Bennekom
(gemeente Ede)
Dorp, ontstaan in de middeleeuwen als flankesdorp op de westrand van de Veluwestuwwal. Later groeide het uit tot brinkdorp. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Bennekom zich tot forensendorp voor Ede en Wageningen en is het naar alle zijden sterk uitgebreid.
De Herv. kerk (Dorpsstraat 45) is een driebeukige pseudobasilicale kerk met dubbele dwarsbouw en een ingebouwde toren van vier geledingen met ingesnoerde naaldspits. De vroeg-gotische toren met blindnissen en driepasfriezen verrees begin 14de eeuw en werd verhoogd in het tweede kwart van de 16de eeuw. In de toren hangt een door Peter en Hendrick van Trier gegoten klok (1650). Het huidige, nooit geheel voltooide, schip met langs de toren doorgetrokken zijbeuken kwam tot stand in het tweede kwart van de 16de eeuw. Het gotische koor verving men in 1857 door een forse dwarsbouw met neogotische details; dit deel van de kerk is in 1906 hersteld en versoberd. Inwendig worden de zijbeuken gedekt door netgewelven en heeft het schip pijlers waarvan de kapitelen (1541-'42) ten dele figuraal beeldhouwwerk vertonen, met onder meer afbeeldingen van bouwvakkers. Tot de inventaris behoren enkele 16de- en 17de-eeuwse grafzerken, twee herenbanken (begin 18de eeuw) en een door E. Leichel gebouwd orgel met neogotische kast (1878).
De Geref. kerk (Brinkstraat 41) is een kruiskerk met slanke, terzijde staande toren, gebouwd in 1926-'27 naar plannen van J.B. Radstake. De gebrandschilderde ramen (1947) zijn van G.T.J. Temme.
De R.K. kerk Maria Virgo Regina (Heelsumseweg 1) is een interessante moderne kerk met lage open klokkentoren, gebouwd in 1956-'57 naar plannen van P. Starmans.
Het voorm. postkantoor (Dorpsstraat 2), met gepleisterde bovenrand en topgevels, kwam in 1909 tot stand naar plannen van G.J.M. Hof.
Boekelo (Achterstraat 2). Dit voorm. edelmanshuis wordt in 1564 voor het eerst vermeld. Begin 17de eeuw kreeg het een eenlaags voorhuis en in de 19de eeuw heeft men het als boerderij ingericht. Het gebouw is gerestaureerd in 1949.
Woonhuizen. In het dorp staan enkele forse gepleisterde neoclassicistische panden, zoals de villa Bene Vita (Edeseweg 26-26a; 1871), met een veranda uit circa 1905, Uyteneng (Edeseweg 51; circa 1885), Edeseweg 30 (circa 1890) en het ongepleisterde herenhuis Elisabeth (Edeseweg 36; 1896). Eclectische details hebben de gepleisterde villa's Erica (Heelsumseweg 3; circa 1880) en Klein Vossenhol (Edeseweg 110-112), oorspronkelijk gebouwd in 1881-'82 voor A. Banting als de dubbele villa Fundator en Foresta. In chalet-stijl uitgevoerd zijn de villa's Rusticana (Bovenweg 29; 1901) en Welkom (Edeseweg 57; 1907). De forse vierkante villa Oud-Vossenhol (Edeseweg 117) werd in 1912-'13 in rationalistische stijl gebouwd naar plannen van B.J. Ouëndag voor J. Nachenius. Expressionistisch van vorm zijn De Berk (Heelsumseweg 39; 1922) en De Flierefluiter (Heelsumseweg 20; 1927), beide naar plannen van A.H. van de Waal. De bescheiden villa Hullenberglaan 17 uit 1927 is ontworpen door Ed. Wienicke.
Boerderijen. De hallenhuisboerderij
De Harn (Harnsedijkje 2a) heeft een vermoedelijk 17de-eeuwse oorsprong. Voorbeelden van eenvoudige gepleisterde Veluwse boerderijen zijn:
Bosbeekweg 23 (18de eeuw) en
Hullenberglaan
Bennekom, Huis Boekelo
1 (begin 19de eeuw).
Het rust- en vakantiehuis ‘De Born’ (Bornweg 12) werd in 1932 in zakelijk-expressionistische vormen gebouwd naar plannen van P. Vorkink voor mw. A.E. Ribbius Peletier.
De Alg. begraafplaats (Kerkhoflaan ong.), aangelegd rond 1830, bevat onder meer de grafkelder van de familie Wassenaer van Hoekelum en het graf van de familie Prins (circa 1900) met een door de firma F.W. Braat vervaardigde loden engel.
Het poortgebouw van het voorm. kasteel Harselo (Harsloweg 3), gelegen ten westen van Bennekom, is een 17de-eeuws eenlaagspand dat in de 19de eeuw tot boerderij is ingericht. Het kasteel zelf heeft men in 1814 afgebroken.
Kasteel Hoekelum (Edeseweg 124). Dit ten noorden van Bennekom gelegen kasteel wordt voor het eerst vermeld in 1396. Van de ver- of herbouw kort na 1542 resteert een kelder met ribloze kruisgewelven. In 1749 kwam het kasteel aan Gerhard Willem van Balveren die het inwendig sterk liet verbouwen. Hiervan bleef de decoratie van de zaal uit 1787 bewaard, met wanden en plafond versierd met stucwerk in Lodewijk XVI-stijl door J.M. Rieff. Naar plannen van de architect Fromberg werd het kasteel in 1846-'49 herbouwd tot een landhuis in gepleisterde neoclassicistische vormen. Bij de volgende herbouw in 1914, naar plannen van J.W. Hanrath, bleef de hoofdvorm gehandhaafd, maar opgetrokken in baksteen en met gewijzigde hoogten van de verdiepingen.