Terhaar
(gemeente Vlagtwedde)
Gehucht, ontstaan in de 19de eeuw ten westen van de Ruiten-Aa.
De windmolen (bij Sellingerstraat 22) is de enige authentieke standerdmolen in het noorden. Deze open-standerdmolen met bolgebogen kop werd in 1831-'32 van Bourtange hierheen overgebracht. De kap van de geheel beplankte koren- en pelmolen loopt aan de achterzijde iets door, ter overkapping van de takel. De molen is gerestaureerd in 1943, 1953 en 1972.
Het trafohuisje (Sellingerstraat 16) is een voorbeeld van een goed gedetailleerd nutsgebouwtje uit omstreeks 1925. Draaibruggen. Ten oosten van Terhaar liggen over het in 1911-'17 aangelegde Ruiten-Aa-kanaal de Roelagebrug (bij Roelagerweg 10) en de Wischluibrug (bij Wischluiweg 5), twee draaibruggen met brugwachterswoning uit dezelfde tijd.
Laudermarke. Dit gehucht ten zuidoosten van Ter Haar heeft langs de Veenweg twee
veldkapellen, waarvan één in de vorm van een Lourdesgrot (omstreeks 1925).
Veenweg 41 is een van de weinige hallenhuisboerderijen met een middenlangsdeel in Groningen en zou mogelijk oorspronkelijk gebouwd zijn als los hoes en pas later zijn voorzien van een scheidingsmuur. In de achtermuur, uitgevoerd in vakwerk gevuld met baksteen, bevindt zich een baander met op de bovendorpel de inscriptie: ‘O Gott bewahre dieses Haus. Errichtet im Jahre 1818 den 24 July’. Het houtwerk zou
Terhaar, Windmolen