Ameland (It Amelân)
(gemeente Ameland)
Waddeneiland, vermoedelijk ontstaan in de 13de eeuw en voor het eerst vermeld in 1307. In de huidige vorm bestaat Ameland uit drie aaneen gegroeide eilanden. Het westelijke deel - met de dorpen Hollum, Ballum en het in de 18de eeuw weggespoelde dorp Sier - was oorspronkelijk door een slenk gescheiden van het deel met Nes en Buren. Oostelijk hiervan ligt het natuurgebied Het Oerd, waarvan het dorp Oerd is verdwenen. Graaf Willem IV van Holland beleende Arent van Egmond in 1368 met de heerlijkheid Ameland. In 1425 kwam deze in handen van de familie Van Cammingha. Onder dit bestuur leidde het eiland een tamelijk onafhankelijk bestaan en van 1587 tot 1627 was het zelfs geheel zelfstandig als vrije soevereniteit. In 1680 viel Ameland toe aan vrouwe Rixt van Donia. Kort daarop kwam het in handen van de familie Schwartzenberg thoe Hohenlansberg. Deze familie verkocht het eiland in 1704 aan Johan Willem Friso. In 1801 werd Ameland bij Friesland ingelijfd.
De belangrijkste bestaansbron van het eiland was in de 17de eeuw de koopvaardij; in de 18de eeuw werd dit de walvisvaart. Vanaf het midden van de 18de eeuw tot het eind van de 19de eeuw werd er op het eiland nauwelijks gebouwd. Een deel van de bebouwing in de dorpen werd zelfs gesloopt of tot boerderij verbouwd. Rond Hollum, Ballum en Buren lagen essen. De buiten de essen gelegen en met lage zodendijken omringde grieën gebruikte men als weiland en de essen als bouwland. Ter voorkoming van een tweedeling werd in 1846-'51 tussen Ballum en Nes de Môchdijk als stuifdijk aangelegd, in 1893 gevolgd door de Kooioerdstuifdijk tussen Buren en Het Oerd. Het westelijke deel van het eiland kreeg in 1913-'15 een dijk aan de zijde van de Wadden en in 1928-'30 een dijk aan de oostzijde tot aan de Kooiduinen. In 1916 werd de hoofdweg van Nes naar Hollum bestraat. Ten behoeve van het
Ameland, Kerkhof Hollum, grafstenen