puibalk met tekst en een gevelsteen met de huisnaam completeren deze rijke gevel. Binnen zijn de kapconstructie, het houtskelet, een insteekverdieping en een originele spiltrap behouden. Bij een ingrijpende restauratie in 1910 (A. Mulder) heeft men een nieuwe pui aangebracht en bij een restauratie in 1984-'85 is het meeste beeldhouwwerk vernieuwd.
17de- en 18de-eeuwse huizen
Maniëristische geveldelen uit circa 1610 met geprofileerde vensterbogen op
Gorinchem, Woonhuis 't Coemt al van God
| |
| |
kleine colonnetten met kraagstenen zijn zichtbaar bij de huizen Hoogstraat 7 en Gasthuisstraat 30 (deur 1844). De gevels van Kruisstraat 19 (1613) en Dalemstraat 52 (circa 1615) hebben ook geprofileerde vensterbogen. Het uit circa 1610 daterende maniëristische Hugo de Grootpoortje (bij Grote Markt 23), met gecanneleerde ionische pilasters, is de achteruitgang van het huis van de zwager van Hugo de Groot, Adriaan van Daetselaer. Het diepe huis Tolsteeg 3 heeft een in- en uitgezwenkte topgevel (1607; gerestaureerd 1962). Van maniëristische trapgevels voorzien zijn Groenmarkt 11 (circa 1630) en - in simpeler uitvoering - Westwagenstraat 77 (circa 1640) en Langendijk 47 (circa 1650). Bij Burgstraat 13 en 31 zijn de trapgevels later vervangen door een kroonlijst en bij Robberstraat 8 (1615) en Kalkhaven 70 (1645) door 18de-eeuwse klokgevels. De rond 1660 opgetrokken gevel van Westwagenstraat 28 heeft gekoppelde ionische pilasters bij de verdieping en in de (afgeknotte) verhoogde halsgevel. Het later gepleisterde dwarse huis Vismarkt 10 is voorzien van kolossale ionische pilasters (derde kwart 17de eeuw). Aan diverse later vernieuwde gevels is de achterliggende oudere (17de-eeuwse) kern nog goed herkenbaar, zoals bij Kerksteeg 8 (1603), Dalemstraat
Gorinchem, Woonhuizen Kriekenmarkt 21-25 (1992)
56, Burgstraat 33, Haarstraat 21 en het huis In de Granaet Appel (Grote Markt 11; 1671).
Gorinchem heeft relatief weinig 18de-eeuwse gevels in de op de Franse architectuur gebaseerde Lodewijk-stijlen. Een pronkrisaliet in Lodewijk XIV-stijl bezit het uit 1727 daterende herenhuis De Rijzende Zon (Gasthuisstraat 53; moderne pui). Bij Haarstraat 27 zijn in 1738 twee oudere panden verenigd achter een nieuwe lijstgevel met Lodewijk XIV-consoles. Ook Westwagenstraat 79 heeft een hardstenen plint en een kroonlijst met consoles in Lodewijk XIV-stijl. Het patriciërshuis Appeldijk 21 (circa 1760) toont een vergelijkbare gevel met Lodewijk XV-consoles. Tot het interieur behoren stucwerkplafonds in die stijl. Voorzien van een pronkrisaliet in Lodewijk XV-stijl is het herenhuis Appeldijk 3-5 (circa 1760; pui 1902), dat ook diverse interieuronderdelen uit die tijd bevat, waaronder stucwerk, schouwen en een trappenhuis met lichtkoepel. Het statige pand Nonnenveld 6 heeft een deurpartij in Lodewijk XVI-stijl. Andere, maar later gepleisterde, voorbeelden van laat-18de-eeuwse gevels met Lodewijk XVI-details zijn Hoogstraat 32 en Groenmarkt 3.
De smallere huizen kregen in de 18de eeuw vaak een klokgevel. Het rijkste voorbeeld is de klokgevel met pronkrisaliet in Lodewijk XIV-stijl uit 1750 van Molenstraat 29 (in 1988 afgebrand en herbouwd). Sober vormgegeven zijn de klokgevels van de huizen Arkelstraat 42, Molenstraat 7-9 en 27, Westwagenstraat 34 en 37, en Kortendijk 8 (met driehoekig fronton).
