Noordlaren
(gemeente Haren)
Esdorp, ontstaan op de oostflank van de Hondsrug en voor het eerst genoemd in 1160. Aan de westzijde van het langs twee parallelle straten gegroeide dorp lagen de Noordlaarder Esch en aan de oostzijde, richting Zuidlaardermeer, de groengronden. In 1848 werd de Zuidlaarderweg verhard en kreeg het een tol op de hoek met de Vogelzangsteeg. In de loop van de tijd heeft de dorpsbebouwing alleen wat verdichting ondergaan.
De Herv. kerk (Lageweg 8), oorspronkelijk gewijd aan St. Bartholomeüs, is een eenbeukige kerk met smaller, recht gesloten koor en een forse zadeldaktoren van drie geledingen met zadeldak. Het onderste deel van de toren, gefundeerd op zwerfkeien en geleed door spaarnissen en lisenen, zou uit het begin van de 13de eeuw stammen. Het versmalde koor is mogelijk nog uit het einde van de 12de eeuw. In de eerste helft van de 13de eeuw kwam het gotische schip met veelvuldig versneden steunberen tot stand. Het koor kreeg in de 15de eeuw een hoger gotisch kruisribgewelf en toen werd ook de toren verhoogd. Het zadeldak tussen puntgevels van de toren is mogelijk 16de- of 17de-eeuws, toen ook de vensters werden veranderd. In de toren hangt een klok uit 1721, gegoten door Titie Goossens. Van 1874 tot de restauratie in 1976 was de kerk gepleisterd.
Tot de kerkinventaris behoren een preekstoel met getorste zuiltjes en klankbord (1675) en een door P. van Oeckelen gebouwd orgel (1876). De kerkvloer bevat een grafzerk voor Albert Levinghe (†1639). In het catechisatielokaal hangen veertien portretten van de familie De Sitter.
Op het ommuurde kerkhof liggen onder meer de 19de-eeuwse grafstenen van de familie De Sitter en de grafkelder van Van Swinderen. De pastorie (Lageweg 10) is een blokvormig neoclassicistisch pand uit 1861.
Het woonhuis Lageweg 45 is een goed voorbeeld van een uit omstreeks 1870 stammende woning in eclectische vormen met wenkbrauwen boven de ramen en op de verdieping een serlianavenster.
Boerderijen. In en nabij het dorp
Noordlaren, Herv. kerk
ligt een aantal interessante boerderijen.
Zuinigstraatje 2 is een boerderij van het hallenhuistype met dwarsdeel en naar achteren liggende baander. De boerderij zou nog 17de-eeuwse delen bevatten. Eveneens van het hallenhuistype zijn de mogelijk laat-18de-eeuwse keuterij
Zuidlaarderweg 59, waarvan de deeldeur later door een huisdeur is vervangen, en
Lageweg 39 uit de 19de eeuw met een middenlangsdeel. Waarschijnlijk midden-19de-eeuws is
Lageweg 51. Gorechts van karakter is de eenvoudige 19de-eeuwse boerderij
Zuidlaarderweg 46, met schuurgedeelte en baander aan de voorzijde en voorzien van een houten voorschot. Verwant aan het Oldambster type zijn
Kerkstraat 5, met twee zaadzoldervensters en een wolfeind, maar met de ingang opzij, en
Lageweg 14 met drie zaadzoldervensters, wolfeind en middenvoor een omlijste ingang. Uit omstreeks 1880 stammen de boerderijen
Lageweg 37 en
Zuidlaarderweg 61, beide met een eclectisch vormgegeven dwars voorhuis.
Windmolen. De achtkante stellingkorenmolen ‘De Korenschoof’ (bij Zuidlaarderweg 73) heeft een met hout beklede romp op bakstenen voet. De molen werd in 1849 gebouwd voor R. Klinkhamer door molenmaker H. Seubring. De molen is oorspronkelijk als barkmolen gebouwd en werd vóór 1888 in een korenmolen veranderd. Hij is in 1972-'73 gerestaureerd.
Van het hunebed ten westen van Noordlaren (Zuidlaarderweg ong.) is het noordwestelijke deel bewaard gebleven, bestaande uit twee dekstenen, rustende op twee paar draagstenen en een sluitsteen. Het werd rond 2500 voor Christus gebouwd door mensen van de Trechterbekercultuur.