Monumenten in Nederland. Drenthe
(2001)–Redmer Alma, Sabine Broekhoven, Saskia van Ginkel-Meester, Chris Kolman, Ronald Stenvert– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 210]
| |
Zuidlaren, Herv. kerk
zuidzijde had oorspronkelijk ongeveer tien brinken met elk een eigen boerderijengroep. Het opvallend grote aantal brinken houdt mogelijk verband met hun functie als veemarkt. De eeuwenoude Zuidlaardermarkt getuigt hier nog van. De belangrijkste brinken - soms nog met dobben - zijn de Kerkbrink, de Brink en die aan de Zuiderstraat, de Kerkstraat en het Westeind. De bebouwing rondom de brinken is verdicht tussen 1850 en 1940. Aan de oostzijde van Zuidlaren ligt het landgoed van de havezate Laarwoud. Ten westen van het dorp bevindt zich de psychiatrische inrichting Dennenoord. Na de Tweede Wereldoorlog is Zuidlaren vooral aan de noordzijde uitgebreid. De kern van Zuidlaren is een beschermd dorpsgezicht. De Herv. kerk (Kerkbrink 3) is een eenbeukige kerk met een hoger, driezijdig gesloten koor en een ongelede toren met spaarvelden en ingesnoerde naaldspits. Het schip kwam vóór 1264 tot stand en heeft kleine spitsboogvensters en ingangen in de noordgevel (dichtgezet) en de zuidgevel. Naast de zuidingang bevindt zich een mogelijk 13de-eeuws reliëf van een gestileerde vis. De toren verrees rond 1300 en werd in de 15de eeuw verhoogd. Het laat-gotische koor met steunberen werd in de 15de eeuw gebouwd en in 1648 en in 1674 hersteld. De kerk is in 1972-'74 gerestaureerd naar plannen van P.L. de Vrieze. Het interieur wordt gedekt door een halfronde houten zoldering (schip) en stenen kruisgewelven (koor). De sluitsteen in het straalgewelf van de koorsluiting vermeldt het jaartal 1648. In 1841 heeft men het interieur vernieuwd. Twee gedenkstenen memoreren het herstel van het koor en het interieur. Tot de inventaris behoren een door Dirck Jans Bijmolt vervaardigde, rijk gesneden, preekstoel (1675) en verschillende herenbanken, waaronder de bank van de familie Van Selbach (eind 17de eeuw), aangevuld met delen van andere banken en voorzien van een geschilderd wapen, de bank van de familie De Drews (begin 18de eeuw) en de bank van de familie Van Heiden (tweede helft 18de eeuw), de laatste twee met gesneden wapens. Het orgel werd in 1787 gebouwd door Abraham Meere voor de Herv. kerk te Beusichem, in 1845 uitgebreid door A.A. Kuerten en in 1859 door P. van Oeckelen overgeplaatst naar Zuidlaren (gerestaureerd in 1982). Van Oekelen voorzag de door A. Meere sr. vervaardigde orgelkast uit 1787 van nieuwe ornamenten (adelaar, muziekinstrumenten en bladranken). Verder bevat de kerk enkele 17de- en 18de-eeuwse grafzerken voor de eerder genoemde voorname families en een memoriewapen voor Alexander Carel van Heiden († 1776). De oudste grafzerk is die voor predikant Arnoldus Böttichius († 1667). In de zuidgevel van de toren heeft men de grafzerk voor predikant Jacobus Biben († 1784) ingemetseld. De voorm. pastorie (Kerkbrink 44) is een rond 1890 opgetrokken herenhuis met ingangsomlijsting. De voorm. synagoge (Zuiderstraat 1) is een eenvoudig zaalgebouw uit 1884 met afgewolfd zadeldak en rondboogvensters. Boven de ingang zit een onleesbaar geworden gevelsteen. De Geref. kerk (Stationsweg 159) is een in 1937 gebouwde zaalkerk met geveltoren, licht inzwenkend zadeldak en een gedeeltelijke lichtbeuk. In 1939 zijn een kerkenraadkamer en een catechisatielokaal aangebouwd. Armenhuizen. Het voorm. armenhuis Brink Z.Z. 18-20 is een breed dwars pand met zadeldak, gebouwd rond 1850. In 1941 is de aangebouwde stal omgebouwd tot woning. Eveneens midden-19de-eeuws is het voorm. armenhuis De Millystraat 25-27. Dennenoord (Stationsweg/Hoofdlaan). | |
