Ballum, Klokkentoren
Tot de inventaris behoort een bijzonder rijke maniëristische preekstoelkuip met gecanneleerde corintische pilasters en panelen versierd met schelpmotieven en bloemstukken. De in 1604 door Claes Jelles vervaardigde preekstoel is afkomstig uit de Herv. kerk van Harlingen (aangekocht in 1771).
De Doopsgez. kerk (Camminghastraat 9) is een sobere zaalkerk uit 1883, opgetrokken naar plannen van P. Ynsen.
Woonhuizen. Veel woonhuizen zijn van het voor Ameland karakteristieke type commandeurshuizen. Deze diepe eenlaagspanden hebben een zadeldak tussen puntgevels, voorzien van vlechtingen en twee lijsten - een muizetandlijst en daarboven een bloklijst. De schouw is tegen de voorgevel geplaatst, wat leidt tot een asymmetrische plaatsing van het zoldervenster. Boven dit venster zit een hijshaak. Goede voorbeelden zijn Camminghastraat 35 (1676, herbouwd in 1859) en het als dubbel huis uitgevoerde G. Kosterweg 10, met de jaartalankers 1731 (achter) en 1736 (voor). Later verbouwd en vereenvoudigd zijn: Camminghastraat 5 (1771), G. Kosterweg 8 (1807) en Camminghastraat 39 (1852). Enkele huizen zijn tot dwarsdeelboerderij verbouwd, waaronder: Camminghastraat 13 (1779), Nesserweg 1 (1780) en het dubbele huis G. Kosterweg 11-13 (1798), waarvan het oostelijk deel een boerderijfunctie heeft.
De
Alg. begraafplaats (Smitteweg 4) was oorspronkelijk het kerkhof van de in 1838 gesloopte 13de-eeuwse kerk. Opvallend is de enorme grafzerk voor Wytzo van Cammingha († 1552) op de grafkelder van de Van Camminghas in het vroegere koor van de kerk. De door Vincent Lucas in vroege renaissancevormen
Ballum, Alg. begraafplaats, Grafzerk voor Wytzo van Cammingha
rijk bewerkte hardstenen zerk toont een ridder in wapenrusting geflankeerd door deugden. De zerk wordt beschermd door een recent stenen baarhuisje. De andere grafstenen dateren vanaf 1789.