Loenersloot
(gemeente Loenen)
Klein dorp, gelegen op de zeer smalle, oostelijke oeverwal van de (Kromme) Angstel, tegenover het op de westelijke oeverwal gelegen kasteel Loenersloot. De nederzetting ontstond bij het 13de-eeuwse kasteel en is een typisch voorbeeld van een kasteeldorp. Loenersloot had al in de 14de eeuw een kapel. Het geheel is met de buitenplaats Valk en Heining een beschermd dorpsgezicht. Het Amsterdam-Rijnkanaal en de provinciale weg hebben een oude lintbebouwing in zuidoostelijke richting van het dorp afgesneden. Daarvan staan aan de Slootdijk nog enkele boerderijen en aan de Kerklaan een voorm. neogotische zaalkerk (1857) met 18de-eeuwse pastorie.
Kasteel Loenersloot (Rijksstraatweg 211) is een imposant bouwwerk, omgeven door een brede slotgracht, die in open verbinding met de Angstel staat. Het kasteel is in aanleg 13de-eeuws. Uit die tijd dateert mogelijk
Loenersloot, Kasteel Loenersloot
de ronde bakstenen donjon die boven het geheel uitsteekt. Oorspronkelijk werd deze door een veelhoekige ringmuur omgeven, maar die sloopte men toen het kasteel werd uitgebreid met woonruimten aan de oost- en zuidzijde. Aan de vorm van de ringmuur herinnert op de zuidwesthoek nog de kademuur met balustrade en siervazen, die het in 1767 gesloopte laatste deel van de ringmuur vervangt. In de eerste helft van de 14de eeuw verrees aan de oostzijde een onderkelderde vleugel, die op de begane grond bestaat uit een grote rechthoekige zaal met een aansluitende, kleinere vierkante ruimte. In de tweede helft van de 14de eeuw volgden de lange noordvleugel en de kleine, onderkelderde zuidvleugel. In de 16de en de eerste helft van de 17de eeuw vonden nog enkele verbouwingen plaats, maar het kasteel werd echt ingrijpend gewijzigd tussen 1767 en 1777. Een versterkt poortgebouw, dat men via een valbrug bereikte, werd in 1767 afgebroken. Verder trok men een deel van de oude binnenplaats bij het kasteel om als hal te dienen. Het interieur dateert vrijwel volledig uit de periode 1772-'77. Vermeldenswaard zijn het trappenhuis, de zaal en de eetkamer met stucplafonds van Peretti en de wandbespanningen van C. van Breezijn. Bij herstelwerkzaamheden aan het eind van de vorige eeuw heeft men het kasteel weer een middeleeuws karakter willen geven. De gevels ontdeed men van hun pleisterwerk en de 18de-eeuwse vensters maakten plaats voor kruisvensters. Brede kantelen vervingen de 18de-eeuwse balustrade op de donjon. Ook delen van de ingangsgevel, de uitgekraagde bakstenen friezen onder de dakrand, de trapgevel aan de noordkant en de dakkapellen zijn laat-19de-eeuws.
Een vaste brug, met aan weerszijden bakstenen sokkels met gebeeldhouwde adelaars en wapenschilden, verbindt het kasteel met het voorplein, dat vroeger zelfstandig was omgracht. Op het voorplein staan enkele dienstgebouwen, waaronder een koetshuis uit 1770. De achterwand hiervan is opgebouwd uit stenen met een zelfde formaat als die van de toren. Ook de boerderij halverwege de oprijlaan is deels nog laat-middeleeuws. Bij de houten klapbrug aan de weg staat een portierswoning. In het landschappelijke parkbos met slingervijver, mogelijk nog uit het eind van de 18de eeuw, ligt een betonnen groepsschuilplaats uit de tijd van de mobilisatie.
Valk en Heining (Rijksstraatweg 247) is een in 1677 door de Amsterdammer Cornelis Valckenier gestichte buitenplaats. Het herenhuis heeft een omlopend schilddak, een Lodewijk XV-deuromlijsting en een met een driehoekig fronton afgesloten middenrisaliet. De voorgevel is later gepleisterd en tegenwoordig oker geschilderd. Tegen de rechterzijde staat de lagere, langwerpige en tweebeukige oranjerie onder een zadeldak. Dit gebouw herbergde vroeger mogelijk de stal, een koetshuis en een dienstwoning. Op de hoek van de tuin, aan de weg, staat een grote, houten theekoepel op een hardstenen plint, gebouwd
Loenersloot, Buitenplaats Valk en Heining, theekoepel