[pagina 211]
| |
Zuidlaren, Psychiatrische inrichting Dennenoord, hoofdgebouw
Deze psychiatrische inrichting op gereformeerde grondslag werd in 1895 gesticht. De benodigde grond was in 1892 door de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders Nederland aangekocht van Anna S.D. de Milly van Heiden Reinestein. De in opzet gesloten inrichting Dennenoord zou in de eerste dertig jaar uitgroeien tot een nagenoeg zelfvoorzienend dorp. In 1935 werd het nabijgelegen Noordersanatorium als open inrichting in gebruik genomen. De eerste naoorlogse nieuwbouw vond plaats in 1957, gevolgd door een algehele reorganisatie in de jaren zeventig. Op het grotendeels landschappelijk aangelegde terrein van Dennenoord bevinden zich nog verschillende gebouwen uit de begintijd en uit de jaren dertig van de 20ste eeuw. Het momenteel als hoofdkantoor fungerende hoofdgebouw (Hoofdlaan E 6) kwam in 1895 tot stand naar een ontwerp in neorenaissance-stijl van K. Hoekzema. Het tweelaags gebouw bestaat uit een middenpaviljoen en risalerende hoekpaviljoens (paviljoens Overmeer en Overbosch) die aan de achterzijde aansluiten op dwarsvleugels. Het middenrisaliet met de hoofdingang heeft een rijke gevelbeëindiging. Bij de restauratie in 1993 zijn het interieur en de meeste vensters gewijzigd. Eveneens uit 1895 dateert de slanke ronde watertoren (Hoofdlaan E 42) met een reservoir op uitkragend boogfries. Het ontwerp met neorenaissance-details is waarschijnlijk van K. Hoekzema. Uit de begintijd en mogelijk ook naar ontwerpen van K. Hoekzema zijn het rond 1900 in neorenaissance-stijl uitgevoerde tweelaags paviljoen ‘Randwijk’ (Hoofdlaan E 16), de portierswoning (Hoofdlaan E 8), de circa 1910 opgetrokken Ontmoetingskerk (Hoofdlaan E 37) - een T-vormige zaalkerk voorzien van een halfingebouwde toren met rondboogfries en naaldspits - en de voorm. directiewoning (Hoofdlaan E 3), een gepleisterde villa met jugendstil-elementen (circa 1910). Het economiegebouw (Hoofdlaan E 43) bestaat uit een gedeelte met neorenaissance-detaillering (circa 1900) en een uitbreiding op T-vormig grondplan (circa 1930). Dat laatste gedeelte vertoont grote stijlovereenkomst met het blokvormige woonhuis ‘Uitzicht’ (Hoofdlaan E 10). In 1931 volgde G. Hoekzema zijn vader op als architect van de inrichting. Van zijn hand zijn waarschijnlijk de rond 1935 in zakelijk-expressionistische vormen gebouwde tweelaags paviljoens ‘Zonneheuvel’ (Hoofdlaan E 19) en ‘Vredestein’ (Hoofdlaan E 20). Facilitaire gebouwen uit de jaren dertig zijn onder meer de wasserij (Hoofdlaan E 23), de dienstgebouwen voor de technische dienst (Hoofdlaan E 24-25) en het pompgebouw (Hoofdlaan E 41), dat de functie van de naastgelegen watertoren heeft overgenomen. Het voorm. ketelhuis (Hoofdlaan E 45), thans kantoor
Zuidlaren, Dennenoord, watertoren
‘Boomklever’, is uitgevoerd in zakelijk-expressionistische stijl. Het voorm. Noordersanatorium (Stationsweg 163) werd in 1935 als open psychiatrische inrichting gebouwd in functionalistische en zakelijk-expressionistische vormen naar ontwerp van E. Reitsma. Het in gele baksteen opgetrokken gebouw is samengesteld uit een hoog torenachtig centraal bouwdeel met radiaalsgewijs vier lage, niet gelijkvormige vleugels. Het grote gebrandschilderde raam (1935) in het trappenhuis is ontworpen door J. Wijkmans, met ter plaatse van de eerste en tweede verdieping figuratieve voorstellingen (de wonderen van Petrus en de parabel van de barmhartige Samaritaan). De bijnaam Het Blauwe Paviljoen ontleent het gebouw aan de blauw geglazuurde tegels aan de buitenzijde, met name rond de ingang. Als gevolg van de reorganisatie van Dennenoord in de jaren zeventig verloor het Noordersanatorium zijn functie. Het pand werd in 1988 verkocht. | |
