Loenen
(gemeente Apeldoorn)
Esdorp, ontstaan in de late middeleeuwen op de oostflank van de Veluwestuwwal. Bij het dorp verrees de havezate Ter Horst. Aan de Loenense Molenbeek werden enkele watermolens gebouwd. Door de ligging aan de weg Apeldoorn-Dieren kreeg Loenen in de 19de eeuw enige lintbebouwing, die later is verdicht.
De Herv. kerk (Beekbergerweg 7) is een T-vormige kerk met een toren van vier geledingen met ingesnoerde spits. De toren verrees in de 15de eeuw. Erin hangen twee klokken; de ene is gegoten door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers (1630), de andere door Johan, Peter en Henrick van Trier (1651). De met rondboogvensters uitgevoerde kerk kwam in 1861 tot stand naar plannen van A.J. Brevet. Tot de inventaris behoren enkele 17de-eeuwse grafzerken, een preekstoel van Hendrik Wilbrink (1744) en een door E. Leichel in 1871 geplaatst en vergroot 17de-eeuws orgel (gerestaureerd in 1978).
Het kerkhof heeft een monumentaal ingangshek met hardstenen hekpijlers, geschonken in 1892 door de in Loenen geboren Groninger industrieel W.A. Scholten.
De
R.K. kerk St. Antonius Abt (Hoofdweg 51) is een neoclassicistische zaalkerk voorzien van een toren
Loenen, R.K. kerk St. Antonius Abt
van twee geledingen met tweeledige, opengewerkte, achtkantige houten opbouw en een naaldspits. De kerk verrees in 1847-'48 naar ontwerp van E. Kroon in opdracht van C.F.I.F. Hackfort. De zijbeuken zijn in 1927 toegevoegd naar plannen van J.G.A. van Dongen. Tot de inventaris behoren 17de-eeuwse herenbanken van de familie Hackfort, een door atelier Lenaerts & Houtermans vervaardigd hoofdaltaar (1867) en een door de Gebr. Gradussen gebouwd orgel (1892).
Op het kerkhof bevindt zich een grafkelder met hardstenen grafkruis voor de familie Hackfort.
Ter Horst (Hoofdweg 74) is een omgrachte havezate, gesticht in 1557 door Wijnand Hackfort en zijn vrouw Aleid Boshof. Het rijzige huis heeft een zadeldak tussen in- en uitgezwenkte topgevels met duivengaten. Aan de huidige achterzijde bevindt zich een voorm. ingangsuitbouw voorzien van een in- en uitgezwenkte topgevel met overhoekse pinakels en een asymmetrisch geplaatste, in baksteen uitgevoerde vroeg-renaissancistische aedicula. Olivier G.W.J. Hackfort liet in 1791-'92 de ingang verplaatsen naar de noordzijde, waar een hardstenen voorgevel verrees. Deze gevel, met doorlopend basement en een middenrisaliet met kolossale ionische zuilen en fronton, is ontworpen door Roelof Roelofs Viervant. In de toen geplaatste dakruiter hangen twee klokken, de ene van Jan Abert de Grave (1717), de andere van H. Kemper (1728).