Nederweert
Dorp, oorspronkelijk Merefelt (Meervelt) genoemd, ontstaan in de vroege middeleeuwen op hogere zandgronden (waard) aan de rand van de Zuidelijke Peel. Vanaf 1306 was het met (Over)Weert een vrije heerlijkheid in het Land van Horn. Tot 1482 bleef het bestuurlijk met Weert verbonden.
Daarna werd het een zelfstandige heerlijkheid die in 1716 tot het Oostenrijkse Overkwartier ging behoren. Nederweert werd in 1659 geteisterd door een grote brand. De in 1822-'26 gegraven Zuid-Willemsvaart (verbreed in 1920-'22) ging de oostelijke en zuidelijke begrenzing van het dorp vormen. De langgerekte bebouwing concentreerde zich aan de Kerkstraat, waar het oude stadhuis tegenover de kerk in 1922 werd vernieuwd. Na de Tweede Wereldoorlog is Nederweert vooral aan de oost- en westzijde uitgebreid.
De
R.K. St.-Lambertuskerk (Kerkstraat 58) is een driebeukige pseudobasilicale kerk met vijfzijdig gesloten koor, dakruiter en een forse toren. In 1467 werd met de bouw van de rijke laat-gotische toren begonnen in een stijl die verwant is aan die van de torens van het Kempenland. De onderste vier geledingen hebben overhoekse steunberen en zijn per gevelvlak telkens voorzien van drie spaarnissen met gepaarde spitsbogen. De horizontale banden en de gotische
Nederweert, R.K. St.-Lambertuskerk
Nederweert, Kerkhofkapel
detaillering zijn uitgevoerd in tufsteen. Ook schip en koor dateren in opzet uit de 15de eeuw. De kerk brandde zowel in 1592 als in 1659 geheel uit. In 1840-'41 werd de kerk vrijwel geheel herbouwd en daarbij verbreed en verlengd. Bij de restauratie in 1899-1900 kreeg de toren een vijfde geleding met hoektorens, achtkantige lantaarn en naaldspits. De in 1944 door enkele voltreffers beschadigde toren werd in 1946-'48 hersteld en in 1983-'84 gerestaureerd.
Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven op kolommen, die op enkele oude basementen na dateren uit 1840-'41. Tot de oudste inventaris behoren koorbanken met laat-gotische versieringen (begin 16de eeuw), een hardstenen doopvont met koperen deksel (1698), kerkbanken (1756) en een kruisiginggroep (1776) die oorspronkelijk buiten tegen de koorsluiting stond. Het monumentale neobarokke hoofdaltaar werd in 1842-'45 vervaardigd door J. Buijssen met beeldhouwwerk van J.J. Peeters uit Antwerpen. Verder bevat de kerk communiebanken en een biechtstoel vervaardigd door P.J. Scheepers (1870), en een door A. Clerincx gebouwd orgel met monumentale neobarokke kast (1849; gerestaureerd 1955-'56).
Op het kerkhof staat een rijk uitgevoerde neogotische kerkhofkapel uit 1892, vermoedelijk naar ontwerp van Joh. Kayser. Er zijn grafkruisen uit 1692 en 1785, alsmede diverse interessante graftekens, waaronder die voor M.C. Beys († 1864), burgemeester P.J.H. Vullers († 1893), T. Beurskens († 1910) en pastoor J.H. Pijls († 1916).
De voorm. pastorie (Schoolstraat 5) uit 1883 is ontworpen door Joh. Kayser met neogotische- en chaletelementen. In 1932 kwam een nieuwe pastorie (Schoolstraat 2) tot stand naar ontwerp van J.M. Stals.
Het voorm. raadhuis (Kerkstraat 65) is een tweelaags pand uit 1921 naar plannen van L.J.P. Kooken. Het heeft een torenvormige ingangspartij met loggia op de verdieping en een zadeldak met dakruiter.
De R.K. lagere St.-Lambertusschool (Schoolstraat 1) is een tweelaags school uit circa 1957 met functionalistische details en stalen ramen. Het H. Hartbeeld dateert uit 1920.
Woonhuizen. Het dwarse eenlaagspand Kerkstraat 56 dateert volgens de jaartalankers uit 1659. In de eerste helft van de 19de eeuw is het in drieën gesplitst, waarna de twee rechter woningen in 1920 zijn verbouwd tot een woonen winkelpand. Het diepe eenlaags huis Kerkstraat 64 werd vermoedelijk rond 1672 gebouwd voor Jacob Mooren. De gezwenkte gevel uit circa 1700 is rond 1905 vernieuwd in machinale baksteen en met zandstenen omlijstingen. Het dwarse eenlaagspand Kerkstraat 27 werd in 1809 gebouwd als schoolmeesterswoning. Eclectische details heeft de blokvormige gepleisterde notariswoning Aan Vijftien 8 (circa 1870). Voorbeelden van sober neoclassicistische woonhuizen - met soms een enkel eclectisch detail - zijn Kerkstraat 38 en 63 (beide circa 1895) en Aan Vijftien 17 (1901). Rijker van vorm en met een laat-eclectische detaillering uitgevoerd is het later tot winkel verbouwde huis Kerkstraat 43-45 (circa 1905). Het in 1912 gebouwde woon- en winkelpand Kerkstraat 41 vertoont jugendstil-details.
Boerderijen. De boerderij Kerkstraat 29-31 is een gesloten hoeve met dwars geplaatst woonhuis tussen gezwenkte topgevels, gedateerd ‘1757’. Het woonhuis is in de 19de eeuw in tweeën gesplitst. De aan de overzijde van de binnenplaats gelegen schuur stamt uit 1787; de poortdeur in de zuidmuur werd