Cothen, Schutsluis in de Kromme Rijn
uiterlijk aan verbouwingen in 1694, 1762 (voorzijde) en 1784-'93 (achterzijde). De voorgevel heeft een middenrisaliet met classicistische ingangspartij en fronton. De iets vooruitspringende hoekpartijen doen door de zelfstandige bekroning met schilddaken aan torens denken. De achtergevel wordt geflankeerd door uitspringende hoektorens met tentdaken. De zijgevels hebben elk een uitbouw tot aan de daklijst. Bij de rechterzijgevel is nog muurwerk te zien van een vermoedelijk uit de tweede helft van de 13de eeuw daterende rechthoekige zaalvleugel. Deze was oorspronkelijk tegen een donjon aangebouwd. In de 14de eeuw ontstond door uitbreiding een U-vormig complex. De donjon werd in de eerste helft van de 17de eeuw gesloopt. Het kasteel is in 1694 verbouwd tot een blokvormig landhuis. Het huidige interieur kwam grotendeels tot stand onder leiding van Jacob Otten Husly in 1791-'93. Vóór het huis bevindt zich een brug met onderdoorgang, geflankeerd door twee voetstukken met siervazen in rococostijl. Op het voorplein staan twee bouwhuizen, het rechter dateert uit 1792, het linker uit 1826. In dezelfde tijd werd de formele tuin, die grotendeels in 1735 door J. Iven was aangelegd, veranderd in een landschapspark, waarschijnlijk naar ontwerp van J. Copijn.
Boerderijen. In en rond het dorp staan enkele interessante boerderijen, zoals Brink 5, een dwarshuisboerderij uit 1815, Brink 6, een combinatie met een herberg uit 1902 en de Cloetingshofstede (Caspergauw 8), een krukhuisboerderij uit circa 1700, in 1890 verbouwd in opdracht van de familie Van Beeck Calckoen van Rhijnestein.
Korenmolen. Het dorpssilhouet wordt mede bepaald door de molen Oog in 't Zeil (Molenplein 1), een ronde bakstenen stellingkorenmolen, in 1869-'70 gebouwd na het afbranden van de oude houten standerdmolen. In 1936 onttakelde men de molen tot een stenen romp; in 1986-'87 volgde een restauratie waarbij hij weer compleet werd gemaakt.
De Schutsluis in de Kromme Rijn, met bijbehorende sluiswachterswoning (Kerkweg 24), is in 1870 aangelegd in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De Kromme Rijn diende toen als inundatiekanaal en daarvoor moesten een aantal bochten afgesneden en drie sluizen gebouwd worden.