[pagina 212]
| |
Zuidlaren, Noordersanatorium (1993)
Na interne verbouwing en restauratie dient het momenteel als farmaceutisch onderzoeksinstituut. De tuin in een gemengde tuinstijl is rond 1935 aangelegd naar ontwerp van J. Vroom jr. In de directe omgeving van het gebouw bevindt zich een formele tuinaanleg met een grote vijver en daar
Zuidlaren, Postkantoor
omheen een landschappelijke tuin in aansluiting op het bestaande bos. De voorm. directeurswoning (Stationsweg 163) uit 1935 is opgetrokken in dezelfde stijl als het sanatorium en is eveneens ontworpen door E. Reitsma. Het voorm. raadhuis (De Millystraat 17), ook bekend als ‘Huize Lariks’, is een groot pand uit 1908 met neorenaissanceen jugendstil-detaillering. Karakteristiek zijn het samengestelde dak, het tweekleurige metselwerk en het torenachtige bouwdeel met inpandig ingangsportaal. Het gebouw is tot 1959 als raadhuis in gebruik geweest. Het postkantoor (Marktstraat 1) kwam rond 1910 tot stand naar plannen van rijksbouwmeester C.H. Peters, in een combinatie van chaletstijl-elementen en neogotische details. De voorm. Graaf Adolf van Nassaukazerne (Annerweg 32) werd in 1938 gebouwd als grensbataljonkazerne naar plannen van genie-kapitein A. Boost en met E. Reitsma als uitvoerend architect. De onderdoorgang van het hoofdgebouw leidt naar de voorm. binnenplaats waar zich de overige kazernegebouwen bevonden (gesloopt in 1995). Het gebouw dient nu als politiebureau en kantoor van het waterschap Hunze en Aa's. Laarwoud (Laarweg 6). Dit in een parkbos gesitueerde, omgrachte landhuis was oorspronkelijk eigendom van de familie Van Selbach en werd in 1750 gekocht door Alexander Carel van Heiden. Op zijn verzoek werd het recht van | |
[pagina 213]
| |
Zuidlaren, Landhuis Laarwoud, plattegrond
havezate van het huis Vledderinge verlegd naar Laarwoud. Door vererving kwam Laarwoud aan de familie De Milly van Heiden Reinestein, die het tot 1905 bewoonde, waarna de gemeente het in 1915 met bijbehorende tuinen en bos aankocht als ambtswoning voor de burgemeester. Na de restauratie in 1952-'59 is Laarwoud als raadhuis in gebruik genomen. Het landhuis is samengesteld uit een tweelaags middenblok, gebouwd in 1688, en twee kort na 1750 aangebrachte, lagere, risalerende zijvleugels. De rechtervleugel is begin 19de eeuw uitgebreid en aan de linkervleugel heeft men in 1959 een gedeelte toegevoegd. Het huis
Zuidlaren, Landhuis Laarwoud
bezit een kleine kelder met opkamer tussen de kamers aan de achterzijde van het middenblok. In de huidige burgemeesterskamer is bij de restauratie een beschilderde zoldering herplaatst, die eerder naar het Drents museum in Assen was overgebracht. De beschildering, met een allegorische voorstelling gebaseerd op psalm 85:11-13, dateert wellicht uit 1698. De raadzaal en de trouwzaal bevatten van elders afkomstige 18de-eeuwse schouwen. Op het voorplein staat een laat-17de- of vroeg-18de-eeuws bouwhuis met zadeldak tussen topgevels, voorzien van roedenvensters met halve luiken. In 1989 is het verbonden met een nieuw kantoorgebouw. Bij een zij-ingang van het omringende park staan twee gemetselde hekpijlers bekroond door schilddragende leeuwen. Laar End (Brink Z.Z. 8) is een gepleisterd herenhuis voorzien van een natuurstenen middenpartij met pilasteromlijsting en een gevelveld met de naam van het huis. Het oorspronkelijke eenlaags pand uit circa 1865 kreeg bij een verhoging rond 1900 de huidige vorm. Klein Laarwoud (Groningerstraat 1) is een eclectisch vormgegeven, wit geschilderd herenhuis uit circa 1885, voorzien van een centrale ingangspartij met balkon op consoles