Slochteren, Fraeylemaborg
Sandra Veldtman werden de beide vrijstaande torentjes op het voorhof afgebroken en kreeg de borg in 1781-'82 een zo symmetrisch mogelijk aanzien door het samentrekken van de diverse aanbouwen voor de hoofdvleugel tot een vestibule. Dit laatste leidde ertoe dat de onderbouw van de 16de-eeuwse traptoren moest worden afgebroken; het resterende deel werd opgevangen op een balkenrooster. Door beklamping van het oudere muurwerk voorzag men de vestibule van een nieuwe, symmetrische gevel met pronkrisaliet in Lodewijk XVI-vormen. Verder kreeg de borg aan de tuinzijde een uitbouw, waarna het geheel, op de voorgevel na, werd gepleisterd.
Het interieur bevat stucwerk in Lodewijk XVI-stijl in de koofvestibule en de daarachter gelegen grote zaal met Lodewijk XVI-schouw. In de kleine zaal bevindt zich eveneens een Lodewijk XVI-schouw en in de eetkamer twee ‘witjes’ uit 1775 gemaakt door E. van Drielst die de jacht en de visvangst voorstellen. In de rode kamer van de rechter vleugel bevindt zich een schouw die toegeschreven wordt aan Allert Meijer en Jan de Rijk. Dit vertrek heeft een enkelvoudig balkenplafond met beschilderingen in decoratieve vormen op zowel de vloerdelen als de balken (1781-'82). Op de verdieping van de linker vleugel 18de eeuws beschilderd behang dat bij de restauratie in de jaren zeventig aangevuld is met aangepaste schilderingen. Sinds de restauratie in 1975 is de borg opengesteld voor het publiek.
Op het voorhof en in de tuin is een aantal
Slochteren, Fraeylemaborg, Noorder Schathuis
zandstenen vazen in eenvoudige Lodewijk XVI-vormen opgesteld. Op de ophaalbrug staan beelden van Herakles en Pallas Athene. Aan weerszijden van het voorplein staan bouwhuizen - in Groningen schathuizen genoemd. Het
Noorder Schathuis (Hoofdweg 28) is een langgerekt gebouw met haaks aangebouwde schuur. Midden boven de inmiddels verdwenen inrijdeuren staat het jaartal 1783. Op het achterterrein bevindt zich een mogelijk nog 18de-eeuwse duivenslag, gerestaureerd in 1961. Het
Zuider Schathuis (Hoofdweg 32) stamt oorspronkelijk eveneens uit de 18de eeuw, maar is in 1899 grotendeels herbouwd.
Het langgerekte park werd oorspronkelijk kort na 1691 in formele Franse stijl aangelegd met zowel aan voor- als achterzijde van de borg een centrale zichtas. In 1781 bracht men enkele partijen in vroege landschapsstijl aan. Met behoud van de zichtas en veel van het bos werd het park rond 1820 geheel veranderd in Engelse landschapsstijl, naar plannen van L.P. Roodbaard. Aan de achterzijde kwamen toen een slingerende beek, vijvers in schijnbaar natuurlijke vormen, heuvels en slingerende paden tot stand. Recent is het gedeelte direct achter de slotgracht naar een meer formele aanleg teruggebracht. Het overbos aan de voorzijde bestaat uit een door bosstroken geflankeerde zichtlaan (de Boslaan) omgeven door weilanden.
Het voorm. rechthuis annex dorpsherberg ‘Het Hoogehuis’ (Hoofdweg 20) is een gepleisterd, tweebeukig dwars pand met 17de-eeuwse kern. De voorste beuk bestaat uit een onderkelderd oostelijk deel waarboven de oorspronkelijke rechtszaal ligt, en een westelijk deel met boven de begane grond een volledige verdieping. Nadat het pand in 1818 als raadhuis in gebruik was genomen, bouwde men aan de achterzijde de tweede beuk.
Woonhuizen. Tot de Fraeylemaborg behoorden de waarschijnlijk laat-18de-eeuwse dienstwoningen Hoofdweg 17, 19 en 35. Het blokvormige ontvangershuis Hoofdweg 24 stamt uit het begin van de 19de eeuw. De forse eclectische villa Hoofdweg 14 werd rond 1875 gebouwd.
Boerderijen. De kop-romp-boerderij Westerplaats (Boslaan 3), gelegen in het overbos van de Fraeylemaborg, werd in het begin van de 19de eeuw gebouwd en rond 1870 uitgebreid. De op een omgracht terrein gelegen boerderij Padje 9 heeft een wit gepleisterd woonhuis uit de eerste helft van de 19de eeuw. Hoofdweg 23 is een sprekend voorbeeld van een 19de-eeuwse keuterboerderij van het Oldambster type. De boerderij Hoofdweg 36 werd nog in 1907 in eclectische vormen gebouwd.
De ophaalbrug of klap over het Slochterdiep (bij Zuiderweg 4), bestaande uit een geklonken portaal en hamei, werd bij de aanleg van de haven rond 1928 aangelegd.
Poldermolens. Ten noordwesten van Slochteren staan drie, op enige afstand parallel aan de Hoofdstraat gelegen, poldermolens. De Groote Polder (bij Groenedijk 8) is een met riet