Borssele
(gemeente Borsele)
Polderdorp, planmatig aangelegd in 1616 naar ontwerp van Cornelis Adriaensz Soetwater. Het betrof in feite de herdijking in 1615-'16 van het sinds 1530 overspoelde eiland Borssele, waarvan alleen een vliedberg waarop het mottekasteel van de heren van Borssele had gestaan boven water was gebleven. Het erbij gelegen dorp Monster verdween in de golven. Tot in de 18de eeuw werd het ten zuidwesten van de vliedberg herbouwde dorp eveneens Monster genoemd. Opvallend is dat de dorpsaanleg iets gedraaid ligt ten opzichte van de polderverkaveling. Centraal ligt een groot, met bomen beplant, rechthoekig plein met daaromheen een grotere rechthoek van singels, die via een assenkruis van straten met het plein in verbinding staat. Aan de noorzijde werd in 1620 een vate aangelegd (vernieuwd 1857). Pas
Borssele, (Herv.) Kleine Kerk
1852 werd de kerk gebouwd en de bebouwing langs de singels en de aansluitende polderwegen kwam eerst vanaf het eind van de 19de eeuw tot stand. Na 1960 is het dorp aan de zuidzijde enigszins uitgebreid ten behoeve van de werknemers van de aan de westzijde gebouwde E.P.Z.-kerncentrale (1969-'73). Borssele is een beschermd dorpsgezicht.
De (Herv.) Kleine Kerk (Plein 66) is een in 1849-'52 naar plannen van A. de Muijnck opgetrokken neoclassicistische zaalkerk met aangebouwde consistorie en een half ingebouwde toren met opengewerkte houten klokkenlantaarn.
Overige kerken. De voorm. Geref. kerk (Westsingel 23) is een kleine eenvoudige zaalkerk uit 1846 met brede klokgevel en rondboogvensters. De voorm. kerk van de Geref. Gemeente (Oostsingel 14), een zaalkerkje uit 1914, bevat een orgel waarvan het instrument in 1794 werd gebouwd door J.P. Schmidt. De moderne zaalkerk met verenigingsgebouw van de Geref. Gemeente (Oostsingel 21) is circa 1980 gebouwd.
Scholen. De voorm. openbare lagere school (Plein 3) is in 1862 gebouwd als een tweeklassige school met onderwijzerswoning en is tot 1958 als zodanig in gebruik geweest. De voorm. Chr. lagere school (Catelijneweg 9), een drieklassig schoolgebouw met aangebouwde onderwijzerswoning (Catelijneweg 11), dateert van 1913.
Woonhuizen. Een van de oudste huizen van het dorp is het diepe huis Plein 1, uit 1639 (jaartalankers) met in de top van de gepleisterde puntgevel een kruiskozijn. Het pand is herberg geweest. Het deels onderkelderde, gepleisterde hoekpand Plein 28 heeft eveneens een 17de-eeuwse kern. Uit de 18de eeuw dateren het gepleisterde dwarse huis Plein 29 en het gepleisterde eenlaags middenganghuis Plein 58 met inwendig een betegelde kamer uit de bouwtijd. Voorbeelden van 19de-eeuwse dwarse eenlaagspanden zijn Plein 17 en Plein 26. Rond 1900 gebouwd zijn de dwarse huizen Weststraat 13 en Oostsingel 3 en het woonhuis met werkplaats Zuidstraat 6, alle voorzien van siermetselwerk in gele baksteen. Het forse herenhuis Plein 5 werd in 1883 in eclectische vormen gebouwd.
Het viskot (Plein ong.) is een in oorsprong 19de-eeuws, maar na de oorlog herbouwd, bakstenen gebouwtje, dat aan één zijde is geopend met drie houten bogen. Daarboven bevindt zich een houten lijst met daarop drie houten vaasvormen met de tekst ‘hoort, ziet en zwijgt’.
De achtzijdige muziektent (Plein ong.) dateert uit circa 1930 en heeft een bakstenen voet en een tentdak op houten kolommen.
Boerderijen. De boerderij Zuidsingel 16 bestaat uit een dwars woonhuis van 1754 (jaartalankers) en een deels houten dwarsdeelschuur met rieten zadeldak. Buiten de dorpskom liggen enkele interessante boerderijen, zoals de rond 1725 ter plaatse van een 17de-eeuwse voorganger gebouwde boerderij De Witte Pauw (Korte Zuidweg 4). Het gepleisterde woonhuis heeft inwendig fraaie tegeltableaus uit de bouwtijd. Aangebouwd zijn een bak- en zomerhuis en een grote dwarsdeelschuur met houten voorgevel. De schuur heeft een afgewolfd en boven de mendeuren opgewipt rieten zadeldak. Ook bij de van 1765 (jaartalankers) stammende boerderij Klein Monsterhoek (Monsterweg 60) heeft het woonhuis inwendig een 18de-eeuwse betegeling. Verder zijn er een aangebouwde houten schuur met