Aan het begin van de 19de eeuw werd de havezate aan de westzijde verlengd tot aan dat bouwhuis en over de hele lengte verbreed. Bij die verbouwing gebruikte men sloopmateriaal van kasteel Toutenburg. Kort nadat het geheel gepleisterde pand was voltooid, logeerde Lodewijk Napoleon bij zijn bezoek aan Vollenhove in 1809 in de opkamer. Deze noemt men sindsdien de Koningskamer. De gemeente kocht de havezate in 1947 om er het stadhuis in te vestigen. In 1962-'63 volgde een ingrijpende restauratie onder leiding van R. Offringa. Het gebouw werd geheel ontpleisterd en aan de westzijde, ter plaatse van het toen gesloopte 18de-eeuwse bouwhuis, uitgebreid.
Na de aankoop van de Toutenburg in 1786 kreeg de havezate een landhuisachtig karakter, waarbij men welbewust een klein deel van het kasteel als ruïne heeft bewaard, om te dienen als sierelement in het toen aangelegde landschappelijke park. In het park zijn nog twee 18de-eeuwse tuinbeelden in de vorm van marmeren bustes op hardstenen voet te vinden. Op het terrein staan vroeg-19de-eeuwse bijgebouwen: het koetshuis (Groenestraat 24), twee bouwhuizen (Groenestraat 9 en 30) en een oranjerie (Groenestraat 22), de laatste gebouwd op de plek van de havezate Cloosterhorst. Ten slotte is er nog de dienstwoning Bentstraat 27, gebouwd in 1857 ter plaatse van de in 1840 gesloopte havezate Benthuis.
De voorm. havezate Marxveld (Bisschopstraat 22-24) [10] is een tweebeukig diep pand dat aan de straatzijde is voorzien van één afgeknotte puntgevel. Ter linker zijde bevindt zich een aanbouw met de ingang en daarnaast het voorm. koetshuis annex dienstwoning. Het huis werd in 1506 genoemd als bezitting van Willem Sloet. Bij een verbouwing in 1620 liet Arend Sloet tot Tweenijenhuizen het dak en de bovenkamers vernieuwen evenals de gevel aan de straatkant, met zijn ontlastingsbogen met schelpvullingen boven de vensters. Pas in 1722 werd het aangemerkt als havezate, waarna in 1740 een renovatie volgde. Aan de overzijde van de binnenplaats bevindt zich het eenlaags huis ‘De Eckelenboom’, een in opzet 15de-eeuws huis dat in 1535 werd uitgebreid en in de 17de eeuw werd verlengd tot aan de Bentstraat. In 1859 werd dit huis door aankoop van G. Sloet van Marxveld met de havezate verenigd. Beide panden ondergingen in 1879 een verbouwing. In 1982 kwam het complex in bezit van de gemeente Vollenhove, die er het kantoor van de dienst gemeentewerken vestigde na een verbouwing in 1988 naar plannen van Gunnar Daan. Op het achterterrein legde men toen een tuincomplex aan met een middeleeuwse tuin, een renaissance- en een baroktuin, en een tuin in landschapsstijl; dit alles naar plannen van het ingenieursbureau Oranjewoud te Heerenveen.
Het dwarse huis Plattenburg (Bisschopstraat 52-54) [11] heeft een 17de-eeuwse oorsprong, maar werd in 1715 herbouwd als de havezate ‘Nieuw Plattenburg’. De ingang met pilasteromlijsting en rococo-details stamt uit het midden van de 18de eeuw. Sinds 1890 is hier het Waterschap van Vollenhove gevestigd. De Lindenhorst (Bisschopstraat 17) [12] werd gebouwd in 1604 en in 1613 genoemd als bezit van Boldewijn Sloet. Het is een gepleisterd dwars pand met lijstgevel en een half afgewolfd zadeldak. De deur met omlijsting en de erker zijn mogelijk 18de-eeuws. Het oorspronkelijke huis is in 1885 in tweeën opgedeeld. De Hare (Bisschopstraat 27) [13] is een hoog dwars pand met lijstgevel en zadeldak. De sterk gerestaureerde voorgevel stamt in opzet uit 1712. In 1885 was het in bezit van familie Sloet van Oldruitenborgh. Hagensdorp (Bentstraat 6) [14] is een herenhuis in chalet-stijl uit 1901, in opdracht van R.J. Castendijk gebouwd op de plaats van het in 1667 tot havezate verklaarde ‘Nieuw Hagensdorp’.
Woonhuizen. Verspreid over de stad liggen nog 17de- en 18de-eeuwse, veelal diepe eenlaags woonhuizen met hoog opgaande kap. Langs de Kerkstraat is tussen de panden nog dikwijls een osendrop zichtbaar. Kenmerkend zijn de dwarse eenlaags huizen met schoudergevel, waarvan het vroeg-17de-eeuwse
Kerkplein 12 het oudste voorbeeld is. Op de schouderstukken zijn hier overhoekse pinakels geplaatst. Voorbeelden van schoudergevels met toppilaster zijn:
Doelenstraat 1,
Kerkstraat 56 (in toppilaster ‘1678’ en in de ankers ‘1664’ gedateerd),
Kerkstraat 74 (1678) en
Kerkstraat 72 (1686). De schoudergevel
Kerkstraat 44 is in
Vollenhove, Woonhuis Kerkstraat 72
1892 in de oude vormen herbouwd. Het brede woonhuis annex werkplaats
Bisschopstraat 74-76, waarvan de geveltop is verdwenen, stamt uit 1654. Het pand
Kerkstraat 29 heeft twee gebeeldhouwde oeil-de-boeufs uit omstreeks 1660. Van het dubbele pand
Kerkstraat 22 uit 1669 zijn de geveltoppen mogelijk verdwenen bij de samentrekking in het midden van de 18de eeuw.
Kerkstraat 14 is een ander voorbeeld van een na samentrekking van twee panden ontstaan huis, waarbij de ingang ter plaatse van de vroegere osendrop is geplaatst. In 1732 kregen beide panden nieuwe klokgevels. De voordeur heeft een pilasteromlijsting. Een nog rijker voorbeeld van samentrekking van oudere panden is
Kerkstraat 39-43. In het midden van de 18de eeuw kregen deze drie panden een nieuwe gevel, waarbij men Kerkstraat 41 voorzag van een weelderige, verhoogde en ingezwenkte halsgevel met rococo-omlijsting. Van de oude 19de-eeuwse visserswoningen is, op
Haven 1-3 (omstreeks 1890) na, weinig bewaard gebleven. Een vroeg voorbeeld van sociale woningbouw zijn de arbeiderswoningen
Bentstraat 14-28 uit omstreeks 1910. Het dubbele herenhuis
Bisschopstraat 56-56a stamt uit omstreeks 1915 en vertoont jugendstilinvloeden.
De Oude Vissershaven (Haven ong.) [15], nu in gebruik als passantenhaven, ontstond omstreeks 1830 door vergroting van de omgrachting van de voorm. bisschoppelijke burcht het ‘Oldehuys’, die zich op het eiland bevond en waarvan de laatste resten in 1955 verdwenen. Aan de noordzijde van de haven staat de palingrokerij Haven 21-23, uit omstreeks 1920, een van de weinige