oosten van de 16de-eeuwse sacristie een nieuwe sacristie met verwarmingskelder, naar ontwerp van G. de Hoog in neoromaanse stijl.
Inwendig is de romaanse kerk iets rijker uitgevoerd dan uitwendig. De hoofdpijlers, in het bijzonder de naar elkaar toegewende zijden van de kruispijlers, zijn voorzien van slanke colonnetten met opmerkelijke kapitelen. De dwarspanden en het oostelijk einde van de romaanse zijbeuk hebben driekwart-zuilen met teerlingkapitelen. De Plechelmuskerk is naast de abdijkerk van Rolduc het enige goed bewaarde voorbeeld in ons land van een rijp-romaanse gewelfde basiliek volgens het gebonden stelsel, opgetrokken naar een vast plan. Bij de restauratie van 1922-'25 is het interieur, met uitzondering van de gewelven, ontpleisterd. Boven de sacristiepoortjes in het dwarsschip zitten twee romaanse reliëfs van naar elkander toegewende leeuwen. In de laatgotische koorsluiting zijn een vrij eenvoudige sedilia, samengesteld uit sarcofaagdeksels, een piscina en een sacramentshuisje aangebracht. Tot de inventaris behoren enkele vroege beelden, waaronder een eikenhouten Piëta (omstreeks 1500) en een beeld van St. Rochus (16de eeuw). Verder zijn er enkele 17de-eeuwse schilderijen en een drieluik in vroege renaissance-stijl, omstreeks 1527-'33 door Pieter Coecke van Aelst in Antwerpen gemaakt. De schatkamer herbergt een verzameling liturgisch zilverwerk, waaronder als voornaamste stuk het verguld zilveren reliekhoofd van St. Plechelmus, vermoedelijk Westfaals drijfwerk uit de tweede helft van de 15de eeuw. De kerk bevat verder een barokke preekstoel (omstreeks 1700), afkomstig uit klooster Bentlage bij Rheine (D.) en een 19de-eeuws orgel van J.F. Witte, afkomstig uit de Grote Kerk in Hoorn. Tot de latere inventaris behoren onder meer een grote schildering op doek, voorstellende scènes uit het leven van St. Willibrord (late 19de eeuw), enkele beelden uit het atelier van Mengelberg, twee beelden en de schilderingen boven het kruis- en driekoningenaltaar (1906) door atelier Cuypers, kruiswegstaties (1924) door H. Repke, het hoofd- en het zijaltaar (omstreeks 1930) door
Van Roosmalen en de bronzen communiebank door J.E. en L. Brom (1953). De gebrandschilderde ramen zijn van J. Schoemaker (circa 1965).
De zware toren aan de westzijde dagtekent in hoofdzaak uit het midden en de tweede helft van de 13e eeuw. De vier oudste geledingen van de toren zijn versierd met lisenen, boogfriezen, gekoppelde spitsboognissen en galmgaten met hoek- en middencolonnetten. De vijfde geleding is vermoedelijk toegevoegd na de brand in 1492. Boven de nauwe, niet oorspronkelijke toreningang bevond zich tot 1826 een groot driedelig venster, waarvan de ontlastingsboog nog over is. De toren werd in 1936-'38 onder leiding van J.Th.J. Cuypers gerestaureerd. Het torenportaal is voorzien van sierlijke, vroeggotische bladkapitelen en overeenkomstige hoekcolonnetten onder het achtdelige gewelf. Het is niet geheel onmogelijk dat deze torenruimte vroeger bestemd is geweest als westelijk koor ten dienste van de parochie.
De R.K. St.-Antoniuskerk (Spoorstraat 2) [2] is een neogotische kruisbasiliek met achtkante traptoren voorzien van ingesnoerde achtzijdige spits, gebouwd in 1911-'12 naar ontwerp van K.L. Croonen. De pastorie (Spoorstraat 4) stamt uit dezelfde tijd.
De R.K. kerk van de H. Drievuldigheid (bij Kruisstraat 9) is een pseudo-basilicale kruiskerk met lage, korte transeptarmen, een recht gesloten, hoogopgaande koorpartij met achtkante koepel, geflankeerd door twee torens met achtkante spitsen. De kerk is gebouwd in 1928-'30 naar ontwerp van W. te Riele in samenwerking met K.L. Croonen in een combinatie van neogotische en neoromaanse vormen. De pastorie (Kruisstraat 9-9A) stamt uit dezelfde tijd.
De Herv. kerk (Ganzenmarkt 9) [3] is een forse zaalkerk met lagere dwarsvleugel (consistoriekamer) en in de binnenhoek een ongelede toren met vierzijdige spits. De kerk verrees in 1934 in expressionistische stijl naar ontwerp van A.J.A. Winters ter vervanging van een kerk uit 1810. Bij de kerk staan vernieuwde hekpijlers met zandstenen dekplaten en empire-siervazen.
Het voorm. verenigingsgebouw van de R.K. Werkliedenvereniging St. Joseph (Molenstraat 25) [4] is een zaalgebouw met smalle zijvleugel, opgetrokken in 1894 naar ontwerp van W. Elzinga. Het onderste deel van het neorenaissancefront is in de jaren dertig van de 20ste eeuw gemoderniseerd. Het R.K. ziekenhuis Heil der Kranken (Prins Bernhardstraat 17) [5] bestaat uit een langgerekt hoofdgebouw, waarin hogere paviljoens bekroond met neogotische topgevels zijn opgenomen. Het gebouw verrees in 1916-'17 naar ontwerp van K.L. Croonen. Midden achter bevindt zich een kapel. De zijvleugels kregen in 1930-'31 serres in staal en glas.
Het voorm. raadhuis (Kerkstraat 9) [6] is een langgerekt gebouw met een bouwlaag boven een hoog souterrain. Het zuidelijke, gepleisterde deel dateert uit de 16de eeuw. Inwendig wordt het door een zware muur verdeeld in een (nu onderverdeelde) rechthoekige zaal en een vierkante kamer, met daaronder een kelder overdekt met ribloze kruisgewelven op een vierkante middenpijler. Door een storm in 1836 ging de forse topgevel in renaissance-stijl uit 1559 verloren. Bij het herstel werd het muurwerk enkele meters verlaagd en kreeg dit bouwdeel het huidige, flauw hellende schilddak, dat aansloot bij een uitbreiding aan de noordzijde in neoclassicistische stijl. De kroonlijst, het fronton en de deur- en vensteromlijstingen van dit ongepleisterde bouwdeel uit 1837 zijn uitgevoerd in Bentheimer zandsteen. Zowel aan de noord- als de oostzijde kreeg het gebouw forse gebogen bordestrappen. In 1899 is het pand enigszins gemoderniseerd door W. Elzinga. Nu is het deels als kantoor en deels als restaurant in gebruik.
Het voorm. postkantoor (Steenstraat 2) [7] uit 1873 is gebouwd in eclectische vormen. In 1898 werd het tot woonhuis verbouwd naar plannen van J. van der Goot en C.J. Kruisweg voor textielfabrikant H.P. Gelderman Dzn.
De voorm. marechausseekazerne (Molenstraat 27-29) [8], een neoclassicistisch gebouw met omgaand schilddak en aangebouwd koetshuis, verrees in 1894 naar plannen van W. Elzinga. Het in baksteen met speklagen uitgevoerde pand is later gepleisterd.
Het voorm. post- en inklaringskantoor (Stationsstraat 14) [9], een langgerekt tweebeukig eenlaagspand, werd in 1915 gebouwd voor de Spoorwegmaatschappij