19de- en 20ste-eeuwse huizen
Nadat rond 1830 de stedelijke economie enigszins was aangetrokken, kregen vele bestaande huizen een blokbepleistering op hun gevel, zoals Boerenstraat 5-9 en 32, Havendijk 80-82 en - met behoud van de 18de-eeuwse kroonlijst met consoles - de panden Arkelstraat 18, Zusterhuis 9 en Eind 20 (met mezzanino). Iets jongere voorbeelden zijn Boerenstraat 22-26 (circa 1870) en Havendijk 94-98 (circa 1870). Met elkaar vergelijkbare vroeg-19de-eeuwse omlijste ingangspartijen met doekfestoenen hebben Haarstraat 2 en het huis De Vos en de Craen (Arkelstraat 57; 1836). Enkele ongepleisterde herenhuizen zijn in de baksteen gedateerd, zoals Langendijk 24 (1835), Appeldijk 13 (1841) en Appeldijk 23 (1844). Hiermee vergelijkbaar zijn het brede herenhuis Hoge Torenstraat 10 (circa 1850) en de met een mezzanino opgehoogde huizen Westwagenstraat 1 en Eind 24 (beide circa 1840).
Neoclassicistische gevels kregen de herenhuizen Havendijk 60-64 (circa 1860) en Kriekenmarkt 7 (circa
Gorinchem, Woonhuis Burgstraat 63-65
| |
| |
1860). Het in de kern 16de-eeuwse eenlaagspand Boerenstraat 3 werd rond 1865 voorzien van nieuwe gevel met eclectische elementen. Het huis heeft een 18de-eeuws interieur met een plafondschildering (Apotheose van Hercules) met stucwerkomlijsting. Gepleisterde gevels met vergelijkbare frontons (circa 1865) hebben de huizen Appeldijk 63 en Kriekenmarkt 1-3. Eclectisch vormgegeven zijn ook de middenganghuizen Torenstraat 5 (circa 1865) en Arkelstraat 77 (circa 1880), alsmede het ongepleisterde herenhuis Westwagenstraat 81 (1892). Voorbeelden van eclectische herenhuizen met (gepleisterd) souterrain en bel-etage zijn Havendijk 56-58, Burgstraat 41-43 (1865), Havendijk 36 en Nieuwstad 9-11 (circa 1880). Eclectische details hebben ook het koetshuis Nieuwstad 13 (circa 1870), de huizen Haarstraat 7, Grote Markt 21 en het rijk uitgevoerde pand Nieuwstad 3-5 (circa 1880). De burgerwoningen Westwagenstraat 54-60 (circa 1880) vertonen eveneens eclectische elementen, in de vorm van wenkbrauwen boven de getoogde vensters. De burgerwoningen Nieuwstad 40-46 (circa 1885) en Verlengde Pompstraat 19-25 (circa 1900), alsmede de arbeiderswoningen Korenbrugstraat 13-17 (circa 1880), zijn uitgevoerd met neoclassicistische elementen.
Bij de relatief sober uitgevoerde herenhuizen is de ontwikkeling van eclectisch en neoclassicistisch naar de neorenaissance slechts aan kleine details afleesbaar. Zo hebben de huizen Vissersdijk 27-31 (circa 1880) rijke eclectische zinken dakkapellen boven de middenrisaliet en is Zusterstraat 26-28 sober neoclassicistisch van vorm. Bij de laat-19de-eeuwse herenhuizen Boerenstraat 16-20, Boerenstraat 28-30 en De Twee Swaerden (Appeldijk 15-17) overwegen de decoraties met siermetselwerk in lichte baksteen. Dat geldt ook voor de herenhuizen Nonnenveld 2-4 en Kriekenmarkt 21-25 (1890), waar echter ook neorenaissancistische sluitstenen met diamantkoppen zijn toegepast. De laatstgenoemde panden werden ontworpen door J. Kraai. Het meest uitgesproken voorbeeld van neorenaissance-stijl is het dubbele herenhuis Grote Markt 14-15 met dakerker en torentje, gebouwd in 1902 voor drukker T. Horneer en zijn zwager C. Boendermaker naar ontwerp van J. de Bie. Voorbeelden van andere panden in neorenaissance-stijl zijn Appeldijk 35 (circa 1895), Kriekenmarkt 15, Kalkhaven 23 en Appeldijk 73 (alle circa 1900).
