vanging van een vrijstaande tufstenen voorganger. De met tufsteen beklede bakstenen toren werd in de 14de eeuw in baksteen verhoogd en aan de noordzijde van een traptoren voorzien. In de toren hangen een door J. Borchhardt gegoten klok (1764). Het huidige gotische koor kwam in de 14de eeuw tot stand ter vervanging van het romaanse koor. Het eenbeukige romaanse schip heeft men in de 15de eeuw in fases verbouwd tot een gotische schip met zijbeuken, waarbij de toren werd ingebouwd. Tufsteen van de oude kerk werd hergebruikt voor de onderste delen van de muren en de iets bredere noordbeuk. Bij de restauratie in 1955-'59, onder leiding van J. Boelens, zijn de in 1759 door brand verwoeste stenen kruisribgewelven in het middenschip en de zuidbeuk weer aangebracht. Een gevelsteen boven de zuidingang herinnert aan die brand en de herbouw. Verder heeft men bij de restauratie de muren van de zuidbeuk verhoogd, dichtgezette gotische vensters weer geopend, het koepelgewelf boven de begane grond van de toren gereconstrueerd en de consistorie aan de noordzijde van de kerk herbouwd. Tot de kerkinventaris behoren een 12de-eeuwse zandstenen sarcofaagdeksel, die als altaartafel heeft dienst gedaan, een preekstoel en herenbank uit 1760 en een in 1882 door de gebroeders Van Oeckelen met gebruik van ouder materiaal gebouwd orgel. Verder is er een geschilderd drieluik met de verbeelding van de Heilige Drieëenheid, vervaardigd in 1956-'58 door D. Aalbers-Kollewijn. Een gebrandschilderd raam uit 1940, naar ontwerp van J. Dijkstra,
herinnert aan de organiste M.H. Mulder. Bij de restauratie heeft men een keienbestrating met christelijke symbolen rond de kerk aangelegd naar ontwerp van A. Brouwer.
Het voorm.
armenwerkhuis (Groningerweg 6) heeft een T-vormige plattegrond met een eenlaags dwars voorhuis met hoger middengedeelte. Blijkens de gevelsteen is het werkhuis in 1861 opgericht door de gereformeerde gemeente. De achteraanbouw is van recente datum. Het voorm.
schultehuis (Brink 7) is een dwars eenlaagspand met schilddak, maniëristische elementen en de jaartalankers ‘1604’. Bij een ingrijpende restauratie in 1935-'37 heeft men de oorspronkelijke
Diever, Boerderij Kastanjelaan 18
vorm gereconstrueerd, waaronder de kruiskozijnen. Boven de ingang bevindt zich een gevelsteen met het bouwjaar en het wapen van de familie Ketel. Leden van die familie hebben tussen 1595 en 1737 de functie van schulte bekleed.
Het raadhuis (Brink 4) is een blokvormig pand met eenlaags zijvleugel, gebouwd in 1957 naar een traditionalistisch ontwerp van J. Boelens.
Boerderijen. In Diever bevinden zich enkele hallenhuisboerderijen met een 18de-eeuwse kern, zoals de deels onderkelderde boerderij Kastanjelaan 18, met twee dwarsdelen en in de topgevel 19de-eeuwse halfronde vensters met gietijzeren tracering, en de forse boerderij Kruisstraat 2, met dwarsdeel en topgevel en een jonger bedrijfsgedeelte. De rond 1830 gebouwde hallenhuisboerderij Hoofdstraat 56 heeft een omlijste ingang en een bedrijfsgedeelte evenwijdig aan de straat. Een langsdeel met doorrit naast het woongedeelte hebben de uit 1862 daterende boerderijen Brink 2 en Hoofdstraat 33. Voorbeelden van 19de-eeuwse hallenhuisboerderijen met dwarsdeel zijn de Fledderus Hoeve (Kasteel 12; circa 1860), met deels onderkelderd, dubbel voorhuis, Achterstraat 14-26 (circa 1880) en Brink 11 (circa 1885). De laatste heeft een fors, dwars geplaatst en deels onderkelderd voorhuis met omlijste ingang en een tot dakkapel verhoogd middengedeelte. De serre en de aanbouw met plat dak zijn later toegevoegd. Jongere voorbeelden van hallenhuisboerderijen met dwarsdeel en deels onderkelderd voorhuis zijn Hoofdstraat 34 (circa 1890), met dakkapel, Hoofdstraat 78 (circa 1900), met ingezwenkte lijstgevel, Achterstraat 9 (circa 1910), met omlijste ingang, Moleneinde 6 (1912), met twee dwarsdelen, Van Osstraat 4 (1924) en Oldendiever 5 (circa 1925). De rond 1940 opgetrokken boerderij Noordes 6 heeft een wit geschilderd tweelaags voorhuis in chalet-achtige stijl voorzien van een overdekt omgaand houten balkon.
Woonhuizen. Aardige vroeg-20ste-eeuwse huizen in Diever zijn het tweebeukige huis Kruisstraat 4 uit 1904 en de deels gepleisterde villa Hoofdstraat 11 uit 1908 met serre. In 1918 als dokterswoning gebouwd is De Beukenhof (Hoofdstraat 15), bestaand uit twee haakse bouwdelen en een serre en uitgevoerd met een vakwerktopgevel. Rond 1930 gebouwd zijn het L-vormige huis Kruisstraat 8, met mansardedaken en expressionistische details, en het eenlaagspand Moleneinde 26, met tentdak en hoger opgetrokken middengedeelte. Zakelijk-expressionistische invloeden vertonen de huizen Zonnehoekje Brink 9 (circa 1930), Iemenhof (Brinkstraat 2; circa 1935) en Hoogheem (Brinkstraat 12; circa 1935).