Leegkerk
(gemeente Groningen)
Wierdegehucht, waarschijnlijk ontstaan in de vroege middeleeuwen, toen vanaf de hoger gelegen gebieden ook de kleigronden permanent in gebruik werden genomen en wierden werden opgeworpen. Naast de kerk bestaat de bebouwing voornamelijk uit enkele boerderijen.
De Herv. kerk (Leegeweg 38) is een eenvoudige eenbeukige kerk met vijfzijdig gesloten koor en een dakruiter met langgerekte, uivormige spits. Van de in het tweede of derde kwart van de 13de eeuw gebouwde romano-gotische kerk resteren nog de westgevel en bet westelijk deel van de noordgevel, waarin zich een opmerkelijk laag geplaatst klein venster bevindt. Kenmerkend zijn de siernissen en de rondboogvensters met kraalprofielen. Het overige, laat-gotische muurwerk en de kap dateren van omstreeks 1520. De dakruiter is 18de-eeuws en bevat een klok uit 1554, gegoten door J. Waghevens. Bij een restauratie in 1973 zijn de steunberen aan de zuidzijde opnieuw aangebracht en hebben de vensters een houten roedenverdeling gekregen.
In het interieur staat tussen koor en schip een midden-16de-eeuwse scheidingsmuur met rondboogdoorgang. Het balkenplafond is in 1830 aangebracht. In het koor bevinden zich enkele fragmenten van ornamentele muurschilderingen (tweede kwart 16de eeuw) en een vroeg-16de-eeuwse sacramentsnis en piscina. Tot de kerkinventaris behoren een door J.A. Blickman vervaardigde preekstoel (1647; poot uit 1867) en een Tiengebodenbord (1653). De vloer bevat een aantal grafzerken, waarvan de oudste uit 1610 dateert.
Boerderijen. De boerderij Leegeweg 36 heeft vroeger als kosterij van de kerk gediend. Deze kleine boerderij van het kop-romptype dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw en heeft een gepleisterd voorhuis. De schuur heeft een wolfdak met uilenborden. Leegeweg 40 is een midden-19de-eeuwse boerderij van het Oldambster type met afgewolfd zadeldak en zaadzoldervensters