dakijn met leien tentdak naar plannen van de architect Schütz.
Woonhuizen. Grave bezit nog verschillende huizen met een oude kern. Deze huizen zijn in de loop van de tijd diverse malen verbouwd, niet zelden na oorlogsschade. Vanaf de jaren zeventig van de 20ste eeuw zijn veel huizen opgeknapt, waarbij men - soms te ingrijpend - de voorgevel in de oorspronkelijke vorm heeft teruggebracht.
Markt 1 en St.-Jansstraat 21 zijn wellicht in aanleg nog 16de-eeuws. De deur en de vensters op de begane grond zijn te zamen met de vensters van de eerste verdieping gevat in rechthoekige nissen, de vensters daarboven zijn gevat in korfboognissen. De zijgevel wordt gesteund door drie steunberen. De blokkenbepleistering en de rechte kroonlijst werden in de 19de eeuw aangebracht. Het vrijstaande pand Boreel de Mauregnaultstraat 1 stamt in opzet uit het midden van de 16de eeuw. Vanwege de ligging nabij het kasteel is het niet uitgesloten dat er vroeger ook een functionele relatie bestond. De dwarse huizen Gasthuisstraat 46 en 48 zijn in aanleg eveneens 16de-eeuws; de eerste heeft kloosterkozijnen aan de achterzijde, het laatste is voorzien van de jaartalankers ‘1575’. Gasthuisstraat 58 heeft een gevel uit omstreeks 1910, maar onder de gootlijst bevinden zich vier laat-16de-eeuwse zandstenen consoles in maniëristische vormen.
Van de vroeg-17de-eeuwse gevels is de top doorgaans verdwenen en heeft men de puien veelal gereconstrueerd. Deze gevels worden gekenmerkt door terugliggende vensters met driepasversiering in de boogtrommels van de verdieping en muurdammen die beneden ontspringen op zuiltjes en daarboven op kraagstenen in de vorm van een kopje. Dit geveltype wordt ook wel aangeduid als ‘Dordtse gevel’. Voorbeelden zijn Oliestraat 6, Hamstraat 23, 26 en 26A. Vergelijkbaar zijn Hamstraat 25, met meander- en stervormig siermetselwerk en twee natuurstenen leeuwenkoppen, Brugstraat 2 en de later gepleisterde gevel Rogstraat 10 met gevelsteen met pauw.
Veelal 18de-eeuws zijn de gevels met inen uitgezwenkte toppen, soms voorzien van schouderstukken. Voorbeelden zijn
Grave, Woonhuis met apotheek Klinkerstraat 21
Hamstraat 22-24 uit omstreeks 1740 en
Rogstraat 37 en
Rogstraat 11-13, beide uit de tweede helft van de 18de eeuw.
Maasstraat 6 heeft een deuromlijsting in Lodewijk XV-stijl. Deuren en bovenlichten in Lodewijk XVI-stijl hebben:
Brugstraat 1,
Rogstraat 22,
Klinkerstraat 4 en
9. Hele panden van na de beschieting in 1794 zijn
Rogstraat 30-34 en
Brugstraat 5.
Rogstraat 17 stamt uit het begin van de 19de eeuw en heeft een voor die tijd karakteristieke gevel, waarbij de baksteen eerst met specie in baksteenkleur is bijgewerkt en pas daarna gevoegd. Maasstraat 15 is een voorbeeld van een 19de-eeuwse lijstgevel met blokkenbepleistering en stucornamenten boven de vensters. Markt 14-16 is eveneens uitgevoerd in eclectische vormen en heeft een balkon met rijk uitgevoerde consoles. De gevel van Maasstraat 19 werd omstreeks 1865 voor een ouder huis geplaatst. Maasstraat 21 is een groot 18de-eeuws herenhuis met fronton en zinken pilonen. Boven de wagendeur aan de zijkant werd in 1891 een zijkamer uitgebouwd. Bij dezelfde verbouwing, naar plannen van A.G. de Beer voor notaris A. Stael, verrees achter het pand, aan de Maaskade, een aangebouwde kamer in chaletstijl. Op het oude tracé van de stadswal verrees omstreeks 1910 het herenhuis La Feullade (St.-Elisabethstraat 12) met elementen van de chaletstijl. Een fraaie wit gepleisterde gevel heeft Klinkerstraat 21, dat dokter Kanters omstreeks 1905 liet bouwen. De gevel is voorzien van vensters omzoomd met rode verblendsteen en boogvelden met siertegeltjes. Een tegeltableau toont in Griekse letters de naam ‘Asklepios’, de god van de geneeskunde. Markt 10, ten slotte, is een karakteristiek voorbeeld van een wederopbouwpand uit omstreeks 1950.
Winkelpuien. Grave bezit nog interessante winkelpuien, waaronder Rogstraat 18 (omstreeks 1860), Hamstraat 8 (1890), in neorenaissance-vormen en Rogstraat 28 - gesigneerd ‘J.K. 1903’ - in jugendstilvormen. Het meest opmerkelijk is de winkelpui in jugendstil-vormen van Hamstraat 19, met penanten in roze en rode geglazuurde steen, gesigneerd ‘J.K. 1906’. Rogstraat 12 heeft een kenmerkende art deco-pui uit omstreeks 1925.
Herbergen. Van de diverse horecagelegenheden in de stad moet het Oranje Hotel (Brugstraat 8) met mogelijk 17de-eeuwse kern genoemd worden. Dicht bij de Hampoort ligt De Eenhoorn (Hamstraat 28), een voormalig hotel met binnenplaats, koetshuis en poort; de laatste is voorzien van de jaartalsteen ‘1787’. De Poort van Cleve (Hamstraat 1) is een ouder hoekpand, dat omstreeks 1865 van een nieuwe eclectische gevel werd voorzien. In de Klinkerstraat kreeg het toen een aanbouw met loggia en balkon; de naam van het hotel-café staat in de gevel daarboven.
Verdedigingswerken. Van de middeleeuwse omwalling bleef langs de Maaskade een walmuur met twee rondelen bewaard. Daarop staan de door J. Berenger uit Douai gegoten kanonnen ‘L'Intriguant’ (1778) en ‘Le Partisan’ (1787). Onder Staats gezag werd de bestaande verdediging in 1582 vervangen door een stelsel met zeven bastions, waarvan één aan de overzijde van de Maas. De in 1672-'74 zwaar beschadigde verdedigingswerken werden in 1679-'92 herbouwd naar plannen van Paul Storff de Belville, waarna in 1699-1701 naar ontwerp van Menno baron van Coehoorn verdere werken werden uitgevoerd. De omwalling, vier zijden van een regelmatige zeshoek, kreeg aan de landzijde