Zonnemaire, Woonhuis Dorpszicht
ontlastingsbogen in rode baksteen, sierankers en een wapensteen. Het huis werd rond 1640 gebouwd, vermoedelijk door Pieter Eeuwigrijck, secretaris van Zonnemaire. Vanaf 1738 waren er predikanten woonachtig en van 1778 tot 1882 was het officieel de pastorie van de Herv. kerk. Het is het geboortehuis van de Nobelprijswinnaar in de fysica Pieter Zeeman († 1943). Van 1943 tot 1961 heeft het als raadhuis gediend.
Tot de oudste huizen behoort verder Breedveld 2, bestaande uit twee diepe panden, beide met een lijstgevel (tweede helft 18de eeuw). Het rechterpand had oorspronkelijk een topgevel. Het dateert - gezien de jaartalankers ‘6’ en ‘3’ van het hogere achterhuis - uit de 17de eeuw (1673). De datering ‘1785’ (gevelsteen) van de voorgevel staat waarschijnlijk in verband met de verbouwing van de gevel tot lijstgevel. Breedveld 4 is een diep huis met een later gepleisterde tuitgevel uit 1786 (jaartalankers). Het open portiek en de huidige vensters zijn rond 1915 aangebracht. Eveneens 18de-eeuws van opzet zijn de diepe woonhuizen Prof. Zeemanstraat 23 en 25 met ingezwenkte tuitgevels.
Het vrijstaande huis
De Grote Hofstede (Bermweg 7) heeft een hoog schilddak met hoekschoorstenen bekroond door windvanen en is boven de voordeur 1805 gedateerd. Uit circa 1870 dateren twee gepleisterde, éénlaagse villa's met eclectische details, te weten
Oostweg 4, met kroonlijst en rijk gesneden consoles, en
Dorpszicht (Zuidweg 1), met hoog opgaande brede dakerker en getoogde vensters met wenkbrauwen. De bebouwing bestaat
Zonnemaire, Boerderij Stapelsweg 7
grotendeels uit dwarse eenlaagspanden, soms met meerdere woningen onder één dak en vaak gepleisterd met schijnvoegen. Voorbeelden hiervan zijn
Oprit 2-4,
Tuinweg 4 (eerste helft 19de eeuw),
Dreef 2-4 (circa 1880) en diverse dijkwoningen, zoals
Dijk van Bommenede 8-12 en
24 (beide eind 19de eeuw). Het in 1917 gebouwde huis
Zuidweg 17 heeft een opvallende dakerker met balkon en balustrade.
Boerderijen. Tot de oudere boerderijen in het dorp behoort Zuidweg 11, met een fors woonhuis uit 1843 (gevelsteen) en in het verlengde een lange houten schuur. Bij Zuidweg 33 (19de eeuw) liggen het woongedeelte met ingezwenkte lijstgevel en het bedrijfsgedeelte onder één dak. Oostweg 8 (1860) is een vrijstaand woonhuis met gepleisterde hoekpilasters en een serliana in de zijgevel. Een hogere, stenen of houten, schuur in het verlengde van de woning hebben Zuidweg 12 (19de eeuw) en de rond 1900 gebouwde boerderijen Oprit 22-24, Rietdijk 1, Tuinweg 6 en Bermweg 1. Bij de vergelijkbare boerderijen Zuidweg 30 (circa 1910) en Zuidweg 25 (1915) staat de nok van het dak haaks op de weg. De in opzet uit 1841 daterende boerderij Viletta (Zuidweg 18) heeft een rond 1900 vernieuwde gevel met siermetselwerk.
In de omgeving van Zonnemaire liggen diverse boerderijen met vrijstaande woonhuizen en houten schuren, zoals Schraphage (Weeldijk 8; 1871) en Lutina (Rietdijk 8; circa 1900). De oorspronkelijk 18de-eeuwse Zonnehoeve (Rietdijk 10) is rond 1910 ingrijpend verbouwd, onder meer met een nieuwe baksteengevel met gele banden en strekken. De boerderij Kijkuit (Rietdijk 12) bestaat uit een wit gepleisterd tweelaags woonhuis met tuitgevels (19de eeuw) en een zeer grote schuur (1924). Bij de boerderij Boogaardweg 2 (circa 1900) ligt het woonhuis in het verlengde van een zeer grote houten schuur, samen met de arbeiderswoning Boogaardweg 4. Beïnvloed door de chaletstijl is het tweebeukige, villa-achtige woonhuis van de boerderij Stapelsweg 7 (circa 1885), dat is voorzien van een balkon, gedecoreerde windveren, dakerkers en een torentje.
Windmolen ‘De Korenbloem’ (Molendreef 5) is een ronde stellingmolen met een stenen romp. Deze korenmolen werd in 1872 gesticht door de weduwe C. Verton-Gaanderse ter vervanging van een verderop staande, afgebrande houten molen. De laatste restauratie is uitgevoerd in 1990-'92.
De Oude Alg. begraafplaats (tegenover Zuidweg 27) is aangelegd rond 1865 en inmiddels deels geruimd. Aanwezig zijn nog de geornamenteerde inritpalen, het smeedijzeren hek, een obelisk ter nagedachtenis aan A.P.M. Moolenburgh († 1895) en diverse grafzerken, waaronder die voor Hubrecht Moolenburgh († 1858).