Nieuwersluis, Buitenplaats Sterreschans
In 1676 gestichte buitenplaats, waarvan het huis in 1755 werd gemoderniseerd en vergroot, zodat het een min of meer kruisvormige plattegrond kreeg. Aan de Vechtzijde is de ingang, met een bordestrap naar de bel-etage. Het omlopend schilddak wordt bekroond door hoekschoorstenen. Aan de straatzijde staat het huis aan een vijver. De gevel van de uitbouw aan deze kant heeft geblokte natuurstenen hoekpilasters en een balkonpartij uitgevoerd in Lodewijk XV-stijl. Dit bouwdeel herbergt de grote zaal, die aansluit op een brede middengang. De zaal heeft een stucwerkplafond en een haardomlijsting in Lodewijk XV-stijl; de wandvlakken zijn gevuld met hoge spiegels en geschilderde landschappen en stillevens.
Terzijde van het huis ligt de oranjerie annex koetshuis, een langgerekt 18de-eeuws gebouw met schilddak. Aan de Vecht bevinden zich een achtkantige houten theekoepel (eind 18de eeuw) en een klein terras met een rijk smeedijzeren hek, uitgevoerd met balustervormen en een spiegelmonogram met kroon (midden 18de eeuw). Bij de weg staan twee smeedijzeren toegangshekken met naamband en rococo-kuif en vierkante houten pijlers.
De tuin en de overtuin, oorspronkelijk in formele stijl aangelegd, waren de eerste geometrische tuinen aan de Vecht die in de 18de eeuw in landschapsstijl werden veranderd.
Sterreschans (Rijksstraatweg 18). Omstreeks 1690 gebouwd buitenhuis, tegenwoordig wit gepleisterd, waarvan de Vechtzijde nog het meest zijn oorspronkelijke staat heeft behouden. Daar bevindt zich de ingang, met een halfrond, door houten zuilen gedragen balkon en een rond dakraam. Kort na 1815 werd het huis, mogelijk naar ontwerp van
Nieuwersluis, Buitenplaats Vreedenhoff, toegangshek
Abraham van der Hart, gemoderniseerd en aan de straatkant verbreed. Dit gedeelte is in 1870 weer veranderd. De middenpartij kreeg toen een gietijzeren veranda, gestucte bogen en een verhoogde kroonlijst. Het langgerekte koetshuis met tuinmanswoning dateert uit ongeveer 1700. De tuin en de overtuin zijn, mogelijk door J.D. Zocher jr., omstreeks 1825 veranderd in een landschapspark met slingerpaden, vijvers en kunstmatige heuvels. De overtuin is, met inbegrip van de vroegere overtuin van Rupelmonde, uitgegroeid tot een parkbos.
Vreedenhoff (Rijksstraatweg 53). Op het terrein van een ouder buiten verrees in 1749-'53 een nieuw huis, dat wordt toegeschreven aan de Amsterdamse meester-timmerman Jean Coulon. Het vierkante huis met onderhuis heeft geblokte bakstenen pilasters op de hoeken en een van hoekschoorstenen voorzien omlopend schilddak. In het midden van de achtergevel bevindt zich een gedeeltelijk uitgebouwde, tot aan de kroonlijst opgetrokken koepelkamer. De met een houten balustrade bekroonde uitbouw is rijk versierd met snijwerk in Lodewijk XV-stijl. Het middenraam aan de ingangszijde is in dezelfde stijl omlijst; de deurpartij hieronder is in Lodewijk XVI-stijl uitgevoerd. Een deel van de inrichting is nog uit de periode van de bouw. In 1906-'09 werden tegen de zuidzijde van het huis het halfronde terras met door ionische zuilen gedragen balkon en de aansluitende galerij en trap gebouwd; het geheel kreeg een natuurstenen balustrade.
Het park, dat zich ver in westelijke richting uitstrekt, is omstreeks 1800 grotendeels in landschapsstijl aangelegd. Het terrein wordt naar de weg toe afgesloten door een opvallend groot en rijk versierd rococo-toegangshek (omstreeks 1760), dat op grond van aanwezige initialen wordt toegeschreven aan Constantinus Lautenschläger. Het middendeel van het symmetrisch opgezette hek wordt bekroond door een asymmetrische kuif met daaronder de naam ‘Vreedenhoff’. De met opzetstukken bekroonde natuurstenen pijlers hebben een gebogen vorm en gebeeldhouwde versiering. Ook in rococo-stijl zijn de ijzeren brughekjes, die hierop aansluiten en die aan de uiteinden met maskers zijn versierd. Een eenvoudiger smeedijzeren hek uit dezelfde tijd staat iets zuidelijker aan de weg. Rechts daarvan staat een achtkantige houten theekoepel uit 1776.
Rupelmonde (Rijksstraatweg 24). Deze buitenplaats is gesticht aan het eind van de 17de eeuw. Het huis is in 1768 verbouwd en uitgebreid. De ingang werd toen van de Vechtzijde naar de straatzijde verplaatst. Aan de straatzijde toont het huis zich als een rechthoekig gebouw van drie bouwlagen; aan de Vechtzijde bevindt zich evenwel nog een ondieper, maar breder deel, dat, hoewel ongeveer even hoog, twee bouwlagen telt. Dat