Chaletstijl-elementen zijn zichtbaar bij Arkelse Onderweg 34-36 (circa 1905). Het ontwerp van J. de Bie voor Grote Markt 16 (1909) vertoont jugendstil-details. Opdrachtgever H.F. de Groot, eigenaar van een beton- en een kalksteenfabriek, liet in de gevel elementen van kalkzandsteen verwerken. Het bijbehorende eenlaags kantoorpand Zusterstraat 6 heeft gemetselde balustrades en een uitkragend gedeelte boven de ingang. Dit laatste element is ook zichtbaar bij de door De Bie met jugendstil-elementen ontworpen huizen Kalkhaven 22 (1905) en Vismarkt 18-18a (1906). In expressionistische stijl uitgevoerd zijn het forse woonhuis Boerenstraat 1 (circa 1920 en de door B. van der Zijpp in 1929 als één geheel met een gebogen gevel ontworpen huizen Burgstraat 63-65 en Oosterstraat 1-3. Andere voorbeelden uit circa 1930 zijn Verlengde Pompstraat 7-9 en Westerstraat 5. In zakelijk-expressionistische stijl verrees de door M.C.E. Patakij voor M.J. Constandse ontworpen villa Plantsoen 13 (1930), waar de ruimten zijn gegroepeerd om een centrale traphal. Dat laatste geldt ook voor het forse expressionistische landhuis 't Zonnehuis (Plantsoen 20), gebouwd in 1938 naar ontwerp van J. Rebel voor A.A.C. de Vries Robbé. Opmerkelijk is het zogeheten Bluebandhuis (Arkelstraat 102) met zijn in blauwe tegels uitgevoerde plint. Het werd in 1934 gebouwd naar een functionalistisch ontwerp van A. Nieuwpoort. In de naoorlogse Haarwijk domineert de in 1960 naar een functionalistisch ontwerp van S.J. van Embden opgetrokken Torenflat (Kon. Wilhelminalaan) van vijftien verdiepingen.
Volkswoningbouw. Op de landtong tussen Linge en Merwedekanaal (Lingewijk) liet de ‘N.V. Maatschappij tot Bevordering der Volkshuisvesting Jan van Arkel’ arbeiderswoningen bouwen rond het Hugo de Grootplein (1907-'09) in een tuinwijkachtige opzet naar plannen van J. de Bie en B. van der Zijpp. Bij de daaropvolgende uitbreidingen (1915, 1917, 1920 en 1929) werden woningen met houten en vakwerktopgevels gebouwd, zoals Jan van der Heydenstraat 14-24 en Hugo de Grootstraat 14-22. Na de oorlog liet de NEMAVO (N.V. Nederlandse Maatschappij voor Volkshuisvesting) ter verlichting van de woningnood ‘Aireywoningen’ met gevels van betonblokken bouwen aan de Ganzenwei en de W. van der Veldenstraat (1950-'51). In 1955-'56 zijn in de Schutterswijk, tussen de Boogschutter- en de Busschieterstraat, woningbouwcomplexen gebouwd met drie- tot vijflaags étagewoningen en lagere eensgezinswoningen met torenachtige opbouw (St.-Jorisplein e.o.). De woningen zijn ontworpen door A. Evers en G.J.M. Sarlemijn in de traditionalistische vormen van de Bossche School. De bijnaam De Kremlins verwijst naar de strenge socialistische woningbouw in Moskou en Oost-Berlijn.