en een serre aan de rechterzijgevel. Aan de achterzijde bevindt zich een eenlaags aanbouw. Woonhuizen. In neoclassicistische vormen opgetrokken zijn het herenhuis Brink O.Z. 2, met licht risalerende middenpartij en omlijste rondboogdeur, en het middenganghuis Burgvoort (De Millystraat 31), beide gebouwd rond 1865. Het gepleisterde middenganghuis Groningerstraat 11 (circa 1880) is jarenlang als dokterswoning in gebruik geweest. Eclectische vormen vertoont het middenganghuis De Millystraat 11 uit 1897. Groningerstraat 30, een onderkelderd woonhuis met aangebouwde schuur uit circa 1900, valt op door paviljoenvormige hoekpartijen aan weerszijden van de centrale ingangspartij. Uit dezelfde tijd dateert het woon- en winkelpand Telefoonstraat 24, waarvan de gebroken voorgevel wordt bekroond door een geprofileerde daklijst met fries. De winkelpui is voorzien van houten lisenen en verkropte kroonlijst. In jugendstil uitgevoerd is de uit 1910 | |
[pagina 214]
| |
Zuidlaren, Hotel De Millystraat 6
daterende, gepleisterde villa Stationsweg 30, bekend als het Notoarishoes. Het pand heeft een in schoon metselwerk uitgevoerde detaillering en een uitgebouwd ingangsportaal met organisch vorm gegeven kolommen. Jugendstil-elementen vertonen verder de gepleisterde villa Kerkbrink 1 (circa 1915) met vergulde florale motieven in de geveltoppen, en de villa Groningerstraat 2 uit 1915 met gepleisterde en in meerkleurig metselwerk uitgevoerde decoratieve elementen. Groningerstraat 8 (circa 1925) is een voorbeeld van een klein landhuis met rieten kap in expressionistische stijl. Het expressionistische pand De Berkenhof (Wilhelminalaan 4) is rond 1930 gebouwd als villa voor een juwelier. Opvallend is de windvaan met de voorstelling van een smid aan het werk. De hoofdvorm van het gebouw is afgeleid van een kop-rompboerderij. Bij de verbouwing tot verpleeghuis heeft men een deel van het interieur en de totale achterzijde van het pand ingrijpend gewijzigd. De naastgelegen woning (Wilhelminalaan 2) werd gebruikt door de chauffeur. Boerderijen. De boerderijen Brink Z.Z. 12 en De Millystraat 15 zijn oorspronkelijk middenganghuizen uit de tweede helft van de 19de eeuw met rond 1900 aangebouwde schuren. De rond 1885 opgetrokken krimpenboerderij Groningerstraat 17 is voorzien van zaadzoldervensters en een latere serre met jugendstil glas-in-lood-bovenlichten. De in 1935 voor paardenhandelaar Roelfsema in het centrum van Zuidlaren gebouwde boerderij Kerkstraat 23 is een laat voorbeeld van een krimpenboerderij. Richting Midlaren staat de Kajuithoeve (Groningerstraat 28), een krimpenboerderij uit circa 1910. Het voorhuis met risalerende middenpartij is voorzien van decoratieve elementen in neorenaissance- en chaletstijl. Vergelijkbaar, maar soberder uitgevoerd is Annerweg 61. Horeca. Het voorm. hotel Sissingh, later In den Ros Beyaert en nu caférestaurant ‘La Veranda’ (Kerkbrink 2) heeft een 17de-eeuwse oorsprong maar kreeg zijn huidige vorm in de 19de eeuw. Het gepleisterde, tweebeukige pand heeft aan de voorzijde een balkon en een gaanderij op toskaanse zuilen; een gietijzeren uithangbord vermeldt de naam ‘In den Ros Beyaert’. Het interieur bevat een 17de-eeuwse schouw met de wapens van de families Sichterman en Ellents. De naastgelegen winkel Kerkbrink 4, met gaanderij en loggia, behoorde oorspronkelijk ook tot het hotelcomplex. Het hotel De Millystraat 6, nu ‘Grand Café Centraal’, werd rond 1890 gebouwd in neoclassicistische stijl en is voorzien van een risalerende middenpartij met een balkon op houten zuilen. Het pand heeft geruime tijd dienst gedaan als Chr. militair tehuis. De oorspronkelijke schuur met doorrit aan de linkerzijde is