Winschoten, Stadhuis Langestraat 15
In 1895-'96 verrees het imposante nieuwe stadhuis
Langestraat 15 [11] naar plannen van C.H. Peters en met de gemeentearchitect K. de Grooth als uitvoerend architect. Het pand met forse toren, verhoogde entree en rijk balkon - met daarin een cartouche met de letters ‘S.P.Q.W’ - is uitgevoerd in een combinatie van neorenaissance en neogotiek. Het beeldhouwwerk is van de hand van H. ter Reegen. In de hal hangt een fraai tegeltableau gemaakt door de firma Rozenburg. In 1918 kwam aan de achterzijde een uitbreiding tot stand, waartegen in 1983 het stadskantoor werd gebouwd.
De voorm. openbare lagere school (Mr. J.F. Viëtorstraat 2) [12] werd rond 1880 gebouwd in neoclassicistische vormen.
Het voorm. postkantoor (Burg. Venemastraat 9) [13] verrees in 1907 naar plannen van Rijksbouwmeester C.H. Peters, in simpele, op de neogotiek geënte vormen.
Het voorm. belastingkantoor (Bosplein 2) [14] is een groot soberexpressionistisch pand uit 1922.
De voorm. bibliotheek (J. Modastraat 11) [15] dateert uit 1933 en is in expressionistische vormen gebouwd naar ontwerp van D. Bolhuis. Het pand heeft een markant, laag doorlopend dak met daarin een strook houten dakvensters.
Woonhuizen. Van de oudste woonbouwing is in Winschoten weinig bewaard gebleven wat aan de buitenzijde als zodanig herkenbaar is. Toch kunnen enkele panden aan Langestraat en Torenstraat een oudere kern bevatten;
Torenstraat 6 en
12 stammen deels mogelijk nog uit de 17de eeuw. In het midden van de 19de eeuw werden de eerste deftige panden in neoclassicistische vormgeving opgetrokken, waaronder
Beertsterstraat 5, dat in 1849 werd gebouwd voor U.J. Groenier. In de periode 1870-1885 kwamen
Blijhamsterstraat 35,
Garstestraat 5 en
Stationsweg 5 tot stand. Deze gepleisterde blokvormige, eenlaags woonhuizen met verhoogd middenrisaliet hebben een eclectische vormgeving. Een gelijksoortige opbouw, maar dan met driezijdig gesloten erker en gepleisterde banden, vertonen
Blijhamsterstraat 48 en
Stationsstraat 5 (1890). Een combinatie van eclectische en neorenaissance-vormen hebben
Stationsstraat 6 (1880),
Blijhamsterstraat 46 (1893) en
Emmastraat 9 (1902). Goede voorbeelden van chaletstijl zijn
Emmastraat 8 (1905) en
Nassaustraat 19 (circa 1908).
Burg. Schönfeldplein 19 is een groter, tweelaags herenhuis met koetshuis uit circa 1895. Ook langs de Blijhamsterstraat en Emmastraat verrezen in die tijd - veelal naar plannen van C. Brill en K. de Grooth - grote herenhuizen met neorenaissance-invloeden, waaronder
Blijhamsterstraat 39 (circa 1900),
Emmastraat 5 (1900),
Emmastraat 7 (1902) en
Blijhamsterstraat 41 (circa 1902). Jugendstil-invloeden vertonen de woonhuizen
Burg. Venemastraat 8-16 (1906), de villa's
Stationsstraat 10-14 (1907-'10) en de vrijstaande villa
Stationsweg 11 (circa
1911). Meer landelijk van karakter en expressionistisch van vormgeving zijn de beide met riet gedekte panden
Mr. A.J.E. Moddermanstraat 2-4 (1924) en
De Koepel (Burg. Schönfeldsingel 25). Het laatste dateert, evenals het naastgelegen
Niadom (Burg. Schönfeldsingel 23), uit circa 1930. Op de grens van het kubistisch expressionisme en het Nieuwe Bouwen is het rond 1936 in baksteen opgetrokken pand
J. Modastraat 13, waarschijnlijk ontworpen door H.P.C. Haan. Voor de zaadhandelaar Robertus ontwierp hij dat
Winschoten, Villa Dr. P. van Dijkstraat 4
zelfde jaar de villa
Dr. P. van Dijkstraat 4, in zuivere vormen van het Nieuwe Bouwen, met stalen kozijnen, platte daken en gepleisterde, rechthoekige bouwvolumes.
De Burcht is de huidige naam van het voorm. landgoed ‘De Buitenwerf’, dat volledig ingesloten ligt tussen de noordelijke nieuwbouwwijken van Winschoten. Het terrein - een oude kleipan - kwam in 1831 in bezit van B. Haitzema Viëtor. Deze liet waarschijnlijk toen de tuinkoepel (bij Bovenburen 48) bouwen, een achtkant gebouw met omlopende dorische zuilengalerij en een ingezwenkt tentdak met opengewerkte bol. Kort na de verkoop van het landgoed in 1872 aan H. Viëtor verrees het neoclassicistische landhuis (Bovenburen 48) met tuinmanswoning en werd het park in Engelse landschapsstijl aangelegd.
Volkswoningbouw. De Stichting Winschoter Woningbouw liet in 1917 aan de St.-Vitusstraat twee rijen arbeiderswoningen bouwen ten behoeve van de Noord Nederlandse Machinefabriek. In opdracht van de gemeente, en naar plannen van gemeentearchitect D. Bolhuis, kwamen in 1919 de sober uitgevoerde middenstandswoningen Bossingel 7-14 tot stand. Vergelijkbare woningen verrezen verderop aan de Bossingel en de Hoogstraat. Langs het in 1928-'31 aangelegde Noorderplein bouwde men eveneens middenstandswoningen naar plannen van D. Bolhuis (Noorderplein 1-35, 2-28).
Winkels. In 1897 verrees een markant gesitueerd complex dat bekend staat als de Kok-panden [16], bestaande uit een dubbel woon- en winkelpand en een regenkledingfabriek (Blijhamsterstraat 13a en Torenstraat 35). De winkel aan de voorzijde en het haaks daarop staande