Warffum, Catechisatielokaal
Timpe met snijwerk van M. Walles & Zn.
Het catechisatielokaal (Kerkstraat 9) dateert uit omstreeks 1870. Het uit twee evenwijdige bouwdelen bestaande pand heeft overstekende zadeldaken met geschulpte windveren en rondboogvensters met gietijzeren roedenverdeling. De pastorie (Pastorieweg 24) is het oudste bewaard gebleven stenen huis van het Groningse platteland en bestaat uit een tweelaags bouwdeel met schilddak en links een lagere aanbouw met rondboogingang. Ondanks ingrijpende verbouwingen bleef de middeleeuwse kern van het rechter bouwdeel bewaard. Het muurwerk van dit zaalhuis met opkamer - een zogeheten ‘krusselwarck’ - dateert van omstreeks 1300. Het pand werd verbouwd in 1500. De nu nog aanwezige traptoren en het linker bouwdeel werden toegevoegd in 1634. In de 18de eeuw heeft men waarschijnlijk de ingang in de rechter zijgevel op de huidige plek aangebracht. Het huidige, grotendeels gepleisterde uiterlijk is in de 19de eeuw ontstaan.
De Geref. kerk (Hoofdstraat 27) is een zaalkerk uit 1886, gebouwd naar plannen van T. Huizinga. De voorgevel heeft gepleisterde en bakstenen siermotieven. De rondboogvensters zijn voorzien van een gietijzeren roedeverdeling met ronde vormen. De kerk bevat een door J. Spooreman gebouwd orgel uit 1783, dat in 1906 naar deze kerk is verplaatst. De pastorie (Oosterstraat 29) dateert uit dezelfde tijd als de kerk en heeft eveneens bakstenen en gepleisterde decoraties in eclectische vormen.
Scholen. De voorm. openbare lagere school (Schoolstraat 4) - nu het ingangsgebouw van het Openluchtmuseum - werd in 1887-'88 gebouwd als zesklassige school. Achter het voorgebouw met verhoogd middengedeelte ligt een lange vleugel met lokalen. De voorgevel is voorzien van stucdecoraties. De school staat in verbinding met de ernaast gelegen voorm. kosterij (Schoolstraat 2), een tweebeukig dwars pand met schilddaken dat nu ook deel uitmaakt van het museum. Het voorste bouwdeel kwam in 1884 tot stand ter vervanging van een oudere woning en was het woonhuis van de koster, die tot 1887 ook schoolmeester was. De voorgevel heeft een omlijste ingang met snijraam en een later verhoogd middengedeelte met fronton. Het achterste bouwdeel, dat gedeeltelijk aanzienlijk ouder is, had lange tijd twee schoollokalen. Het interieur bevat een van elders afkomstige schouw uit 1564 met renaissance-vormen. De voorm. Chr. lagere school (Noorderstraat 16) werd in 1919 gebouwd als vierklassige school naar ontwerp van P. en J. Tilbusscher. Het is nu een jeugdsoos.
Het voorm. raadhuis (Oosterstraat 12), gebouwd in 1928 naar plannen van E. van Linge, vertoont invloeden van het Nieuwe Bouwen. Het bestaat uit een aantal in- en uitspringende kubische bouwdelen van twee en drie bouwlagen met een plat dak en enkele overstekende schuine daken. In de voorgevel is het gemeentewapen aangebracht.
Het Vrouw Fransens- of Geertje Schiltgasthuis (Hoofdstraat 17a) is een uit de stad Groningen afkomstig eenvoudig eenlaags pand met zadeldak. Aan weerszijden van de gang bevindt zich een eenkamerwoning. Volgens een gedenksteen met Lodewijk XV-vormen is het gasthuis in 1668 gesticht en in 1768 gerenoveerd. In 1969-'70 heeft men het vanuit Groningen naar het Openluchtmuseum verplaatst en in de 18de-eeuwse toestand herbouwd.
De diaconiewoningen (Kerkstraat 1-7) dateren volgens een stichtingssteen in de zijgevel uit 1870. De woningen hebben zesruitsvensters en een schilddak haaks op de Kerkstraat.
Woonhuizen. Van de rentenierswoning Schoolstraat 8 resteert het midden-19de-eeuwse eenlaags voorhuis met omlijste ingang, schilddak en grote bakstenen dakkapel. Het achterhuis is in 1911 afgebroken en vervangen door het aangebouwde rechthoekige woonhuis Oosterstraat 37. Uit 1896 dateert 't Venhoes (Oosterstraat 35), een eenlaags pand met schilddak. Aan de achterzijde bevindt zich een haakse uitbouw met zadeldak uit de tweede helft van de 18de eeuw. Dit was een voorhuis waarvan de schuur bij de bouw van de woning in 1896 is gesloopt. Dit oudste gedeelte is nu als onderdeel van het museum ingericht als eenkamerwoning. Het Huis Markus (Oosterstraat 25-27) werd in 1834 in opdracht van A. Markus van een eenkamerwoning vergroot tot een dubbele woning met winkel. Nadien is het ook aan de achterzijde uitgebreid. Nummer 27 is thans als deel van het museum ingericht als een woning uit de eerste helft van de 19de eeuw met een slagerij van rond 1900. Nummer 25 wordt bewoond. Andere voorbeelden van eenvoudige 19de-eeuwse woonhuizen met schuren aan de achterzijde zijn Hoofdstraat 21, Hoofdstraat 23 en Oosterstraat 22.
In de omgeving van het station liggen enkele villa's. Welgelegen (Stationsweg 9) is een gepleisterde eenlaags villa met zadeldak en verhoogd middendeel, gebouwd rond 1870 in eclectische stijl. Langs de dakoverstekken zijn decoratief gesneden windveren aangebracht. Westervalge 14 is een eenlaags villa met afgeknot schilddak, gebouwd in 1877 met eclectische invloed. Een erker aan de voorzijde is opgetrokken tot een torenachtige opbouw met tentdak. Eclectische vormen hebben verder Oosterstraat 67, een villa met naastgelegen koetshuis (1902), en Noorderstraat 5, een woning met verhoogd middenrisaliet en hoekpilasters (omstreeks 1905). Stationsweg 15 is een eenlaags villa uit omstreeks 1906, met omlopend schilddak, bakstenen dakerker en een serre. Het pand heeft decoraties van baksteen en geglazuurde tegeltjes. De woning met atelier Oosterstraat 58 is in 1930 door Job Hansen ontworpen voor kunstschilder Ekke Kleima. Beiden behoorden tot de Vereniging Groninger Kunstkring ‘De Ploeg’. De woning combineert moderne elementen, zoals het platte dak en stalen ramen, met traditionele elementen als een kroonlijst.
Horeca. De voorm. kroeg annex