Winkels. De uit 1835 daterende Stadsapotheek (Langendijk 24) heeft een rijke neoclassicistische lijstgevel met puibalk en omlijste ingang. Vanaf circa 1850 kregen diverse bestaande panden in de binnenstad een winkelpui, vaak met een rijke eclectische vormgeving, zoals de met gietijzeren zuilen uitgevoerde pui van Hoogstraat 9 (1876). Ook de hoekpui van Langendijk 58 (1875) en dew inkelpui van Burgstraat 15 (circa 1890) hebben gietijzeren zuilen. Een geheel nieuwe gevel in neoclassicistische stijl, met rondbogen bij de begane grond, kreeg Burgstraat 3 (circa 1880). Ook bij Arkelstraat 8 (circa 1885) zijn gevel en pui in één keer gebouwd. Eenvoudige laat-19de-eeuwse winkelpuien zijn zichtbaar bij Havendijk 24 en 28, en Molenstraat 9. De winkelpui Langendijk 26 (circa 1890) is voorzien van een gebeeldhouwde hardstenen plint. Appeldijk 25-27 kreeg in 1903 voor de manufacturenhandel Bahlmann & Co. een winkelpui in neorenaissance-stijl. Een jugendstil-pui met gebogen vormen heeft Molenstraat 5 (circa 1905). Strakker van vorm, maar ook voorzien van jugendstil-elementen, is de brede
| |
| |
winkelpui met puibalk en hoekkolommen van Appeldijk 3 (1902), ontworpen door J. van Embden. Vergelijkbare puien zijn te vinden bij Groenmarkt 5 (1900) en Westwagenstraat 3-7 (circa 1905). Door J. de Bie ontworpen jugendstil-gevels hebben de woon- en winkelpanden Langendijk 13 (1905), Langendijk 16 (circa 1905) en de patisserie De Lely (Langendijk 11; circa 1905). Het laatstgenoemde pand kreeg in 1925 een art déco-pui. Ook het voorm. Albert Heijn-filiaal Hoogstraat 28 heeft een opvallende art déco-pui (1930). Zakelijk-expressionistisch van vorm is de hoekwinkel Gasthuisstraat 59 (circa 1939). De in gele baksteen opgetrokken hoekwinkel Arkelstraat 1 (1931) werd ontworpen door L. Groen en de kapperswinkel Langendijk 88-88a (1936) werd met functionalistische elementen ontworpen door J. de Bie in samenwerking met zijn kleinzoon J. de Bie jr. In de twee laatstgenoemde winkels zijn - hoogstwaarschijnlijk in Gorinchem geproduceerde - stalen ramen toegepast.
Sociëteiten. De vrijmetselaarsloge ‘Orde en Vlijt’ (Molenstraat 75) [29] is sinds 1851 gehuisvest in een oorspronkelijk 18de-eeuws pand, dat in 1885 een neoclassicistische gevel kreeg. De twee frontons tonen vrijmetselaarssymbolen (passer en winkelhaak). De Groote Sociëteit (Eind 26) [30] is gevestigd in een eclectisch woonhuis uit 1893 naar ontwerp van J. de Bie. Hij had ook de leiding bij de verbouwing tot sociëteit in 1911, waarbij een pui werd aangebracht.
Horeca. Uit 1887 dateert het hotelrestaurant-café Metropole (Melkpad 3) [31], ontworpen in neoclassicistische stijl door M.A. Treffers. De pui met jugendstil-elementen dateert uit circa 1905. De gevel met eclectische elementen van Café de Steeg (Achter de Kerk 3) verrees rond 1890. Het voorm. Hotel Central (Grote Markt 7), een zakelijk-expressionistisch pand uit 1927, is nu tot restaurant verbouwd.
Kantoren. De Spaarbank (Zusterstraat 19) [32] kwam in 1889 tot stand naar een rijk eclectisch ontwerp van J. de Bie. Uit 1903 dateert de voorm. Hollandsch-Geldersche Hypotheekbank (Grote Markt 5) [33], ontworpen door J. van Embden met jugendstil-elementen en een bijzondere geveltop op de hoek. Jugendstil-elementen vertoont ook het kantoorgebouw Groenmarkt 16 [34] uit 1909. In de classicistische variant van de Nieuw Historiserende stijl uitgevoerd is de forse voorm. Handels- en Landbouwbank (Westwagenstraat 38-40) [35] uit 1913, ontworpen door A. Boers en C. van den Hoogenband. De ondernemer J. van Vriesland liet in 1935 in traditionalistische vormen het kantoorpand annex woningen 't Hoekje (Kalkhaven 53) bouwen.
