sche vormen kwam rond 1500 tot stand. Het monumentale transept en het koor verrezen in 1923-'33 naar plannen van H.W. Valk in traditionalistische vormen, ter vervanging van een koorpartij uit 1891 ter plaatse van het gotische koor. De kerk is in 1991-'92 gerestaureerd. Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven, die rusten op kraagstenen met mannen- en vrouwenfiguren. Tot de inventaris behoren een gotisch doopvont (15de eeuw), enkele laat-gotische beelden en een grafzerk voor Herman van den Loo (†1569). De omtuining van het doopvont, vermoedelijk oorspronkelijk deel van een orgelgalerij, stamt uit de vroege 18de eeuw.
De Beerenclaauw (Beerenclaauwstraat 8) is een voorm. havezate, waarvan de kelders en mogelijk delen van het opgaande werk uit de late middeleeuwen dateren.
Rijswijk (Rijswijksestraat 2) is een voorm. havezate, waarvan het L-vormige huis nog balkenzolders en kaponderdelen uit de 16de eeuw bevat.
Van de voorm. windmolen ‘De Welvaart’ (Achtergaardsestraat 17) resteert de romp. Deze in 1852 voor B. Berendsen gebouwde stellingkorenmolen dient als graansilo voor de naastgelegen maalderij. Dorpsstraat 41 is een andere karakteristieke laat-19de-eeuwse maalderij.