eenvoudige neoclassicistische vormen, is een gaaf voorbeeld van de huizen die de St.-Vincentiusvereniging sinds 1846 stichtte.
Raadhuizen. Het voorm. raadhuis, Heuvel 1, is een neoclassicistisch pand uit 1870 naar ontwerp van H.A. Aghterberg. Het middenrisaliet wordt bekroond door een topgevel met uurwerk en een dakruiter met klok. Om de hoek voegde men in 1877 het post- en telegraafkantoor (Hofstraat 1) toe. Hofstraat 4 dient sinds 1920 als raadhuis. Dit gepleisterde, eclectische herenhuis verrees in 1868 voor textielfabrikant J.M. Eycken.
Woonhuizen. Met de komst van de textielindustrie ontstonden vooral rond de Heuvel fabrikantenwoningen. Het oudste is
Heuvel 9, uit 1854, van wollenstoffenfabrikant A. van den Heuvel. De fabriek lag op het achterterrein. W. van den Heuvel liet in 1892
Heuvel 93-94 bouwen. Rond 1900 kwam ook
Heuvel 22 voor dezelfde familie tot stand, in eclectische stijl. In die stijl liet A. van den Heuvel
Bogardeind 25 bouwen, een rijke fabrikantenwoning met geprononceerde dakbekroning voorzien van een zinken oeil-de-boeff. Andere fabrikantenwoningen of rijke herenhuizen zijn:
Langstraat 1 (1866),
Heuvel 5 (1869),
Heuvel 1 (omstreeks 1870),
Langstraat 10 (1879),
Heuvel 23 (1910), in chaletstijl, en
Heuvel 2 (1911). Het herenhuis
Heuvel 19 van bierbrouwer J. Bolsius verrees in 1903 in een combinatie van neorenaissance- en jugendstil-elementen. Het herbergt diverse stijlkamers, waaronder een met houten bank in art deco-stijl en een ruimte met ingebouwd dressoir en jugendstiltegelwerk. Advocaat W. Goossens liet in 1920 het huis
Philoxenia (Stationsweg
Geldrop, Wollendekenfabriek N.V. De Wit
Geldrop, Wollenstoffenfabriek Fa. A. van den Heuvel & Zn. (1978)
46) bouwen. Het ontwerp van A.L. van Gestel is een heroriëntatie op traditionele vormen. Modern is het uit 1969-'71 stammende huis
Helze 1, het eigen woonhuis van OD205-architect H.G. Smelt, een van de ontwerpers van de Technische Hogeschool Eindhoven.
Industriegebouwen. Het voornaamste restant van de eens belangrijke Geldropse textielindustrie is de voorm.
wollenstoffenfabriek Fa. A. van den Heuvel & Zn. (Molenstraat 9). Het oudste deel van dit fabriekscomplex is een uit 1863 stammend fabriekspand met verdieping. De Kleine Dommel stroomde via een doorgang met sluisje door dit gebouw en dreef destijds de machines aan. Aan de oostzijde bouwde men rond 1910 een fabriekshal met shed-dak. Deze hal gaat aan de voorzijde schuil achter een blinde siermuur, geleed door lisenen met spitse natuurstenen afdekkingen; tussen de lisenen zitten getoogde nissen met daarboven opengewerkte ovalen en
Geldrop, Station Geldrop, perronoverkapping
het fabrieksopschrift. De fabriek is in 1996-'97 verbouwd tot appartementen. De voorm.
wollendekenfabriek N.V. De Wit (Parallelweg 26a-e) is een wit geschilderd fabrieksgebouw uit 1913, onder shed-daken. Het bood lange tijd onderdak aan het Natuurkundig Laboratorium van Philips. Van de voorm.
linnenweverij Fa. Gebr. A. en M. van Agt (Bogardeind 33) resteert een fabrieksgebouw uit omstreeks 1870-'80, maar van de
textielfabriek A. van der Heijden & Zn. slechts het uit 1923 stammende kantoor (Mierloseweg 16).
De perronoverkapping (Parallelweg ong.), overblijfsel van het in 1912-'13 naar plannen van G.W. van Heukelom gebouwde station Geldrop, bestaat uit een luifeldak met geklonken vakwerkspanten op twee rijen kolommen.
Windmolen. Aan de zuidrand van de dorpskern staat een wit gepleisterde, ronde beltkorenmolen (Molenakkers 5) uit 1843.
Zes Gehuchten. Lintdorp ten