later verbouwd tot twee winkels. Het rond 1915 gebouwde café Boschhuis (De Millystraat 12) vertoont jugendstil-elementen. Oorspronkelijk bood het pand ook onderdak aan een winkel en een woonhuis. In 1940 heeft men de winkel bij de woning getrokken en midden jaren vijftig is het café gewijzigd en uitgebreid. De bijschuur is in 1959 verbouwd tot ‘oud-Drents’ zaaltje. Het voorm. veerhuis (Havenstraat 2) is een langgerekt dwars pand uit 1835, dat in 1987 is gerenoveerd en verbouwd tot woning en kantoorruimte. Een gevelsteen herinnert aan de aanleg van het Zuidlaarderkanaal (1834) en de opening daarvan door burgemeester Louis graaf van Heiden Reinestein (1835). Windmolen ‘De Wachter’ (Havenstraat 36) is een achtkantige stellingmolen met een met riet beklede kap en romp op een gemetselde vierkante onderbouw. Aan weerszijden van de hoge onderbouw is een woning opgetrokken. De molen werd in 1851 gebouwd als olie- en korenmolen en is in 1978 gerestaureerd. In een bijgebouwde bedrijfsruimte bevindt zich een grote compound-stoommachine uit 1895, die rond 1960 naar hier is overgebracht. De Groeve. Deze nederzetting ten noordoosten van Zuidlaren is ontstaan na 1850. De openbare lagere school ‘De Schuthoek’ (Hunzeweg 82) is rond 1925 gebouwd als een tweeklassige school in expressionistische vormen. De naastgelegen onderwijzerswoning (Hunzeweg 84) dateert uit dezelfde tijd. De voorm. zuivelfabriek (Hunzeweg 18-20) werd in 1893 opgericht en kreeg het huidige zakelijk-expressionistische uiterlijk bij een verbouwing rond 1935. Opvallend zijn de geglazuurde tegels op de gevelhoeken. Op de grens van Zuidlaren en De Groeve staat de poldermolen ‘De Boezemvriend’ (Hunzeweg 4), een achtkantige grondzeiler voorzien van een vijzel. De molen heeft gemetselde veldmuren, een met hout beklede romp en een met dakleer beklede kap. De molen werd in 1871 gebouwd door molenmaker P. Medendorp ter vervanging van een voorganger. De in 1990 gerestaureerde molen dient nu als hulpbemaling voor het Waterschap Oostermoerse Vaart. Zuidlaarderveen. Dit dorp ten | |
[pagina 215]
| |
Schuilingsoord bij Zuidlaren, Boerderij Hogeweg 2
oosten van Zuidlaren is ontstaan in de 19de eeuw als randveenwegdorp op een zandopduiking aan de oostzijde van de Hunze. Boerderijen. Opvallend is de grote krimpenboerderij ‘De Horst’ (Dorpsstraat 72) uit circa 1905, met onderkelderd voorhuis voorzien van kroonlijst, zaadzoldervensters en een asymmetrisch geplaatste, omlijste ingangspartij. Uit dezelfde tijd en eveneens uitgevoerd met een onderkelderd voorhuis met zaadzoldervensters zijn de grote krimpenboerderijen Dorpsstraat 4, met een met rietgedekte schuur en een later aangebouwde erker met balkon, en Dorpsstraat 6-8, voorzien van een licht risalerende middenpartij en hoekpilasters. De moderne krimpenboerderij Dorpsstraat 2 (circa 1935) heeft een tweezijdige erker en balkon in het midden van de voorgevel. Schuilingsoord. Deze ontginningsnederzetting ten zuiden van Zuidlaren is rond 1900 ontstaan en genoemd naar vervener Schuiling, die op de grens met Anloo veenderijen exploiteerde. Het voorm. tolhuis (Hogeweg 9), uitgevoerd met geschulpte windveren, dateert uit circa 1880. De voorm. openbare lagere school (Hogeweg 30) is rond 1915 gebouwd als een drieklassige school en dient nu als buurthuis en kinderdagverblijf. Voorbeelden van arbeiderswoningen zijn de krimpenwoningen Hogeweg 31-35 (circa 1915) en de dubbele woonhuizen Hogeweg 21-29 (circa 1925). De in 1937 opgetrokken ontginningsboerderij Hogeweg 2 bestaat uit een vrijstaand woonhuis en een grote schuur. Deze schuur met rieten dak heeft door steunberen gelede zijgevels en inpandig een zomer- of knechtenverblijf. |
|