‘Olga en avondcursussen? Wie had dat ooit kunnen denken!’
‘Jij zelf bent degeen geweest die opmerkte dat ze zeer intelligent is.’
‘Heb ík dat gezegd?’
‘Ja. Herinner je je horoscopen niet meer?’
‘Horoscopen? Man ik heb nooit wat van astrologie afgeweten.’
‘Dat dacht ik al.’
Flim klopte met veel misbaar zijn pijp uit in de kolenkit, maar de helft van de as en de onverbrande resten vielen ernaast. Daarna pakte hij de fles. Hij was zo in gedachten verzonken dat ik hem erop moest wijzen dat hij mij oversloeg.
‘En is het wat geworden met die cursussen?’
‘Man, ze barst van de diploma's. Ze heeft er meer dan jij en ik samen. Trouwens: jij bent degeen geweest die heeft opgemerkt dat ze erg veel wilskracht heeft.’
‘Dat had ik nooit verwacht. Dat verklaart wel waarom ze zo veranderd is. Je zit toch niet te zwetsen, he? En moet ík gezegd hebben dat ze zo wilskrachtig is?’
‘Ja jij. Jij, met je verdomde horoscopen.’
‘En Liesje?’
‘Die zit op de h.b.s.’
‘En haar vader? Wanneer is die gestorven?’
‘Een maand of twee geleden.’
Flim greep ietwat radeloos naar zijn glas, dat hij naast de fles op de grond had gezet. Als hij zich flink uitrekte kon hij er net bij met zijn bengelende arm. ‘Man,’ zei hij, ‘je spreekt haar kennelijk regelmatig.’
‘Zo zou je het kunnen noemen. Geef mij ook nog maar wat te drinken.’
‘Hoe is het toen met haar echtscheiding afgelopen?’
‘Karel en Olga zijn inderdaad gescheiden, maar hij behoefde haar geen alimentatie te betalen.’