Windmolens. Op de bolwerken van de stad staan twee ronde stellingmolens met stenen romp en een met dakleer beklede kap. De uit 1718 daterende molen Nooit Volmaakt (Bagijnenwal 38) [36] werd in 1763 verhoogd tot stellingmolen. De molen De Hoop (Dalemwal 3) [37] dateert uit 1764. Aan de Schelluinse Vliet staan twee poldermolens: de Westmolen (Schelluinsekade 18) uit 1814 en de in 1817 gebouwde Oostmolen (Schelluinsevliet 55). De laatste heeft een scheprad, een met riet gedekte ondertoren en een met hout gedekt bovenhuis. Deze wipmolens bemaalden de polder De Banne van Gorinchem en Kwakernaak.
Pakhuizen. Aan de Lingehaven en in de stegen tussen de hoofdstraten staan nog diverse diepe pakhuizen. Het pakhuis Dit is in 't Kornschip (Appeldijk 31) heeft een gevelsteen (1611) en werd midden 19de eeuw gepleisterd en voorzien van rondboogvensters, zoals toen ook het geval was bij het in de kern 17de-eeuwse pakhuis Oude Lombardstraat 5. In 1837 verrees het sobere neoclassicistische pakhuis Hoop en Vlijt (Appeldijk 33) met drie lage opslagzolders met rondboogvensters boven een hogere begane grond met inrijopening. Vergelijkbaar hiermee zijn Appeldijk 11 (circa 1840), Eendvogelsteeg 8 (1859), Appeldijk 29 (circa 1850) en Havendijk 22 (1859); de twee laatste hebben getoogde vensters. Een hijstravee hebben Keizerstraat 4 (1852) en het pakhuis aan de Kraansteeg (circa 1860). Uit 1860 dateren de pakhuizen Olifant (Kabeljauwsteeg 1), Kortendijk 9-11 en Den Blaauwen Haen (Appeldijk 39). Het rond 1880 gebouwde pakhuis Kortendijk 53 kreeg rond 1910 een nieuwe voorgevel en werd later tot smederij ingericht. Een groot blokvormig pakhuis met rondboogvensters is Handellust (Robberstraat 2; circa 1840). De voorm. eierveiling (Eierveiling 2-8), een groot pakhuis met mansardedak uit circa 1890, is in 2002 verbouwd tot woningen.
De voorm. suikerfabriek Jäger-Ravenswaaij & Co. (Arkelsedijk 46) werd in 1871 gesticht en in 1904 als ‘Hollandia’ voortgezet. Vanaf 1929 werd hier gecondenseerde siroop geproduceerd (tot 1940). Het gedeelte van de fabrieksgebouwen met rondboogvensters en schoorsteen dateert uit 1895. Nu is hier het chemisch bedrijf Purac gevestigd.
Het staalconstructiebedrijf De Vries Robbé & Co. werd in 1881 gesticht aan de Arkelsedijk. Men leverde vooral bruggen, gashouders en staalskeletconstructies, en vanaf 1922 stalen ramen. De productie van bimsbetondaken leidde in 1916 tot de stichting van de N.V.
Gorinchem, Suikerfabriek
| |
| |
Betondak, die zich later op gecentrifugeerd beton ging toeleggen (rioolbuizen, lantaarnpalen) en vanaf 1920 een dependance in Arkel had. In 1928 werd aan de andere zijde van de Linge (Spijksedijk) de zogeheten Fabriek II gebouwd. In 1976 ging het bedrijf failliet. Bij Fabriek II behoorde de betonfabriek ‘Grotius’ (Spijksedijk 56). Het in functionalistische stijl ontworpen ontvangstgebouw ‘De Rotonde’ (Spijksedijk 8; 1940, B. Merkelbach en Ch.J.F. Karsten) [38] is in 1996 verplaatst ten behoeve van de nieuwe Lingebrug. Op de nabij gelegen rotonde (Concordiaweg) zijn zes door de firma gemaakte betonnen lantaarnpalen geplaatst.
De watertoren (Rond de Watertoren 2-18) [39] verrees in 1886 naar plannen van J. Schotel en heeft een ingangspartij met sobere neogotische details. Uit de overkragende bovenbouw is het ijzeren vlakbodemreservoir verwijderd bij de verbouw tot woningen in 1985.
