Oostkapelle, Buitenplaats Duinbeek
zich in het park in rechte lijn noordwaarts voortzet. Aan de Domburgseweg staat bij het begin van de Wulpendreef een
toegangshek uit circa 1750 met natuurstenen pijlers bekroond door vazen in Lodewijk XV-stijl. A.C.C. Slicher, die Westhove in 1799 in bezit kreeg, liet het park begin 19de eeuw omvormen in vroege landschapsstijl, mogelijk naar plannen van tuinarchitect P. Schuppens. Tot die aanleg behoren de slingerende lanen en de slingervijver met eilandje en bruggetjes. Opvallend is de zogeheten
Romeinse brug, een brug met keperboogvormige waterdoorgang bekleed met natuursteen. Deze rond 1800 aangelegde brug (hersteld 1967), bevindt zich op de zichtas vanuit het kasteel naar het noorden.
Duinbeek (Duinbeekseweg 19). Deze buitenplaats ten noordwesten van Oostkapelle is van middeleeuwse oorsprong. Reeds in 1350 wordt Duinbeek vermeld als bezit van Wolfert III van Borssele, heer van Veere. Het middeleeuwse kasteel werd in 1572 door de Geuzen verwoest. Mogelijk liet Willem Boreel, die in 1637 de heerlijkheid had verworven, rond 1650 het tegenwoordige huis bouwen. De huidige hoofdvorm dateert uit 1715, toen Abraham Duvelaer, burgemeester van Middelburg en bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie, de buitenplaats in bezit kreeg. Bij een verbouwing in 1857, toen Duinbeek in bezit was van J.G. Sprenger en diens echtgenote R.A. Bijleveld, kreeg het neoclassicistische huis met middenrisaliet en achtkantige belvedèretoren zijn huidige ingangspartij, ramen en mansardedak.
Op het voorterrein staan aan weerszijden van de oprijlaan twee L-vormige bouwhuizen in gele baksteen, die begin 18de eeuw zijn opgetrokken in opdracht van Abraham Duvelaer. Aan de linkerzijde staat de tuinmanswoning met bakkeet (Duinbeekseweg 21), rechts het koetshuis met koetsierswoning (Duinbeekseweg 17). De kern van het park wordt gevormd door de rechthoekige omgrachting rondom het huis, dat op een klein eiland staat. De geometrische aanleg uit de tijd van Abraham Duvelaer werd rond 1800 in opdracht van G.F. Meijners (zie bij Berkenbosch) gewijzigd tot een kleinschalige aanleg in landschapsstijl, waarbij de gracht aan de zuidwestzijde met een slinger is uitgegraven en eindigt in een lusvormige vijver. Achter het huis ligt een weide omsloten door een bos met slingerende paden.
Berkenbosch (Duinbeekseweg 25-27). Deze buitenplaats ten westen van Oostkapelle heeft als kern een gepleisterd neoclassicistisch landhuis, gebouwd in 1862 voor J.G. Sprenger en zijn vrouw R.A. Bijleveld ter vervanging van een ouder 18de-eeuws huis. Inwendig bevat het huis een hal met marmeren vloer en links van de entree twee hoge kamers en suite met stucplafonds. Berkenbosch wordt in 1644 vermeld als een hofstede met bos, land en plantage in eigendom van Jacob Boreel. Eind 18de eeuw werd G.F. Meijners, die toen ook het naastgelegen Duinbeek bezat, de eigenaar en begon de modernisering van het geometrisch aangelegde
park met slingerende paden; deze werden echter alleen toegepast
Oostkapelle, Buitenplaats Overduin
buiten het vroeg-18de-eeuwse assenstelsel. Restanten van de 18de-eeuwse aanleg zijn twee kanaalvormige vijvers en een centraal gelegen ronde waterkom. Het park wordt omsloten door rechte - van oost naar west lopende - bomenlanen aan de noord- en zuidzijde, die mogelijk van 17de-eeuwse oorsprong zijn, en rechte paden aan de oost- en westzijde. Aan de Noorddreef staat een veelvuldig gerepareerde picknicktafel (de ‘Stenen Tafel’), een 18de-eeuwse folly.
Overduin (Dunoweg 2-8). Deze buitenplaats ten oosten van Oostkapelle werd oorspronkelijk in 1717 door Pieter Jacobusz. de Vos gesticht. Het oude huis brak men in 1797-'99 af en de bijbehorende geometrische tuinaanleg verdween. In de eerste helft van de 19de eeuw liet W.C.M. de Jonge van Ellemeet, burgemeester van Oostkapelle, een nieuwe buitenplaats inrichten, mogelijk naar ontwerp van de gebroeders K.G. en J.D. Zocher. De kern wordt gevormd door een gepleisterd neoclassicistisch landhuis uit 1839 met een inpandige ingangspartij onder een inpandig balkon met zuilen. Het interieur bevat onder meer twee zogeheten Utrechtse schouwen en een natuurstenen schouw in empire-stijl.
In het park staan verschillende bijgebouwen uit de eerste helft van de 19de eeuw. Bijvoorbeeld de portierswoning, een wit gepleisterd neoclassicistisch dwars pandje met een uitgebouwd ingangsportaal. Het koetshuis met koetsierswoning is een gepleisterd breed pand met