De oostvleugel herbergt de zogeheten stadskamer, waarvan de balkenzoldering nog enkele oorspronkelijke laat-gotische maaswerkpanelen heeft. Verder is hier een midden-18de-eeuwse gestucte schoorsteenboezem in rococo-stijl met het wapen van de stad Groningen. Van de noordvleugel ligt het oostelijke deel hoger door de aanwezigheid van een tweebeukige, vroeg-16de-eeuwse kelder met graatgewelven op middenpijlers. De refterzaal boven de kelder heeft een balkenplafond voorzien van geschilderd laat-gotisch maaswerk en verder een arkelvormig uitgebouwd venster voor de voorlezer. Deze erker, voorzien van zowel laat-gotische vormen als vroegrenaissancistische motieven, is aan de buitenzijde gedateerd ‘1554’. Het gebrandschilderde glas is bij de restauratie aangebracht. In de noordgevel zitten nog enkele originele zandstenen kruisvensters en een toegangspoortje uit 1560. De kruisgang aan de noord- en oostzijde wordt overdekt door kruisribgewelven en heeft aan de pandhofzijde spitsboogvensters met zandstenen traceringen. Het pandhof zelf is in 1932 als kruidentuin ingericht naar plannen van J.W. Verdenius.
De R.K. St.-Willibrorduskerk (Hoofdstraat 75) is een driebeukige neogotische hallenkerk met pseudotransept zonder toren. Het koor en de aansluitende twee traveeën van het schip kwamen in 1880-'81 tot stand naar plannen van A. Tepe. In 1923-'24 werd het schip volgens ontwerp van W. te Riele in westelijke richting uitgebreid en afgesloten met een westgevel geflankeerd door twee kleine traptorens. Tot de inventaris behoren een neogotisch hoofdaltaar uit 1888, door H. Fleige uit Munster, en een doopvont uit 1877. De gebrandschilderde ramen in het koor zijn vervaardigd door H. Geuer en G. van Straaten. Die in het schip werden bij een interieurverbouwing in 1966-'67 verwijderd, hetgeen in 1982 werd hersteld door het aanbrengen van gebrandschilderde ramen afkomstig uit de afgebroken St.-Martinuskerk uit Groningen. Die ramen werden in 1910 door F. Nicolas & Zn. gemaakt. De pastorie (Hoofdstraat 75) stamt uit 1939. Het parochiehuis aan de Kapelweg werd in 1927 gebouwd naar plannen van P. Walta. De iets verderop gelegen R.K. begraafplaats (Kapelweg 13) werd al in 1887 aangelegd en bevat een baarhuisje uit die tijd en onder meer een grafkruis voor M. Kroider (†1907).
Het R.K. St.-Luciaklooster (Kapelweg 13) is een U-vormig pand uit 1924-'25, uitgevoerd met expressionistische details naar plannen van P. Walta uit Franeker. Het klooster werd in 1971 opgeheven en het gebouw dient sinds 1979 als kantoor.
De voorm. Rijks Hogere Burger School (Oude Weg 41) is een langgerekt gebouw op T-vormige plattegrond met geprononceerde ingangspartij, gebouwd in 1924 in een verzorgde expressionistische stijl naar plannen van G. Westerhout. In het centrale gedeelte zijn de leraren-, conciërge- en directeurskamer ondergebracht. De vleugel aan de achterzijde herbergt de gymnastiekzaal, de leslokalen bevinden zich in de zijvleugels. In de gevel zijn dierenornamenten in travertijn aangebracht, alsmede terracotta-details. De conciërgewoning (Oude Weg 43) stamt eveneens uit 1924.
Woonhuizen. Vooral in de zuidoosthoek van Ter Apel staan nog enkele gave woonhuizen. In laat-eclectische vormen verrees rond 1896 Hoofdstraat 6, een blokvormig pand met een opgaand middenrisaliet en met koetshuis. Mooie voorbeelden van chalet-stijl zijn de villa's Boslaan 4 (omstreeks 1905) en Boslaan 1 (omstreeks 1910). De villa Valkstede (Hoofdstraat 7) uit 1909 heeft een zware hoektoren. Jugendstilinvloeden vertonen Schotslaan 5 (circa 1910) en Schotslaan 7 (circa 1918).
Ter Apel, Rijks Hogere Burger School
Het Agodorp (Agostraat en Molen-A-laan) kwam tot stand in opdracht van de stichting ‘Werkmanslust’ ten behoeve van de arbeiders van de in 1915 gestichte AGO-fabriek. Hier werden houten instrumenten voor de textielindustrie (nu Presswood BV) gemaakt. Langs het Ruiten-Aa-kanaal verrezen voor de opzichters twee dubbele villa's en voor de directeur een vrijstaande villa (Agostraat 11). Ten noorden ligt het eigenlijke tuindorp bestaande uit rond 1920 gebouwde eenen tweegezinswoningen; aan de voorzijde hebben deze een kleine siertuin en aan de achterzijde een moestuin.
Hotel Boschhuis (Boslaan 6) werd in de 18de eeuw gesticht als huis voor de commandeurs van de stad Groningen. Later werd het ook gebruikt door de rentmeester die toezicht hield op de bosaanplant. In 1861 voegde men het rechterdeel toe, met aan de voorzijde een kamer voor de rentmeester van de stad. In 1881 kreeg dat deel met balkon zijn huidige aanzien in vroege chalet-stijl. In 1896 volgde opnieuw een uitbreiding. Sinds 1898 doet het uitsluitend als hotel dienst, waartoe in 1914 de achterliggende concertzaal tot stand kwam.
Winkelpanden. De voorm. manufacturenzaak A.G. Bruining en Lamprecht (Hoofdstraat 27), met karakteristieke afgeronde hoek, werd rond 1905 gebouwd. De banketbakkerij Bos (Hoofdstraat 37) uit 1932 heeft een pui in sobere art deco-vormen.
Het voorm. gebouw van het Noord-Nederlands Landbouwcrediet (Hoofdstraat 28), in 1919 gebouwd als de Veenkoloniale