Dongjum (Doanjum)
(gemeente Franekeradeel)
Terpdorp, ontstaan rond het begin van de jaartelling op een kwelderwal. Het dorp ligt aan de kruising van de weg van Franeker naar Tzummarum en de weg naar Berlikum. In 1902 kreeg Dongjum een station aan de spoorlijn Leeuwarden-Stiens-Harlingen (opgeheven in 1936).
De Herv. kerk (Dorpsstraat 8) is een driezijdig gesloten zaalkerk voorzien van een half ingebouwde, ongelede toren met ingesnoerde spits. De huidige kerk werd in 1777 gebouwd ter vervanging van een oudere voorganger. Het muurwerk wordt door spaarvelden tussen lisenen geleed. In de toren hangt een klok uit 1553. Tot de inventaris behoren een preekstoel en doophek (circa 1777), een door Jan Baptist Xavéry vervaardigd grafmonument voor Sicco van Goslinga (1737; beschadigd in 1777 en 1795) en een door L. van Dam & Zn. gebouwd orgel (1849). Het verhoogde kerkhof rond de kerk heeft een gietijzeren toegangshek uit 1870.
Het voorm. station (Hovensreed 1) is een bescheiden eenlaagspand met neorenaissance-elementen, opgetrokken in 1902 als haltegebouw derde klasse van de Noord-Friesche Locaalspoorwegmaatschappij (NFLS) aan de spoorlijn Leeuwarden-Stiens-Harlingen (opgeheven in 1936).
Boerderijen. In de omgeving van Dongjum liggen enkele interessante boerderijen. De kop-hals-rompboerderij Tzummarumerweg 30 heeft een onderkelderd voorhuis uit circa 1850 met zadeldak tussen topgevels en een omgaande kroonlijst. In de lange zijgevel bevindt zich een omlijste ingang met dubbele stoep. Rond 1870 gebouwd is de stelpboerderij Hovensreed 3, voorzien van een rieten dak met uileborden en een door fronton en hoekpilasters omlijst middenrisaliet in de voorgevel. De boerderij Hovensreed 10 heeft een neoclassicistisch, deels onderkelderd dwars voorhuis uit 1883.
Boer. Terpdorp gelegen ten noordoosten van Dongjum. De voorm. Herv. kerk (Oude Weg 1), oorspronkelijk gewijd aan Maria, is een gepleisterde eenbeukige kerk met vijfzijdig gesloten koor en een ongelede toren met ingesnoerde spits. De van oorsprong vermoedelijk vroeg-12de-eeuwse kerk is in de 16de eeuw verhoogd en voorzien van een gotisch koor met steunberen en een toren. In de nadien beklampte toren hangt een door Willem Wegewaert gegoten klok (1561). Tegen de zuidgevel van het schip staat in rode zandsteen uitgevoerd classicistisch ingangsportaal uit 1664, gesierd met schilddragende leeuwen en vaas. Dit portaal is afkomstig van de nabijgelegen, gesloopte Elgersmastate. Het interieur wordt gedekt door een 17de-eeuws tongewelf. Tot de inventaris behoren een rijk versierde 17de-eeuwse preekstoel, gemerkt I.v. Kingma, met doophek, een scheidingswand met deuren en een doodsbaar (1731). Op het verhoogd gelegen kerkhof met voornamelijk 19de-eeuwse graven bevindt zich de grafkelder van de familie Stinstra-Banga met het graf van Joannes Stinstra († 1842). De voorm. pastorie (Miedweg 2) is een van oorsprong mogelijk 16de- of vroeg 17de-eeuwse onderkelderde woning, opgetrokken met grote baksteenmoppen. De topgevel is voorzien van kloostervensters en duivengaten. Inwendig bevinden zich balken op gesneden sleutelstukken.