Geleen, Villa Cantemerle
95-97 werden in 1918 gebouwd als gemeentelijke dienstwoningen met arrestantenlokaal naar ontwerp van J. Bemelmans. De rij wit geschilderde huizen
Rijksweg Zuid 194-210 (1921), voorzien van risalieten en mansardedaken, is ontworpen door L. Gilissen.
Molenstraat 41 (1925) is een wit geschilderd tweelaags huis met haakse bouwdelen naar ontwerp van H. Schols. Dankzij de Staatsmijn Maurits groeide Geleen sterk vanaf de jaren twintig van de 20ste eeuw. Van de vele bij de mijn in het Mauritspark gebouwde beambtenwoningen resteren er achttien uit 1926 in blokken van twee en drie woningen. Het betreft de door A.J.N. Boosten ontworpen opzichterwoningen
Mauritspark 4-5,
6-8,
22-23 en
24-25 en de hoofdopzichterwoningen
Mauritspark 28-29 en
30-31. In 1927 ontwierp Boosten in opdracht van de Stichting ‘Thuis Best’ voor ‘Ons Limburg’ het traditionalistische woningcomplex
Prins de Lignestraat 4-18 en
5-27 voor beambten van de Staatsmijn. In 1938 kwamen als ingenieurswoningen de villa's
Beatrixlaan 2-4,
Irenelaan 2-6 en
Beatrixlaan 7 tot stand naar ontwerp van architect met de initialen B.G. van het bouwbureau van de Staatsmijnen.
Veel van de in het interbellum gebouwde huizen zijn in meer of mindere mate door het expressionisme beïnvloed. Interessante voorbeelden zijn de dubbele huizen
Mauritslaan 13-15 (1922) en
Graaf Huynlaan 10-12 en
11-13 (1927-'28), alle ontworpen door P.
Geleen, Woonhuis Graaf Huynlaan 19
Donders, en het vrijstaande zakelijk-expressionistische huis
Graaf Huynlaan 19 (1925) naar ontwerp van J. Prummel voor R. Dunning. Verder ontwierp J. Philips enkele huizen met expressionistische elementen, zoals bijvoorbeeld
Mauritslaan 61-63 (circa 1930),
Groenstraat 99-105 (1930),
Mauritslaan 6 (1932) en de villa
Rijksweg Noord 57 (1933). Van de hand van de Geleense architect H. Schols zijn diverse huizen met zakelijk-expressionistische elementen, zoals het dubbele huis
Agnes Printhagenstraat 27-29 (1932), de villa
Jodenstraat 27 (1935), het dubbele huis
Kummenaedestraat 19-21 (1936), de huizen
Norbertijnenstraat 38-46 (1935-'36),
Norbertijnenstraat 60-62 (1937) en het vrijstaande huis
Kummenaedestraat 92 (1937).
Andere voorbeelden met expressionistische elementen zijn Mauritslaan 34-36 (1935) en Past. Vonckenstraat 110 (1936), alle naar plannen van A. Jeurissen, Kummenaedestraat 94 (1936; B.A. Schinkel), Kummenaedestraat 37 (1937; H. Hautvast) en Agnes Printhagenstraat 31 (1938; W. Schelberg).
Het voorm. atelier van de beeldhouwersfirma Ramakers (Leurstraat 8) is een langgerekt eenlaagspand in neo-renaissancestijl, gebouwd in 1892 met een tot trapgevel opgetrokken middenrisaliet.
Winkels en horeca. Het hotel Markt 2 is een drielaags hoekpand met afgeschuinde hoek, gebouwd in 1922 naar ontwerp van W. Nierkens. Een afgeschuinde hoek hebben ook de voorm. vleeshouwerij Graaf Huynlaan 2 (1925), naar ontwerp van H. Bertrams, en het woon- en winkelpand Burg. Lemmensstraat 2 (1929). H. Schols ontwierp het forse, met plat dak uitgevoerde, drielaags woon- en winkelpand Markt 122-126/121-125 (1931) dat in een kwart cirkelvorm de straathoek markeert.
De voorm. Cinema Royal (Rijksweg Centrum 65-69), met winkel en woonhuis, is een drielaags pand met plat dak, gebouwd rond 1932 naar een zakelijk-expressionistisch ontwerp van H. Schols.
Boerderijen. Al in 1259 wordt de hoeve De Biesenhof (Biesenhof 1, Sweikhuizen) vermeld als bezit van de Ridders van de Duitse Orde te Alden Biesen. Het huidige wit geschilderde woongedeelte - met 13de eeuwse kelder -en een schuur stammen van 1772. De overige bouwdelen dateren in de huidige vorm uit de eerste helft van de 19de eeuw. Andere voorbeelden van gesloten hoeven zijn Bergstraat 5 (1865) en de deels gepleisterde hoeve Leurstraat 10 (mogelijk 1869). Marcellienstraat 18 is een in de kern van 1759 of 1785 daterend tweelaags huis dat enkele keren ingrijpend is gewijzigd, zoals in 1907, toen onder meer de huidige eclectische pleisterdecoratie werd aangebracht, en in 1924-'25, toen de rechter travee werd toegevoegd. De bijbehorende naastgelegen brouwerij-boerderij Marcellienstraat 20 van de voorm. bierbrouwerij ‘De Kroon J. Schrijnemakers’ werd in 1856 gebouwd voor Louis Defresne. Dit complex werd in 1869 gedeeltelijk voor bewoning geschikt gemaakt en nadien gewijzigd in 1882-'83 en in 1904, toen een stoommachine werd geplaatst.
De voorm. Staatsmijn Maurits (Mijnweg 1) werd vanaf 1915 als vierde en laatste staatsmijn aangelegd op de Graetheide. De productie startte in 1923. Lange tijd was het de grootste tweeschachtenmijn in Europa. In 1963 werd nog een derde schacht toegevoegd, maar in 1967 moest de mijn definitief sluiten. Daarna kwam op het terrein het chemieconcern DSM tot ontwikkeling, waarbij veel (fabrieks)gebouwen en installaties zijn verdwenen. Behouden bleef het hoofdkantoor uit 1924,