Sint Anna ter Muiden
(gemeente Sluis)
Kleine stad, ontstaan rond 1200 aan de linkeroever van het Zwin op het Greveningeschor. De eerst Mude genoemde nederzetting kreeg in 1241 stadsrechten van Johanna van Constantinopel, gravin van Vlaanderen. Het begin 14de eeuw belangrijke Mude diende als voorhaven van Brugge en was lid van de Vlaamse Hanze. Plunderingen door de Engelsen in 1385 en 1485, maar ook de toenemende concurrentie van Sluis reduceerden de stad in de 15de eeuw tot de kleine landstad Sint Anna ter Muiden. Gedeeltelijke inpolderingen van het Zwin volgden in 1716 en 1795. Na de aanleg van de Zwinpolder (1864) werd het stadje in 1880 bij de gemeente Sluis gevoegd. Sinds 1977 is Sint Anna ter Muiden een beschermd stadsgezicht.
De
Herv. kerk (Nederherenweg 1), oorspronkelijk gewijd aan St. Anna,
Sint Anna ter Muiden, Herv. kerk
bestaat uit een kleine kerk en een imposante toren van twee geledingen met haakse steunberen. Deze 14de-eeuwse gotische toren zonder spits en met inwendig een kruisgewelf op kraagstenen is, gezien de dakmoeten en de dichtgemetselde spitsboogopeningen, de oude vieringtoren van een eenbeukige kruiskerk. Tijdens de Opstand zijn schip, koor en noordtransept verdwenen. Het restant van het zuidtransept heeft men in 1653-'54 gebruikt voor de bouw van een kleine protestantse kerk met aangebouwde consistorie. Beschadigingen hieraan in 1708 werden hersteld in 1717. In 1905 onderging de toren een herstelling. Bij een restauratie in 1956-'57, naar plannen van E.P. en W. Messer, kreeg de toren een bakstenen borstwering, werd de traptoren iets hoger opgetrokken en kregen de kerkvensters gotiserende vorktraceringen. Tot de inventaris behoren onder meer een grafzerk van Jan Blanckaert († 1443), eenvoudig midden-17de-eeuws meubilair en een door H. Knipscheer gebouwd orgel (1871).
Het toegangshek tot het kerkterrein bestaat uit hardstenen pijlers met elementen in Lodewijk XV- (uitbollend deel) en Lodewijk XVI-stijl (vaas en ‘geteld geld’-motief). Op het kerkhof bevinden zich onder meer een zerk voor J.A. Janssen († 1870) en een obelisk met vaas voor P. Parmentier († 1918).