Renswoude
Het dorp Renswoude, gelegen in het zuiden van de Gelderse Vallei, is evenals Lage Vuursche een voorbeeld van een in de 17de eeuw gestichte nederzetting. Nabij het uit de 14de eeuw stammende kasteel, dat in 1654 geheel werd vernieuwd, verrees in 1639 een slotkapel in de vorm van een koepelkerk. Langs de rechtgetrokken en verbrede oude weg van Utrecht naar Arnhem werden regelmatige percelen uitgegeven waarop bebouwing ontstond. Aan het eind van de 18de eeuw werd besloten tot de bouw van een rij dienstwoningen aan de noordzijde van de Dorpsstraat. Deze woningen staan bekend als de Nieuwe Buurt. Kasteel, park, kerk en de nabij gelegen, overwegend 18de-eeuwse woonhuizen, zijn beschermd dorpsgezicht.
De Herv. kerk (Kerkstraat 3) is een vrijstaand sobere classicistische centraalbouw uit 1639-'41, hoogstwaarschijnlijk naar ontwerp van Jacob van Campen en gesticht door Johan van Reede, Heer van Renswoude. De plattegrond is een Grieks kruis met ondiepe armen, waarbij het vierkant van de kruising boven de door schilddaken gedekte armen uitrijst en overgaat in een achtkante tamboer met koepel. Het gewicht hiervan wordt mede opgevangen door uitgezwenkte steunberen op de hoeken van kruising en kruisarmen, die tevens een symbolische verwijzing naar de tempel van Salomon zijn. De kerk heeft rondboogvensters. De consistorie dateert uit 1855, maar onderging wijzigingen. De kerk is zowel in 1935-'37 als in 1971 gerestaureerd. Een 17de-eeuws portaal tegen de oostzijde, de kant van het kasteel, werd bij de eerste restauratie verwijderd. Boven de ingang bevindt zich het toen iets lager aangebrachte gebeeldhouwde alliantiewapen van de bouwheer en zijn echtgenote (Van Reede-Van Eeden) met het jaartal 1639.
Het interieur is wit gepleisterd. De kruisarmen hebben houten zolderingen en worden van de middenruimte gescheiden door telkens twee ionische zuilen en ionische hoekpilasters. Hierop rusten houten, later met ijzer verstevigde architraven, waarboven pendentieven de aanzet vormen tot de achtkante bovenbouw. De gedrukte houten binnenkoepel werd in 1818 hersteld, de voordien aanwezige beschildering werd toen opnieuw aangebracht. De acht wapens in de ovale medaillons zijn van de Staten van Utrecht, de Utrechtse kapittels en de Duitse Orde; zij hebben bijgedragen aan de bouw van de kerk. De rouwborden, waaronder één uit 1699 en drie 18de-eeuwse, zijn van leden van de families Van Reede en Taets van Amerongen van kasteel Renswoude. Onder de kerk bevindt zich de grafkelder van deze families. Verder bevat de kerk een 17de-eeuwse kansel met rijke koperen lezenaar, een voorlezerslezenaar en een houten offerblok uit 1649 met doopbekkenhouder.
De kerk
Ebenhaëzer (Dorpsstraat
Renswoude, Herv. kerk
88) is een eenvoudig zaalgebouw uit 1908.
Het huidige raadhuis (Dorpsstraat 4-6) werd in 1651 gebouwd als pastorie van de Herv. kerk. Het geheel gepleisterde pand bestaat uit twee achter elkaar geplaatste vleugels met zadeldaken gevat tussen puntgevels. Het siersmeedwerk op de schoorstenen, het klokkentorentje en de dakkapellen zullen uit de jaren vijftig van de 20ste eeuw dateren. In het interieur bevindt zich achterin de vestibule een ten dele 17de-eeuwse spiltrap. In 1924 werd het pand als raadhuis in gebruik genomen, in 1981 volgde aan de achterzijde een uitbreiding met onder meer een vernieuwde raadzaal.
Kasteel Renswoude (Dorpsstraat 3-7) is een uit 1654 daterend tweebeukig huis met evenwijdige zadeldaken tussen topgevels, gebouwd ter vervanging van een ouder kasteel. De achtergevel bezit een voor het classicisme kenmerkende gevelindeling, terwijl de voorzijde met torenvormige middenpartij en twee hoektorens aan een middeleeuws kasteel doet denken. Het ontwerp wordt toegeschreven aan de bouwmeesters Gijsbert Theunisz. van Vianen en Pieter Jansz. van Cooten. Het huis heeft een voor die tijd vrij moderne symmetrische plattegrond met centraal trappenhuis tegen de achtergevel en aan weerszijden appartementen. In het geheel overkluisde onderhuis is onder meer de keuken gesitueerd. Een deel van de stucplafonds en de deurpartijen herinneren aan een