het iets lagere schip en dwarsschip stammen uit het eind van de 15de eeuw. De kerk werd herbouwd na verwoesting in 1576. Bij een ingrijpende verbouwing in 1846 kreeg de kerk een bepleistering en werd het zuidtransept gesloopt. De ontpleistering en het herstel in oude vormen volgden bij een restauratie in 1955-'60. Toen heeft men een consistorie toegevoegd. Het in 1998 gerestaureerde interieur wordt gedekt door houten tongewelven; het noordtransept heeft een houten kruisribgewelf. Uit de derde kwart van de 17de eeuw dateren de preekstoel, het schotwerk van een bank en nog een bank.
De pastorie (Ring 3) is een tweelaags middenganghuis uit circa 1870, waarvan de entree en het bovenvenster door neoclassicistische omlijstingen zijn geaccentueerd.
Het Pottere- of Conyershofje (Heereweg 19-27) bestaat uit vijf wit geschilderde woningen onder één zadeldak, gebouwd in 1651 (jaartalankers) en voorzien van diverse gevel- en stichtingsstenen. Het hofje is genoemd naar de stichteres Maria de Pottere, echtgenote van ambachtsheer John Conyers, die de huisjes bestemde voor weduwen van officieren.
Woonhuizen. De oudste dorpsbebouwing is veelal wit geschilderd of gepleisterd. Aan de Ring staan enkele 18de-eeuwse diepe huizen met tuitgevels, zoals Ring 5, Ring 7 en het dubbelpand Ring 31-32. Voorbeelden uit de 19de eeuw zijn Ring 25 en Ring 26. Even kenmerkend zijn de dwarse eenlaagspanden, waaronder het vroegere dorpshuis Ring 27, waarvan de gevelsteen herinnert aan de bouw in opdracht van schout en schepenen in 1764, verder de panden Oosterweegje 2 (circa 1880), Ring 18 (circa 1890), Heereweg 6 (circa 1895) en Donkereweg 22 (circa 1910). Enkele dwarse huizen hebben een haakse vleugel met tuit- of puntgevel. In deze panden werden vaak een woning en winkel gecombineerd. Aardige voorbeelden zijn Ring 15-16, Ring 21-22 (winkelpui 1900) en Brouwerijstraat 17-19.
Een afgeknotte tuitgevel met kroonlijst uit circa 1900 hebben de in de kern mogelijk oudere diepe huizen
Brouwerijstraat 15 en
Ring 10. Verschillende
Noordgouwe, Meestoof Willem III
dwarse huizen uit de eerste jaren van de 20ste eeuw vertonen neorenaissance kenmerken, zoals de arbeiderswoningen
Oosterweegje 7-9, en de huizen
Torenhof (Donkereweg 2),
Ring 33-34 - met ervoor een houten travalje - en
Heereweg 11. Met middengang en dakerker uitgevoerd zijn de panden
Heereweg 26,
Brouwerijstraat 12 en
Rozenhof (Kloosterweg 5). Villa-achtig van karakter en ontworpen met expressionistische elementen zijn
Zuid Bosweg 7 (circa 1914) en
Zonneweelde (Heereweg 22). Het laatste pand werd in 1923-'24) gebouwd ter plaatse van de gesloopte koude stoof van de meestoof Willem III.
Boerderijen. In oorsprong 18de-eeuwse boerderijen in de dorpskern zijn Ring 30, waarvan het woonhuis met een tussenlid is verbonden met de schuur (Ring 28, circa 1900), en Ring 19 uit 1767 (gevelsteen) met een hogere aangebouwde schuur (Ring 20; circa 1910). Nabij de dorpskern liggen enkele opmerkelijke 18de-eeuwse boerderijen. Huize de Pottere (Heereweg 18) heeft een dwars woonhuis met een 19de-eeuwse nissenbepleistering. Enkele zware binnenmuren zijn vermoedelijk restanten van het kleine 16de-eeuwse kasteel van Hendrik de Pottere, dat rond 1729 werd gesloopt. De grote schuur is in 1923 opgebouwd met sloopmateriaal van de koude stoof van de meestoof Willem III. De van 1700 (gevelsteen) daterende boerderij Oude Molenwerf (Heereweg 28) heeft een woongedeelte met sierankers en siermetselwerk. In het verlengde lengde aangebouwd is een houten schuur. Van de boerderij Rozegaard (Kloosterweg 6) wordt het uiterlijk van het vrijstaand woonhuis met omlopend schilddak en hoekschoorstenen bepaald door een verbouwing in de 18de eeuw en een 19de-eeuwse bepleistering. Het stenen wagenhuis is eveneens 18de-eeuws. Voorbeelden van 19de-eeuwse boerderijen zijn Heereweg 13 (1893), met aangebouwde schuur, en Donkereweg 40 (circa 1880) en Donkereweg 6 (circa 1890) met vrijstaande woonhuizen. Het woonhuis Zomerlust (Donkereweg 3) heeft met de brede ingezwenkte lijstgevel en schilddak het voorkomen van een boerderij (circa 1900).
Van de voorm. meestoof ‘Willem III’ (Zuid Bosweg 1-3), gebouwd in 1863 (stichtingssteen) door dertien boerenaandeelhouders, resteert de voormalige droogtoren. Dit in 1996-'97 gerestaureerde dwarse pand is anderhalve bouwlaag hoog en voorzien van een hoge kap en lagere aanbouwen. Inwendig bevinden zich diverse oorspronkelijke elementen, zoals een latten-droogzolder en een gemetselde kegelvormige nokschacht die als trekgat fungeerde. In 1897 werden de toenmalige gebouwen in gebruik genomen als ‘stoompeekoffiefabriek’ (cichorei). De langgerekte koude stoof aan de zuidzijde is in 1923 afgebroken.
De voorm. tramhalte van de lijn naar Brouwershaven bevond zich in het pand Heereweg 17 (circa 1900).
Het voorm. ziekenhuis (Donkere-