Monumenten in Nederland. Zeeland
(2003)–Piet van Cruyningen, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Elisabeth Stades-Vischer, Ronald Stenvert– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
Bruinisse, Geref. kerk
ring met een voorstraat (Oudestraat) naar de haven. Met de bloei van de mosselhandel groeide de vissersvloot dermate dat de haven in 1872 en in 1912 moest worden uitgebreid. Vanaf 1870 breidde het dorp zich uit langs de dijk en rond de oude dorpskern. Groot was de schade door een bombardement in 1945 en bij de Watersnoodramp van 1953. In 1959 werd de van 1655 of 1656 daterende mosselbeurs gesloopt (in gewijzigde vorm herbouwd in 1994). Aan de westzijde is een nieuwbouwwijk ontstaan en enige tijd na de sluiting van de Grevelingendam (1964) is aan de noordwestzijde een recreatiecentrum met jachthaven gerealiseerd. Aan de zuidoostzijde ligt de haven van het veer Anna Jacobapolder-Zijpe, dat van 1847 tot 1988 dienst heeft gedaan. De Geref. kerk (Noorddijk 4), een neoclassicistische zaalkerk met vijfzijdige sluiting en een houten geveltoren, kwam in 1904 tot stand naar plannen van A. van den Broek ter plaatse van een voorganger uit 1868. Bij een restauratie in 1962 is de entree naar de zijgevel verplaatst. De rond 1904 gebouwde forse pastorie (Noorddijk 5) heeft een hoge lijstgevel met gepleisterde banden en gele ontlastingsbogen met mozaïekvullingen. Overige kerken. In 1950 gebouwd naar een traditionalistisch ontwerp van J. de Wilde is de kerk van de Geref. Gemeente in Nederland (Schoolstraat 13). Dit zaalgebouw heeft een kleine klokkentoren, een aangebouwde consistorie (noordzijde) en een door rondbogen op deelzuilen geopende entreehal (zuidzijde). De Herv. kerk (Kerkplein 1) is een recht gesloten zaalkerk uit 1952 naar ontwerp van A. Rothuizen en P.J. 't Hooft. De voorgevel, voorzien van een middenrisaliet met muurdammen en fronton, vertoont neoclassicistische inspiratie. In de houten dakruiter hangt een door Johannes Florkin gegoten klok (1461). Woonhuizen. In opzet 17de-eeuws is het diepe huis Korte Ring 33 met dagkanten en vensterbogen in rode baksteen en met klezoren. De tuitgevel hoort waarschijnlijk bij een 18de-eeuwse verbouwing. In opzet 18de-eeuws is de oude mosselvisserswoning Oudestraat 27, bekend als de ‘Bruinisser Oudheidkamer’. Dit dwarse huis heeft een voorgevel met blokbepleistering en een neoclassicistische deuromlijsting uit circa 1860. Het voorhuis bevat de oorspronkelijke inrichting met wandbetimmeringen voorzien van bedsteden en kasten. Verder is er een eenvoudige marmeren schoorsteenmantel. Voorbeelden van eenvoudige 19de-eeuwse gepleisterde dwarse huizen zijn de dubbele woningen Molenstraat 19-21 (1880) en Deestraat 6-8 (circa 1890). Het eenlaagse middenganghuis Molenstraat 5 heeft geaccentueerde strekken en een sierlijst onder de dakrand (1880). Vergelijkbare sierlijsten treft men aan bij smallere ongepleisterde panden, zoals Molenstraat 17 (1880), Schoolstraat 1 en Schoolstraat 11 (beide circa 1900), en bij de dijkhuizen Boomdijk 16 en Boomdijk 17 (beide circa 1900). Later verhoogd is het dubbelhuis Noordstraat 9-9a met eclectische vormen (circa 1870). Eclectische details hebben de diepe huizen Kerkstraat 10 (1893), Korte Ring 29 (1902) en Kerkstraat 4 (circa 1910). Rond 1910 gebouwde dwarse huizen met gekleurde bakstenen en/of gepleisterde banden zijn Langeweg 1, Dijkstraat 14 en Noordweg 17. Rijkere decoraties en een dakerker hebben Dorpsweg 6 (circa 1905), Dorpsweg 57 (circa 1915), Havenkade 7 (gepleisterd, circa 1915), Kerkstraat 1 (circa 1910), Oudestraat 29 en Deestraat 9 (circa 1915). Een opvallend gebruik van kleurige baksteen vertoont het in neorenaissance-stijl uitgevoerde huis Molenstraat 30 (circa 1910) met pinakels op de topgevel. Dorpsweg 16 (circa 1915) heeft een erker en een door een zuil ondersteund portiek. Huizen uit circa 1930 met hoge topgevels in zakelijke zakelijk-expressionistische stijl zijn Fluitekruid (Dorpsweg 55), Dorpsweg 59 en Dorpsweg 61. Een aardig voorbeeld van wederopbouw is het complex eenlaagspanden aan de Prinses Wilhelminastraat (circa 1955), waarvan één met een gevelsteen van het armbestuur uit 1841. Boerderijen. Van de in 1868 gebouwde boerderij Huize 't Hof (Dorpsweg 5) is het woongedeelte uitgevoerd als een neoclassicistisch tweelaags herenhuis met balkon en gemetselde dakkapel met tuitgevel. Voorbeelden van boerderijen met een schuur in het verlengde van het woongedeelte zijn Langeweg 10, oorspronkelijk daterend uit de 18de eeuw en verbouwd rond 1900, en Zeldenrust (Rijksstraatweg 9) uit circa 1900. Bij de boerderij Noorddijk 35 (circa 1900) is de in 1915 gebouwde schuur voorzien van steunberen. Het café ‘'t Veerhuis’ (Havenkade 2), een diep tweelaags pand met schilddak, heeft een 18de-eeuwse oorsprong, en is in de tweede helft van de 19de eeuw ingrijpend verbouwd of herbouwd. De voorm. uitgeverij annex drogisterij ‘De Palmboom’ (Nieuwstraat 8), gebouwd in 1916-'17, is een blokvormig pand met een in rode en gele baksteen uitgevoerde voorgevel voorzien van late jugendstil-details. De voorm. veerhaven (Rijksstraatweg ong.) ontstond in 1900 bij een vroeg-19de-eeuwse aanlegsteiger, die van 1891 tot 1953 de overlaadplaats was voor de tramlijn op het veer Anna Jacobapolder-Zijpe. De huidige aanleg dateert van 1954 en heeft tot 1988 als veerhaven gediend. De bijbehorende dubbele dienstwoning (Rijksstraatweg 2) dateert uit circa 1900. Aan de noordzijde werd in 1931 de omdijkte Rijksvluchthaven (bij Vluchthavenweg) aangelegd als aanmeerplaats in de vaarroute tussen het kanaal door Zuid-Beveland en de Dordtse Kil. De Grevelingendam met scheepvaartsluis (Parallelweg ong.) is aangelegd in 1958-'65 in het kader van de Deltawerken en vormt de verbinding tussen Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. De erop aansluitende Philipsdam (1987), met de Krammersluizen voor de scheepvaart, geeft een verbinding met Sint Philipsland. | |
[pagina 87]
| |
De Alg. begraafplaats (Molenweg ong.) werd rond 1900 aangelegd en is voorzien van een smeedijzeren hek. Een van de oudste grafmonumenten is een zuil op een sokkel voor twee drenkelingen met de tekst ‘En de zee gaf de dooden die in haar waren’ (1903). |
|