Nutsgebouwen. De door directeur gemeentewerken G.J. Geijtenbeek ontworpen nutsgebouwen zijn voorzien van een duidelijk opschrift in terracotta. Het pompgebouw (Havendijk 54) [40], tevens kantoor van het Gemeentelijk Energie Bedrijf (G.E.B.), en het badhuis (Havendijk 40) [41] werden gebouwd in 1927, de brandweerkazerne (Struisvogelstraat 2-4) [42] in 1928. De trafohuisjes dateren uit 1919 (Krijtstraat) en 1930 (Melkheul).
De garage met bovenwoning Dalemstraat 33-39 kwam in 1929 tot stand naar een ontwerp met expressionistische details van B. van der Zijpp.
Het huidige station (Stationsweg 15) is in 1971 gebouwd naar een ontwerp met houten vouwdak van C. Douma, ter plaatse van een station uit 1881.
Sluizen en dienstwoningen. Tot 1793 vormde de Lingehaven een open verbinding tussen de Linge en de Merwede. De toen bij de Korenbrug aangelegde waterkering werd in 1809 veranderd in een keersluis, de huidige Korenbrugsluis. In 1823-'24 kwam aan de Merwedekant van de haven een tweede keersluis tot stand, de ‘Oude’ Merwedesluis. Ten zuiden daarvan legde men in 1872-'73 de Derde Waterkering aan. De bijbehorende voorm. brugwachterswoning (Eind 3) [43], gebouwd in 1910 naar een neorenaissance-ontwerp van A.A.H.W. König, bevat een gevelsteen uit 1640. Het haven- en sluiscomplex is in 1985-'88 gerestaureerd. Op de dam van de Derde Waterkering staat het voorm. kantoor van Rijkswaterstaat (Kriekenmarkt ong.; circa 1910) in vakwerkstijl (in 1985 gerestaureerd).
Met de aanleg van het kanaal van Steenenhoek (1818-'19) werd het Lingewater niet meer via de Lingehaven maar verder stroomafwaarts in de Merwede geloosd. Aan de noordkant van Gorinchem kwam hiertoe in 1818-'19 de Steenenhoekse Kanaalsluis (Paardenwater ong.) tot stand, een keer- en uitwateringssluis met houten waaierdeuren (1953) en een beweegbare tafelbrug met heftorens (1983). In het kader van de verbetering van het Zederikkanaal tot Merwedekanaal groef men aan de westzijde van de Linge tussen Arkel en Gorinchem een nieuw kanaalvak (1885-'93). Ten noorden van de stad werd hierin de Begraafplaatssluis (Handelskade ong.; 1886-'91) gebouwd, met dienstwoningen (Merwedekanaal 2-6) en voor de sluiswachter een houten schuilhokje met gesneden dakrand in chaletstijl. Aan de westzijde van de stad werd de Grote Merwedesluis (Kanselpoortweg ong.; 1889-'91) aangelegd met dienstwoningen (Nieuwe Wolpherensedijk 2-6; 1892) en aan de Merwedekant een Voorhaven. Een identieke uitvoering in chaletstijl hebben de houten schotbalkloodsen bij de coupure van de Kanselpoort (Melkheul ong.; circa 1890) en de Begraafplaatssluis (Handelskade ong.; 1892-'93).
Straatmeubilair. De forse hardstenen pomp aan de Pompstraat (bij nr. 1) is voorzien van een maniëristisch zandstenen cartouche met het jaartal ‘1607’. Van de gesloopte Willemskazerne (1826) aan de Struisvogelstraat werd de toegang gevormd door een van elders afkomstig toegangshek, bestaande uit hardstenen pijlers met siervazen in Lodewijk XIV-stijl en een smeedijzeren hek (19de eeuw). De Wilhelminafontein op de Grote Markt bestaat uit een vrouwenfiguur met palmtak en lauwerkrans in een door reigers en dolfijnen gedragen bekken. Deze zinken fontein werd in 1889 gemaakt door de firma L.W. Schütz ter ere van de veertigjarige regering van koning Willem III, maar pas onthuld in 1898, toen ook het door J. de Bie ontworpen bassin was vervaardigd.
