Monumenten in Nederland. Overijssel
(1998)–Jan ten Hove, Marieke Knuijt, Chris Kolman, Ben Kooij, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
bevaarbare Schipbeek, verrees in de 14de eeuw de bisschoppelijke sterkte Arkelstein. Na verwoesting door de Geldersen in 1510 en 1521 werd deze in 1539 gedeeltelijk gesloopt. In 1716 volgde verkoop, waarna de resten in het begin van de 19de eeuw geheel zijn verdwenen. De in de Gelderse gemeente Gorssel gelegen havezate Huize Dorth heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het dorp. In de kerk bevindt zich nog de grafkelder van de heren van Dorth. Rondom de centraal gelegen Brink en langs de Dorpsstraat vond in de 19de eeuw een bescheiden ontwikkeling plaats. Het in 1886 gebouwde en in 1917 weer gesloten station langs de lijn Deventer-Almelo heeft hier weinig verandering in gebracht. Pas na de oorlog en vooral na 1969 heeft het dorp zich op een compacte wijze uitgebreid tussen Schipbeek en spoorlijn. De Herv. kerk (Kerkplein 3) is een neoclassicistische zaalkerk met driezijdig gesloten laatgotisch koor en een eveneens laatgotische toren van vier geledingen met zadeldak. De oorspronkelijk aan de O.L. Vrouwe gewijde kerk is ontstaan omstreeks 1240 als geschenk van de bisschop van Utrecht aan het kapittel van de St. Lebuïnus te Deventer. Tegen het mogelijk 14de-eeuwse schip werd kort na 1459 een rijzig koor gebouwd. Ook de toren zal in die tijd tot stand gekomen zijn. De vrij bijzondere afdekking in de vorm van een zadeldak tussen puntgevels is mogelijk in het begin van de 16de eeuw aangebracht. Het uurwerk stamt uit 1881. Na een eerder plan uit 1865, werd in 1870 het oorspronkelijke schip gesloopt en vervangen door het huidige driebeukige schip op een bijna vierkante plattegrond. Dit schip, met een in hoofdvorm neoclassicistische opzet en voorzien van neogotische details, verrees naar ontwerp van J.A. Gerretsen uit Zutphen. Gelijktijdig werd rond de gehele kerk een gepleisterde plint opgetrokken. Nadat de neogotische pinakels in 1906 waren verwijderd, volgde in 1939 een verdere versobering en inwendige herinrichting naar plannen van J.A.G. Heineman. Bij de restauratie in 1975-'76 onder leiding van H. Roebbers werden de uit 1870 daterende consistorie- en catechisatiekamer ter weerszijden van de toren vervangen door nieuwe aanbouwsels.
Bathmen, Herv. kerk, plattegrond
Bathmen, Herv. kerk, muurschilderingen (1986)
Het koor is voorzien van gemetselde kruisribgewelven, met ribben waarop eenvoudig decoratieve schilderingen zijn aangebracht. Het schip wordt overdekt door sterk gewelfde kruisribgewelven van stuc op latten, met in de hoeken kraagstenen met bladornament. De midden-15de-eeuwse muurschilderingen tonen onder andere St. Catharina en St. Gertrudis en de tienduizend martelaren van Achatius op de berg Ararat. Tussen de vensters in de koorsluiting bevinden zich schilderingen van profeten en apostelfiguren met spreukbanden waarop gedeelten van de Tien Geboden zijn geschreven. Op het koorgewelf is vervaagd een Deësis-voorstelling te zien: een oordelende Christus tussen Maria en Johannes de Doper. De schilderingen werden in 1870 ontdekt en gerestaureerd door L.L. Kleijn; in 1939 zijn die in het koor opnieuw geconserveerd door E. en J. Bokhorst en werden op het koorgewelf de ornamentele schilderingen blootgelegd. Het koor bevat een grafzerk uit 1532, vermoedelijk van Dirck van Dorth, en de toegang tot de in 1620 gebouwde grafkelder van de heren van Dorth, waarin zich diverse loden lijkkisten bevinden. Deze ingang heeft een maniëristisch tekstcartouche. De preekstoel is vroeg-18de-eeuws, de lezenaar mogelijk nog 17de-eeuws. Het neogotische orgel werd in 1876 geleverd door H.G. Holtgräve. In 1940 is een gebrandschilderd raam aangebracht naar ontwerp van J. Dijkstra. De voorm. pastorie (Dorpsstraat 6) werd in 1840 gebouwd en in 1981 gerestaureerd. Het raadhuis (Kerkplein 1) is een fors neoclassicisistisch woonhuis, gebouwd in 1880. In 1888 werd het door de gemeente Bathmen gekocht en als raadhuis ingericht. Uit die tijd stammen mogelijk ook de aanbouw aan de rechterzijde en het dorische ingangsportaal. Voor het raadhuis staat een lantaarnpaal uit 1939, opgericht ter gelegenheid van het 25-jarig ambtsjubileum van burgemeester P.J. Hemminga. Het Groene Kruis-huisje (Kerkplein ong.) is een eenvoudig gebouwtje tussen kerk en stadhuis met aan één van de lange zijden in het metselwerk een groen kruis, waaronder een gevelsteen met opschrift ‘Geschenk van Dr. P. Mulder op zijn 80sten verjaardag, 23-2-1911’. Woonhuizen. Het dorp kent nog een aantal typisch 19de-eeuwse dorpswoningen, in de vorm van een dwars woonhuis met in het midden een licht risalerende ingangspartij overgaand in een bakstenen dakerker en met terugliggend portiek. Dorpsstraat 11 uit omstreeks 1880 is hier een goed voorbeeld van. Rijker zijn de neoclassicistische
Bathmen, Woonhuis Dorpsstraat 11
| |
[pagina 60]
| |
Villa Willy (Looweg 1) uit omstreeks 1875 en dokterswoning met jugendstil-details Koekendijk 2 uit 1912. Boerderijen. De meeste boerderijen zijn hallenhuisboerderijen met langsdeel, gebouwd in de tweede helft van de 19de eeuw, met een vaak parallel aan de boerderij staande schuur van dezelfde grootte. De uit 1894 stammende boerderij Menopsweg 2 is hier een voorbeeld van. Erve Zandvoort (Zandvoortdijk 1) uit omstreeks 1900 heeft daarbij nog een halfronde aanbouw die als karnhuis diende. |
|