Wedde
(gemeente Bellingwedde)
Dorp, ontstaan in de 12de eeuw op een zandrug in het beekdal van de Westerwoldsche Aa. Nabij de strategische overgang van de oude weg van Groningen naar Duitsland met de Westerwoldsche Aa stichtte Egge I Addinga kort na de St.-Marcellusvloed (1362) de borg te Wedde. Oostelijk van de borg ligt de brink van het esdorp met ten noorden daarvan de kerk. In 1619 kocht de stad Groningen de heerlijkheid Wedde; de stad behield hier haar rechten tot 1798. De oorspronkelijke dorpsstructuur, ontstaan na verwoesting door Munsterse troepen in 1666, is redelijk bewaard
Wedde, Herv. kerk
gebleven. Na 1945 kwam noordoostelijk een nieuwe woonwijk tot stand. Nadat Wedde in 1968 was opgegaan in de gemeente Bellingwolde, heeft men het raadhuis uit 1887 gesloopt.
De Herv. kerk (Schoolstraat 7) is een eenbeukige kerk met een iets breder, driezijdig gesloten koor; de toren heeft twee geledingen met kroonlijst en een ingesnoerde spits. Het romaanse schip, waarvan delen van de noordmuur uit de 13de eeuw dateren, kreeg in de tweede helft van de 15de eeuw een laat-gotisch koor. Na oorlogsschade in 1666 werd het koor verlaagd en met het schip onder één zadeldak gebracht. De toren verrees in 1860 in neoclassicistische stijl naar plannen van T.B. Raatjes; de ingesnoerde spits stamt uit 1936. Bij de restauratie van 1975 naar plannen van P.L. de Vrieze heeft men de 19de-eeuwse buitenbepleistering verwijderd.
De kerk heeft inwendig een vlak balkenplafond.
Wedde, Huis te Wedde
Tot de kerkinventaris behoren een preekstoel uit 1679, gemaakt door Frederick Alberts, en een drostenbank met gesneden opzetstuk uit omstreeks 1700, voorzien van het wapen van de stad Groningen. In de kerk liggen diverse grafzerken, waaronder die van de predikant Wijbrandus Cranenborg (†1713) en de drost Petrus Muntinghe (†1777). De laatste is uitgevoerd met Lodewijk XVI-motieven. In de toren hangt een klok uit 1817, gegoten door A.H. van Bergen. Op het kerkhof rondom de kerk liggen enkele interessante zerken en grafstenen van onder meer Magdalena Engelbarts-Haselhoffs (†1729) en notaris J.S.G. Koning (†1910).
Huis te Wedde (Hoofdweg 7), ook bekend als Addingaborg, is een oorspronkelijk 14de-eeuwse omgrachte borg, bestaande uit twee ongelijke beuken met aan de westzijde een achtkante traptoren. Egge I Addinga liet kort na 1362 het eerste huis bouwen. Na inname en verwoesting door de stad Groningen in 1478 liet Haye Addinga in 1486 de huidige zuidbeuk herbouwen, waarbij de bestaande kelder werd overkluisd. In 1530 werd het kasteel voor Karel van Gelre ingenomen door Berend van Hackfort. De ringmuur, waaraan men al rond 1475 was begonnen maar die kort daarna werd gesloopt, werd omstreeks 1532 hersteld en gecompleteerd. Resten