Ottersum, Raadhuis
De R.K. St.-Johannes de Doperkerk (St.-Janstraat 13) is een forse driebeukige pseudobasiliek met recht gesloten koor en een ongelede toren met rijzig tentdak, gebouwd in 1930-'31 naar plannen van J.H.J. Schoenmakers. De aangebouwde sacristie draagt de jaartalankers ‘1931’. In de toren hangt een door Jean Petit gegoten klok (1754). Het interieur bevat een door D. Wildschut vervaardigde triomfboogschildering (1943). De pastorie (Raadhuisplein 3) is een pand uit circa 1840.
Het voorm. raadhuis (Raadhuisplein 1) is een dwars eenlaagspand met bordes, hoger opgaande middenpartij en dakruiter, uitgevoerd in 1902 in rijke neorenaissance-stijl naar ontwerp van A. Korting. Het raadhuis bevatte oorspronkelijk een veldwachterwoning.
Woonhuizen. Rond 1910 gebouwd zijn het met neorenaissance-details uitgevoerde woonhuis annex café Raadhuisplein 2 en het woon- en winkelpand Raadhuisplein 4-5, waarvan het materiaalgebruik verwijst naar de jugendstil.
Boerderijen. Op het erf van de rond 1890 gebouwde boerderij St.-Janstraat 22, met dwars geplaatst voorhuis, staat een waarschijnlijk uit de tweede helft van de 18de eeuw daterende grote schuur met zijlangsdeel. Deze schuur heeft forse etagegebinten in de vorm van ankerbalkgebinten, waarvan de bovenste eenzijdig oversteken. St.-Janstraat 1 is een forse boerderij met dwars geplaatst, sober neoclassicistisch voorhuis, gebouwd rond 1875.
Windmolen ‘De Reus’ (Ottersumseweg 16) is een forse bergmolen met ronde stenen romp en een met dakleer beklede kap. Oorspronkelijk in 1846-'47 gebouwd als zaagmolen, heeft men de molen na brand in 1882 herbouwd als korenmolen. De laatste restauratie heeft in 2001 plaatsgevonden.
De R.K. begraafplaats (bij Raadhuisplein 3) is ontstaan als kerkhof rond de oude kerk. Belangrijke graftekens zijn het postament met neogotische details voor F.A.H. van de Loo († 1835) en het graf van de familie Linke, gemaakt door H.A. Euwens met een geëmailleerd portret van E.J.V. van Aerde († 1895).
Het voorm.
kloostercomplex ‘Maria Roepaan’ (Kleefseweg 9), gelegen ten oosten van Ottersum, werd gebouwd voor de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid uit Münster en is een goed voorbeeld van een zogeheten ‘Kulturkampf’-klooster. In 1882 betrokken de zusters hier een boerderij met de naam ‘Roepaan’ en begonnen er een bewaaren handwerkschool voor meisjes. Al snel werden er ook weesmeisjes ondergebracht en richtte men een pensionaat op. Naast de boerderij kwam in 1897-'99 naar plannen van Th. Jaspers uit Goch (D) een groot dwars schoolhuis met mansardekap tot stand. De boerderij werd gesloopt bij de grote uitbreiding in
Ottersum, Kloostercomplex Maria Roepaan
1908-'09 naar plannen van C.J.H. Franssen, waarbij een U-vormig complex ontstond. Toen verrezen een vierlaags neogotisch hoekblok (het ‘Herrenhaus’), de daarachter gelegen schoolvleugel met neogotische kapel en haaks hierop het nieuwe zusterverblijf. In de op de Nederrijnse late gotiek geïnspireerde kapel bevindt zich een complete cyclus gebrandschilderde ramen (1895 en 1909-'10) van de hand van W. Derix uit Goch. Bij het herstel in 1949 van de oorlogsschade uit 1945 werd het restant van het schoolhuis deels hersteld met platte daken en met nieuwe zijgevels. Van 1951 tot 1974 heeft het complex dienst gedaan als onderdak voor geestelijk gehandicapte kinderen, sinds circa 1995 is het in gebruik als locatie voor bedrijfsevenementen.