buitenmuur van de noordbeuk. Vanwege bodemverzakkingen moesten de al in de 17de eeuw aangebrachte steunberen van de toren rond 1800 worden vernieuwd. Toen werd ook de noorderzijbeuk van de rest van de kerk afgescheiden en ingericht tot kosterswoning en consistorie. Nadat in 1849 het zuidoostelijke gewelf was ingestort, verving men in 1851 de andere gewelven door een stucplafond. Ook de rest van het interieur werd ingrijpend gerenoveerd en voorzien van een koorscheiding met een gietijzeren traceringen in neogotische vormen. Tevens werden de steunberen aan de toren gesloopt.
In 1953-'58 werd de bouwvallige en scheefgezakte toren geconsolideerd en ingrijpend gerestaureerd. Bij die gelegenheid kwam ook het huidige ruitdak tot stand, ter vervanging van het platte dak dat na het afbranden van de spits in 1911 was aangebracht. In 1995-'97 volgde de ingrijpende restauratie van de kerk, waarbij men de gietijzeren afscheiding verwijderde en verschillende muurpijlers en delen van de vieringpijlers reconstrueerde. Ook werden de aanzetten van de buitenmuur en de pijlers van het koor weer zichtbaar gemaakt. De kerk heeft geen inventaris van belang, behalve diverse grafzerken in de kerkvloer, waaronder die van Wigbolt van Isselmuiden (†1598) en Teteka Jarghes (†1602).
De pastorie (Plantsoen 19) is een eenlaags pand in eclectische stijl uit omstreeks 1880, gelegen ten noorden van de kerk in een door een brede sloot omgeven tuin.
De R.K. kerk O.L. Vrouwe Hemelvaart (bij Grotestraat 47) is een eenbeukige neogotische kruiskerk met driezijdig gesloten koor en een toren van vier geledingen met achtkante, ingesnoerde spits. De kerk verrees in 1880-'81 naar ontwerp van A. Tepe, ter vervanging van een voorganger uit 1803, en is in 1988-'89 gerestaureerd. Bijzonder bij deze kerk is dat de steunberen aan de binnenzijde van de schipmuren zijn geplaatst. De neogotische inrichting uit de bouwtijd, vervaardigd door het atelier van Cuypers-Stoltzenberg, is deels nog aanwezig, waaronder het Maria-altaar (1881). De kruiswegstaties (1887) zijn gemaakt door E.H. de Fernelmont en de gebrandschilderde koorramen (1934) door J. Nicolas.
De pastorie (Grotestraat 47) verrees in 1857 als eenlaags pand in neoclassicistische trant naar ontwerp van J.F. Scheepers. In 1886 kreeg ze een mezzanino en een hoger opgetrokken middenrisaliet. De kosterswoning (Grotestraat 49) is een diep eenlaags pand met wolfdak uit 1884.
Achter de kerk ligt de in 1876 aangelegde R.K. begraafplaats met 19de-eeuwse grafmonumenten en zerken, waaronder enkele pastoorsgraven. Verder is er een kruisvormige neogotische kapel uit 1878, gebouwd naar ontwerp van J. Balvert.
De (Geref.) Maranatha- of Oosterkerk (Grotestraat 33) is een grote zaalkerk met dwarspanden en een ongelede toren met achtkante, ingesnoerde spits. De kerk werd gebouwd in 1876 naar ontwerp van H. Wind in eclectische stijl. In 1921 werd de zaalkerk verbouwd en vergroot met dwarspanden naar ontwerp van A.W. Kuiler en L. Drewes te Groningen. In 1966 is de kerk opnieuw ingrijpend veranderd.
De (Geref.) Goede Herder- of Noorderkerk (Schultingastraat 1) is een recht gesloten kruiskerk met een forse ongelede toren voorzien van een zadeldak. De toren staat asymmetrisch tegen een van de gevels. De kerk werd in 1938 gebouwd naar ontwerp van E. Reitsma en A. Wiersema in een sobere vormgeving met expressieve elementen. Tot de inventaris behoren een preekstoel door K. Drijfhout (1938) en een door de firma Valckx & Van Kouteren gebouwd orgel (1942). De gebrandschilderde ramen zijn ontworpen door E. Reitsma (1938). Het gebouw staat op een punt waar vijf straten samenkomen.
Hotel 't Gemeentehuis (Grotestraat 2) is een breed hoekpand met kroonlijst en afgeplat schilddak, gebouwd omstreeks 1870 met eclectische details. Het gebouw is diverse keren verbouwd. Een deel van de verdieping was tot 1928 in gebruik als raadhuis. De zuidgevel kraagt ter hoogte van de eerste verdieping uit op troggewelven, ondersteund door gietijzeren zuilen. De dubbele schuurdeuren behoren vermoedelijk bij een geknikte doorrit.
Het huidige
raadhuis (Schoolstraat
Bedum, (Geref.) Goede Herder- of Noorderkerk
1) is een fors blokvormig pand met omgaand mansardedak, gebouwd in 1927-'28 naar ontwerp van G. Koolhof in expressionistische trant. Het front heeft een middenrisaliet met gebroken geveltop, waarin het wapen van Bedum is aangebracht.
Scholen. De (Geref.) School met de Bijbel (Schoolstraat 12) werd in 1920-'21 gebouwd naar ontwerp van J. Tilbusscher met zeven lokalen voor lager onderwijs en vier lokalen voor de ULO. De ingangspartij in een afgeschuinde hoek wordt geflankeerd door twee torens met overstekende tentdaken en heeft een balkon boven de ingang. Bij de school staat een eenlaags onderwijzerswoning (Schoolstraat 14). De R.K. Walfridusschool (Bazuinslaan 2) is een eenvoudig eenlaags schoolgebouw met schilddak en middenrisaliet. Deze school voor lager onderwijs werd gebouwd rond 1921 naar ontwerp van J. Tilbusscher en vergroot in 1956-'57.
Woonhuizen. In Bedum staan langs de Grotestraat en rondom de Herv. kerk eenvoudige voornamelijk 19de-eeuwse eenlaags woonhuizen. Langs het Boterdiep zijn in het laatste kwart van de 19de eeuw eenvoudige eenlaags rentenierswoningen gebouwd. Een goed voorbeeld is Boterdiep Zuidzijde 1, een vrijstaand eenlaags pand met afgeknot schilddak en hoger opgetrokken middenrisaliet. Het in eclectische vormen uitgevoerde pand zal omstreeks 1885 zijn gebouwd. Het in 1894 als burgemeesterswoning gebouwde eenlaags pand Grotestraat 3 heeft een middenrisaliet met geveltop en een rijke decoratie met neorenaissance-details. Grotestraat 62 is een wit gepleisterd, vrijstaand eenlaags woonhuis uit circa 1925.