Waspik, R.K. St.-Bartholomeus- en Barbarakerk, interieur
dorp is via een langgerekte lintbebouwing verbonden met Raamsdonk.
De Herv. kerk (Raadhuistraat 17) is een laat-gotisch bouwwerk met driebeukig pseudo-basilicaal schip, lagere dwarsarmen en een driezijdig gesloten koor. De vrij forse kerk heeft nooit een toren gekend; op de oostzijde van het schipdak staat een dakruiter. Het koor dateert uit het midden van de 15de eeuw; schip en dwarsarmen kwamen in dezelfde tijd of iets later tot stand. In de 19de eeuw zijn de vensters van het schip vergroot en van houten ramen in bakstenen omrandingen voorzien; de vensters van het koor kregen bij een restauratie in 1959 nieuwe bakstenen traceringen.
Het interieur heeft houten tongewelven met trekbalken en zuilen met lijstkapitelen en achtkante basementen. De gewelven zijn tijdens de restauratie hersteld en opnieuw beschoten. Het koor is door een wand van de rest van de kerk afgescheiden en door een vloer in twee lagen gesplitst. Beneden bevindt zich de consistoriekamer, met een 18de-eeuwse houten schoorsteenmantel, boven een grote zaal. Tot de inventaris behoren een koperen doopbekkenhouder en twee koperen lessenaars (vroeg-18de-eeuws), verder een eikenhouten preekstoel op hardstenen voet en een doophek, die evenals de toegangsdeur naar het koor dateren uit omstreeks 1771 en die voorzien zijn van sierlijk rococo-snijwerk door Petrus Verhoeven. Van zijn hand zijn zeer waarschijnlijk ook de tochtportalen, de psalmborden en de orgelkast met onder meer de wapens Cousebant-Van Wassenaer; het instrument werd in 1767 geplaatst door Matthijs de Crane. Het ommuurde kerkhof heeft aan de westzijde natuurstenen hekpijlers in rococo-stijl, een 19de-eeuws baarhuisje en verschillende 19de-eeuwse natuurstenen grafmonumenten.
De R.K. St.-Bartholomeusen Barbarakerk (Dorpsplein 1) is een driebeukige, neoclassicistische hallenkerk, gebouwd in 1840-'41 naar plannen van J. Brands onder toezicht van het Ministerie van Waterstaat. De voorgevel heeft nissen met beelden van de patroonheiligen en een toscaans zuilenportiek met fronton. Het bovenste deel van de gevel is een hoog, trapgevelvormig opzetstuk met blokkenbepleistering, bekroond door een achtkant koepeltorentje.
Het interieur heeft ton- en kruisribgewelven van stucwerk, die worden gedragen door zuilen met ionische kapitelen en hoge achtkante basementen. Tot het meubilair, dat grotendeels uit de bouwtijd van de kerk dateert, behoren een hoogaltaar met draaibare expositietroon door J.B. Peeters uit Antwerpen, zijaltaren door J. Buijssen met beelden van de hand van M. van Bokhoven en Peeters, een preekstoel, eveneens door Peeters, met onder de kuip een beeldengroep, twee biechtstoelen door Buijssen en Peeters, en een door F.B. Loret in 1848 gebouwd orgel in een kast met snijwerk van Peeters. M. Weiss vervaardigde in 1950-'51 de gebrandschilderde glazen. De voorm. pastorie (Kerkstraat 1) is een 19de-eeuws neoclassicistisch pand. Het kerkhof bezit een aantal monumentale neogotische grafmonumenten uit 1881.
Het voorm. raadhuis (Raadhuisstraat 13-15) is een neoclassicistisch blokvormig pand met middenrisaliet en fronton uit 1875. Iets terugspringend is het burgemeestershuis aangebouwd in dezelfde trant.
Bedrijfsgebouwen. De voorm. scheepswerf annex woonhuis (Scharlo 4) dateert uit omstreeks 1910, evenals de voorm. hooiperserij (Vaartje