Blauwkapel
(gemeente Utrecht)
Van oorsprong een veenontginningsdorpje. De kern bleef behouden binnen de omgrachting van het in 1818 als deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gebouwde fort Blauwkapel. De nederzetting, die niet veel meer omvat dan een kerk, een stadsachtig woonhuis en enkele boerderijen, geniet de status van beschermd dorpsgezicht. Blauwkapel grenst thans direct aan de Utrechtse wijk Overvecht en wordt voor het overige geheel ingesloten door verkeerswegen en spoorlijnen.
Herv. kerk. Klein kerkje uit het begin van de 16de eeuw, met zeer slanke, deels ingebouwde westtoren, eenbeukig
Blauwkapel, Herv. kerk
schip met smalle dwarskapellen en driezijdig gesloten koor. De kerk heeft houten spitstongewelven met ribben. De ribben in de koorsluiting rusten op consoles, versierd met de wapens van het echtpaar Van Wijck-Drakenborch, waarschijnlijk de opdrachtgevers voor de bouw van de kerk. In 1944 leed het kerkje oorlogsschade, die bij een restauratie in 1958-'59 werd hersteld. Toen opende men ook de toren naar het schip, zoals oorspronkelijk het geval moet zijn geweest. De gewelven werden ontpleisterd en nieuw beschoten en de vensters kregen hun huidige traceringen. In de kerk zijn vroeg-17de-eeuwse geschilderde teksten aangetroffen. Het gebouw bevat een Belgisch kabinetorgel uit de 17de eeuw en neogotisch meubilair.
Het fort, in 1817-'18 gebouwd op de plaats van oude versterkingen uit 1787, behoorde tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het diende onder meer ter afsluiting van de door het inundatiegebied lopende straatweg en later ook de spoorweg van Utrecht naar Hilversum. De oude, dwars door het fort voerende weg bleef behouden, ook al werd er een nieuwe weg omheen geleid. Het fort was oorspronkelijk een gesloten aardwerk met vier bastions en een redoute. In de 19de eeuw en tijdens de mobilisaties in de 20ste eeuw is het fort diverse keren verbeterd en aangepast. Naast de omgrachting zijn ook de in de loop der tijd opgetrokken militaire gebouwen nog aanwezig.