Groede
(gemeente Sluis)
Kerkringdorp, voor het eerst vermeld in 1239 als Groda, dat evenals Groede de naam is voor het groeiproces van schorren. Het 13de-eeuwse dorp verdween na de overstroming van 1375 in de golven. Het later opnieuw ingepolderde land werd in 1583 geïnundeerd. Herdijking volgde in 1612 op initiatief van Jacob en Cornelis Cats. Groede ontwikkelde zich tot een kerkringdorp in de variant van een groot rechthoekig plein met midden daarop de parochiekerk. Aan de haaks hierop gelegen straten ontstond eerst een Lutherse en later een katholieke kerk. In de Tweede Wereldoorlog bleef Groede gespaard omdat het werd aangewezen als Rodekruisdorp. Het gebied met de Duitse bunkers van het Stützpunkt Groede aan de noordwestzijde is later omgevormd tot een hertenkamp.
De
Herv. kerk (Markt 1) is een driebeukige hallenkerk met een driezijdig gesloten koor en noordkoor, alsmede een toren met achtzijdige bovenbouw en rijzige naaldspits. De oudste delen van de kerk (dichtgemetselde scheibogen) gaan terug tot de 13de eeuw. De gedrongen, robuuste toren met haakse steunberen verrees in de 14de eeuw. Schip en noordbeuk kwamen in de tweede helft van de 15de eeuw tot stand en de recht gesloten
Groede, Herv. kerk
zuidbeuk volgde rond 1500. De kerk had sterk te lijden van het zeewater tijdens de inundatieperiode (1583-1613). Het koorgedeelte werd hersteld in 1619, de rest van de kerk in 1632-'34, waarbij de noordbeuk vrijwel geheel werd vernieuwd en de toren verhoogd. Ook in 1752 en 1836 vonden herstellingen plaats. De zuidbeuk diende van 1618 tot 1808 als Waalse kerk en werd rond 1685 van de rest van de kerk gescheiden. In het oosteinde bouwde men toen een consistorie. Bij een ingrijpende verbouwing in 1868 werd de kerk uitwendig geheel gepleisterd en kregen de vergrote vensters gietijzeren traceringen. Na een blikseminslag (1949) werd in 1950 de toren gerestaureerd en ontpleisterd en werd de spits hersteld naar het model uit 1836. De restauratie en ontpleistering van de kerk volgden in 1976; de gietijzeren venstertraceringen bleven hierbij bewaard.
Het interieur wordt gedekt door een vlak stucplafond uit 1868. Tot de inventaris behoren een preekstoel met omringend doophek en toebehoren in Lodewijk XVI-vormen en een als de ‘Catsbank’ bekend staande herenbank; beide zijn in 1794 geschonken door nazaten van Jacob Cats. Het door J.F. Kruse in 1903 gebouwde orgel is rond 1920 overgebracht vanuit de Luth. kerk te Veere.
De
Luth. kerk (Molenstraat 28) is een recht gesloten en door lisenen gelede zaalkerk voorzien van een ingangspartij
Groede, Woonhuis Markt 20
met sobere omlijsting. Deze kerk werd in 1742-'43 gebouwd door immigranten uit de stad Dürnberg bij Salzburg. De in 1998-'99 gerestaureerde kerk bevat een preekstoel uit circa 1800. Voor de voorgevel staan twee 17de-eeuwse Schellinger stoeppalen.
De R.K. St.-Bavokerk (Schuitvlotstraat 15) is een driebeukige kerk met driezijdig gesloten koor en een ranke geveltoren met ingesnoerde spits. De sobere neogotische kerk kwam in 1863 tot stand naar plannen van P. Soffers. Tot de inventaris behoren een monumentaal hoofdaltaar uit de bouwtijd en een Lourdesgrot uit 1890.
Raadhuizen. Het voorm. raadhuis Markt 6 is een fors tweelaags pand uit circa 1880, maar heeft gezien de hoge kap mogelijk een oudere kern. Het voorm. raadhuis Voorstraat 3 is een langgerekt eenlaagspand met klokkentoren en geaccentueerde ingangspartij. Het werd in 1936-'37 gebouwd als raadhuis annex veldwachterwoning en brandspuitberging naar ontwerp van E. van de Vijver uit Knokke.
De R.K. lagere school (Schuitvlotstraat 13) is een sobere tweeklassige gangschool uit 1931.
Woonhuizen. De oudste bebouwing van Groede dateert van na de herdijking van 1612. De duidelijkste voorbeelden hiervan zijn de rond 1860 gecementeerde trapgevel van Markt 20, voorzien van de sierankers ‘1614’, en de trapgevel van Molenstraat 15 (1638). Ook enkele andere panden hebben een 17de-eeuwse kern, waaronder de rijzige onderkelderde diepe panden Markt 2