Begraafplaatsen. De Isr. begraafplaats (W. de Vries Robbéweg 10) werd gesticht in 1814. De firma I.C. Mortier & Zn. leverde het toegangshek (1892) en B. van der Zijpp ontwierp het expressionistische weenhuis (1935) met paraboolvormig dak. Ernaast - door een luchtspleet gescheiden - staat het wachthuisje voor de kohaniem (hogepriesters). De in 1829 gestichte Alg. begraafplaats (W. de Vries Robbéweg 33) kreeg bij de uitbreiding in 1908 aan weerszijden van de nieuwe ingang een dienstwoning en een aula in neorenaissance-stijl naar plannen van S. Uden Masman. Opmerkelijk zijn de zerk voor notaris en oudheidkundige C.G. Boonzajer († 1863), de omheinde grafkelder van K. van Houweninge van Sprang († 1875), de zerk op roef voor A. Blankers († 1906) en de grafkelder met cippus en omfloerste urn voor C.J. van Andel († 1924). Op de in 1876 aangelegde R.K. begraafplaats (Arkelse Onderweg 43) staat een kapel uit 1882 met getrapt tuitgeveltje en roosvenster (gerestaureerd 2001).
Schelluinen (gemeente Giessenlanden). Dorp, gelegen ten westen van Gorinchem aan de Schelluinensche Vliet. Van 1220 tot circa 1750 stond hier een commanderij van de Duitse orde. Nabij een in 1422 genoemd huis van Jan van Goerl werd in 1546 op een donk het Huis Schelluinderberg (Kerkweg 4) gesticht door de Gorinchemse burgemeester Jan Snouck en zijn echtgenote Anna van Zevenbergen.
Schelluinen bij Gorinchem, Huis Schelluinderberg (1983)
| |
| |
Schelluinen bij Gorinchem, Huis Schelluinderberg, plattegrond
De onderkelderde hoofdvleugel met zeszijdige traptoren werd rond 1568 aan de korte zijden verlengd. Aan de zuidzijde verrees een tweede beuk, voorzien van een in- en uitgezwenkte topgevel met overhoekse pinakels. Het huis kreeg zandstenen speklagen en mergelstenen frontons en cartouches in vroege renaissance-vormen. Het ontwerp wordt wel toegeschreven aan Cornelis Bloemaert. Het interieur bevat moer- en kinderbinten, gesneden consoles en fragmenten van een zandstenen schouw in vroege renaissance-vormen. Het in 1765 als pastorie in gebruik genomen huis werd in 1768 aan de zuidoostzijde met een kamer vergroot. Daarna volgden nog herstellingen in 1814, de aanbouw van een bijkeuken in 1844 en een ingrijpende restauratie in 1920-'24 (W. te Riele). Sinds 1954 is het huis weer particulier bezit. De Herv. kerk (Kerkplein 1) is een zaalkerk met geveltoren en kleurige baksteendecoraties, gebouwd in 1900 naar plannen van J. de Bie. De geveltoren bevat een uit de gesloopte 14de-eeuwse dorpskerk afkomstig uurwerk (1513).
Dalem. Dit ten oosten van Gorinchem aan de Merwede gelegen dijkdorp heeft vanaf 1453 tot Gelderland behoord, maar is in 1986 bij de provincie Zuid-Holland gekomen. Dalem is samen met het Grote Wiel een beschermd gezicht. Het in 1801 opgetrokken neoclassicistische zaalgebouw van de Herv. kerk (Merwededijk 5) heeft een opengewerkte vierkante klokkentoren met kleine spits en bevat een preekstoel uit de bouwtijd. De van een vroeg-19de-eeuwse voorgevel voorziene forse pastorie (Merwededijk 6) gaat in de kern terug tot 1652. De voorm. openbare lagere school (Merwededijk 8) werd in 1836 gesticht
Dalem bij Gorinchem, Herv. kerk
door ambachtsheer J. Viruly. De zogeheten Ambtsluis (bij Merwededijk 8) kwam in 1600 tot stand als afwateringssluis voor een eventuele dijkdoorbraak stroomopwaarts. In 1814-'15 volgde de verbouwing tot inundatie- en uitwateringssluis voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor het inundatiegebied tussen Waal en Linge. De uit 1834 daterende hardstenen grenspaal op de Merwededijk draagt het opschrift ‘Visscherij Grens’. |
|