Oostwold, Herv. kerk
stamt uit 1849. De bouw van het orgel uit 1810 werd begonnen door H.H. Freytag en afgemaakt door J.W. Timpe; de kast in Lodewijk XVI-vormen is waarschijnlijk nog van de hand van B. Bekenkamp. In de dakruiter hangt een klok uit 1807, gegoten door A.H. van Bergen. Op het kerkhof bevinden zich diverse vooral 18de en 19de eeuwse grafzerken.
De pastorie is het omgrachte huis ‘Oostwold’ (Kerksingel 2), bestaand uit een imposant dwars voorhuis met tuitgevels in de vorm van een ‘Krüsselwarck’ en een aangebouwde schuur. Blijkens de stichtingsteen zijn beide gebouwd in 1771. Aan het begin van de oprijlaan naar de kerk staat een toegangshek met jugendstil-vormen uit 1907.
De Geref. kerk (Goudhoorn 8) is een kruiskerk met portiek voorzien van een zeer slanke spits. De kerk verrees in 1930 in expressionistische vormen naar plannen van B. Jager ter vervanging van een kerk uit 1899.
Woonhuizen. De eenvoudige, in opzet dubbele woning Wilhelminalaan 14 dateert volgens een stichtingssteen uit 1778. Het is een restant van de oorspronkelijk gelijksoortige bebouwing rondom het kerkhof. Hoofdstraat 21 is een statig neoclassicistisch dorpshuis uit 1878. Het ongeveer even oude, gepleisterde pand Hoofdstraat 20 is eclectisch vormgegeven.
Boerderijen. De boerderij Huningaweg 11 is een voorbeeld van het Oldambster type. De schuur met ingebouwde woning stamt uit 1850 en kreeg in 1860 een voorbouw in opdracht van O.S. Knotnerus. De in 1882 voor P.L. Toxopeus gebouwde Huningaheerd (Huningaweg 25) is een grote boerderij met dwars voorhuis en twee driezijdig gesloten erkers. De schuur is in 1959 herbouwd, de veeschuur stamt uit 1873. T.H. Knotnerus liet in 1894 de boerderij Goudhoorn 33 bouwen met dwars voorhuis en tweekapsschuur. Huningaweg 15 is een boerderij met dwars voorhuis in neorenaissance-stijl, gebouwd in 1890 voor E. Botjes. De laatstgenoemde boerderijen hebben beide een voortuin in Engelse landschapsstijl.
De voorm. molenaarswoning (Pelmolenlaan 1) is in oorsprong een sarrieshut uit het eind van de 18de eeuw. Ertegenover staat het uit 1788 stammende achtkant van de in 1966 door brand verwoeste molen.